"Generativiteit is van het grootste belang om kwaliteit te kunnen oogsten"
Het moge duidelijk zijn: het gebruik van assimilatiebelichting beïnvloedt alle fysiologische processen van de plant. Grootste knelpunten in de teelt zijn de
extra warmteproductie door de lampen en het veranderende regime van dag en nacht. Dit alles vraagt om een aangepaste teeltwijze. "En om geschikte rassen", aldus Hensen. "Veredelaars zullen moeten werken aan rassen die sterk generatief zijn en die hun onbalans niet laten zien op de bloemkwaliteit. En omdat het gewas flink wat te verduren krijgt, dient het ook over een goed uithoudingsvermogen te beschikken."
Kees Hensen van Agrarisch Advies Bureau Solution, verzorgt teeltvoorlichting, coaching en training, met de belichte tomatenteelt als specialiteit.
Wanneer is het bij belichting dag en nacht?
"Het is dag vanaf het moment dat de lampen aangaan totdat de zon ondergaat. En de periode dat het daadwerkelijk donker is in de kas, heet nacht. Eigenlijk heel simpel, maar toch leidt het wel eens tot verwarring. In de kas kan het namelijk dag zijn, terwijl het buiten eigenlijk nacht is. De teelt moet dan toch op dagprocessen afgestemd worden. Want als de lampen aanstaan, zijn de huidmondjes open. Samen met de drogende warmte van de lampen resulteert dit in een enorme verdamping van het gewas. Dit heeft consequenties voor het watergeefbeleid.
Hoe zit het met de watergift tijdens een belichte nacht?
"Als ’s nacht de lampen aangaan, opent het blad gewoon zijn huidmondjes en heeft de plant water nodig om op spanning te blijven. We dienen de plant van opneembaar water te voorzien, terwijl ook de intering in een vertraagt tempo doorgaat. Hiertoe kun je het best ongeveer 2,5 uur nadat de lampen aangaan, starten met kleine beurten van 70 cc. Dit ongeveer 3 tot 5 keer. Het is van het grootste belang om 1,5 à 2 uur voordat het scherm opengaat te stoppen met water geven. Een verhoogde worteldruk tijdens het scherm-openen kan namelijk een grote bron van Botrytis zijn."
Die extra warmte, wat voor effect heeft dat op het klimaat?
"De lichtuitstoot maakt het noodzakelijk om te schermen. De lampen doen de omgevingstemperatuur ongeveer 5 - 8°C stijgen. Die extra warmte is niet erg, zolang je het maar compenseert met een ochtenddip. In de donkere nanacht mag de temperatuur wat mij betreft stijgen naar 20 - 21°C. Wanneer ’s ochtends de lampen uitgaan, valt de temperatuur makkelijk 7 à 8 graden terug. Boven het doek kun je prima luchten zonder veel kouval. Een probleem heb je pas, wanneer bij vorst de ramen niet meer opengaan. Door het enorme vochtgehalte in de kas, kan een gewas in één nacht tijd een compleet vegetatief karakter krijgen! Daarom hebben we soms een vorstgrens van -6°C ingesteld."
Dus belichting maakt die verwarmingsbuis overbodig?
"Nee, zeker niet! Tomaten houden van warme voeten. Daarom raad ik aan om de buis in te stellen op 38 tot 42°C. Voor de verdamping is dat niet echt nodig. De lampen hebben een drogende warmte waardoor het vochtdificit (VD) snel stijgt. Dit werkt de verdamping in de hand. Het liefst zie ik een VD in de belichte nacht van 3 à 3,5. Hiermee creëer je voldoende voedingsopname en osmotische spanning, wat de bladkwaliteit ten goede komt."
Hoe behoudt een belichte teler voldoende kwaliteit?
"Generatieviteit is van groot belang om kwaliteit te kunnen oogsten. Dit geldt voor alle typen en rassen. Terwijl je het tegenovergestelde zou verwachten, is
belichten een vegetatieve actie. Tegelijkertijd is ook de vruchtwand vegetatief. Om holle vruchten te voorkomen, moet men daarom vooral ’s winters sterk generatief telen. Dus graag planten naast het gat, hanteren van 4 stookperioden en al vanaf de tweede tros een blaadje uit de kop wegnemen. De 4 stookperioden zijn: een korte voornacht, een nanacht om voldoende vocht in de kop te krijgen, een ochtenddip om de trossen sterk te maken en een dag met oplopende temperatuur."
Bron: Belichtingsspecial, Rijk Zwaan