Breng de bodem egaal op vocht. Neem voldoende tijd voor een goede bodembewerking zodat eventuele zoutere en of drogere plekken worden weggewerkt. Door de hoge bodemtemperatuur is op dit ogenblik de mineralisatie maximaal. Geef daarom een lagere stikstofgift. Te hoge N-cijfers geven een zwakker gewas. Dit werkt smet in de hand. Hou het stikstofniveau tussen de 200 à 250 eenheden of rond de 4 mmol nitraatstikstof.
Plantmateriaal
Start niet met een te kleine plant. Deze maakt makkelijker omvang, wat in deze periode een nadeel is. Een compacter gewas behoudt een gezondere onderzijde daar deze minder gevoelig is voor smet en geel blad.Watergift
De watergift voor Flandria-types mag nu tijdens de doorwortelperiode iets groter zijn in tegenstelling tot de hoogzomerperiode. Zo wordt de omvang niet te royaal. Blijf ook steeds beregenen in het koudste gedeelte van de nacht om de bodemtemperatuur iets lager te krijgen. Een te hoge bodemtemperatuur in combinatie met afnemende lichtomstandigheden kan makkelijker roosvorming en kwaliteitsproblemen in de hand werken.Watertemperatuur
Beregen in deze periode, indien mogelijk, met geboord put- of leidingwater. Dit water heeft een lagere temperatuur dan oppervlaktewater. Een bodemtemperatuur van enkele graden lager maakt een wereld van verschil.Bacterierot
Blijf alert voor bacterieziekten. Behandel het beregeningswater met waterstofperoxide of chloor en probeer stilstaand water in de leidingen te voorkomen. Spui de hoofdleiding voor elke gietbeurt. Het gebruik van leiding- en of geboord putwater verlaagt de bacteriedruk.Bestrijding
Hogere nachttemperaturen en vochtigere weersomstandigheden verhogen de ziektedruk. Wees niet te zuinig of te laat met de bestrijding. Hou een strak schema aan en wissel af met verschillende beschermingsmiddelen.Insecten zoals bladluizen en rupsen vragen in deze periode extra aandacht. Spuit met voldoende water en druk. Controleer ook de pH van uw spuitvloeistof.