Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Slim en duurzaam telen

"De sector heeft dit jaar veel meer aandacht gekregen, wat de belangstelling voor duurzaamheid heeft aangewakkerd. Er is meer aandacht voor de duurzaamheid van een bedrijf, naast de winstgevendheid en de deugdelijkheid van een systeem," legt Michael Martin uit. 

Hij is onderzoeker bij het IVL Swedish Environmental Research Institute en het KTH Royal Institute of Technology en richt zich op duurzaamheid en industriële ecologie. Michael doet al een aantal jaren onderzoek naar de duurzaamheid van vertical farming-systemen. Momenteel leidt hij een aantal projecten over dit onderwerp, waarbij hij samenwerkt met veel van de Zweedse systeemontwikkelaars.


Michael Martin

"Ik denk dat er vaak een vaste beredenering wordt gebruikt om te promoten of te motiveren waarom vertical farms er zijn. Ze zijn vaak gerelateerd aan de vermindering van water, transport, en dergelijke, maar er zijn ook een groot aantal critici die een aantal van de meer voor de hand liggende potentiële nadelen van de systemen onder de aandacht willen brengen," aldus Michael.

Koolstofvoetafdruk en energie
Voor effecten gerelateerd aan energie zegt Michael dat het echt afhankelijk is van waar een teler zich bevindt. Waar energiegebruik van groot belang is, voor bijvoorbeeld ledbelichting, hebben de Noord-Europese landen gunstige randvoorwaarden, met een goed aanbod duurzame energiebronnen. Een groot deel van de (stads-)verwarming in Noord-Europese landen volgens Martin bijvoorbeeldafkomstig van de verbranding van afval en biomassa.

De meeste vertical farms zijn te vinden in, of in de nabijheid van, stedelijke gebieden, in restruimtes, wat betekent dat ze toegang hebben tot warmte. Omdat deze kwekerijen echter een stabiele omgevingstemperatuur hebben, hebben ze niet veel warmte nodig en zijn de mogelijkheden om te koelen soms veel belangrijker.

Soms is er echter teveel overtollige warmte in het gebouw, dat dan moet worden gekoeld. "We hebben gekeken naar het samenspel van het gebouw en het teeltsysteem, plus de synergie ervan. Wat zijn de mogelijkheden om een gebouw te verwarmen met de restwarmte van leds?" Er zijn mogelijkheden om de systemen in de buurt te integreren, zodat de restmaterialen, de biologische bemesting, de restwarmte etc. allemaal kunnen worden gebruikt om de hoeveelheid afval te verminderen en de efficiëntie van de hulpbronnen te verbeteren door middel van een symbiotische ontwikkeling."

Slim telen en automatisering
Een voorbeeld van slim telen zijn de lichtomstandigheden, bijvoorbeeld door het creëren van de optimale omstandigheden voor planten om te groeien. Meestal wordt er één recept gebruikt voor verlichting en voedingsstoffen. Maar als er verschillende optimalisaties mogelijk zijn door middel van slimme technologieën, kan alles in de gaten worden gehouden op het gebied van voedingsstoffen en water, etc. Door de groeiprocessen praktisch aan te sturen, kan het verbruik van grondstoffen worden verminderd.

Er zijn nieuwe soorten systemen met een grotere focus op product-service systemen, zoals FAAS, d.w.z. het verkopen van functies en diensten in plaats van producten. "Ik denk dat we wat technologie betreft landbouwbedrijven echt duurzamer kunnen maken. Automatisering en optimalisatie van de teeltomstandigheden kunnen grote potentiële verbeteringen in het grondstoffenverbruik opleveren en de groeiomstandigheden optimaliseren."

Voor meer informatie:
IVL Swedish Environmental Research Institute en KTH Royal Institute of Technology
Michael Martin
michael.martin@ivl.se 

Publicatiedatum: