Hydrotelers kiezen bij sommige slatypes liever voor vollegrondsrassen
Er bestaan verschillende systemen voor hydroteelt onder glas. In de Benelux kennen we vooral het Mobile Gully System (MGS). Voor telers is de hogere productie een interessant gegeven: één hectare hydroteelt op het mobiele gotensysteem haalt op jaarbasis makkelijk de productie van 2,5 hectare grondteelt. Dit wordt deels gerealiseerd door de betere oppervlaktebenutting in de kas. De afstand tussen de goten wordt immers aangepast aan de grootte van de planten.
De zware sla zoals die in Vlaanderen in de grond wordt geteeld, is lastig te telen op goten. Door de kleinere vochtbuffer in het hydrosysteem is het risico op rand veel groter. Sla op goten groeit meestal compacter. Daarnaast moet door de belichting en het daarbij aansluitend gevaar voor schot, ook rekening gehouden worden met belichtingsstrategie en een gepaste rassenkeuze. Niet alle rassen zijn dus geschikt voor dit teeltsysteem. Voor sommige slatypes wordt er in bepaalde periodes zelfs geopteerd voor vollegrondsrassen. Dit is vooral voor oogstzekerheid, sterkte op rand en schot en de omvang.
Bij de multicolor combinaties (salatrio) is het zeer belangrijk om een combinatie te kiezen van rassen die ongeveer dezelfde groeisnelheid hebben. De 3 rassen zouden duidelijk aanwezig moeten zijn. Een te dominant ras of een te langgerekt type doet afbraak aan de kwaliteit van het eindproduct.
Bron: NewSeeds Kasteelten, Rijk Zwaan