Eerste vleesvervangers uit groentevezels liggen in de schappen
De basis van deze nieuwe vleesvervangers zijn de groentevezels van Provalor. Het bedrijf heeft een proces ontwikkeld om onoplosbare groentevezels uit groente te raffineren. Deze onoplosbare groentevezels worden vermarkt onder de naam 'Veggiefiber' en zijn functioneel in vegetarische producten, kaas, vleeswaren, sauzen en salades.
Jaarlijks belandt 40 miljoen kilogram gezonde, maar kostbare groenten uit de Nederlandse glastuinbouw op de composthoop. Door hun kleur of formaat lijken zij ongeschikt voor de verkoop. Ook kopen consumenten steeds meer voorgesneden groenten waarbij veel verloren gaat. In het snijproces wordt ongeveer 40% van de groenten om esthetische redenen afgedankt. Het gebruik van groentevezels levert een belangrijke bijdrage aan vermindering van afvaltransport in de sector. Er is sprake van minder belasting van het milieu en minder verspilling. Bruikbare groente belandt niet meer op de composthoop, want consumenten kunnen het weer eten.
Provalor voerde een haalbaarheidsonderzoek en een onderzoeks- en ontwikkelingstraject uit. Dit proces vond plaats binnen de SBIR Agrologistiek en Biomassa van het ministerie van Economische Zaken. Het onderzoek richtte zich op het hergebruik van gezonde groenten. Het bedrijf heeft de Veggiefibers binnen SBIR ontwikkeld en de nieuwe generatie vleesvervangers zoals ProViand vloeien daaruit voort. Provalor heeft internationaal octrooi aangevraagd op de toepassingsmogelijkheden van de ontwikkelde onoplosbare groentevezels.
Bron: Agentschap NL