Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Rondje producenten gewasbeschermingsdagen glasgroententelers

"Het stinkt, dus het werkt, is tegenwoordig niet meer genoeg"

Tholen – “Wie heeft er overwogen niet naar de gewasbeschermingsdagen te komen vanwege ToBRFV?”, was een van de eerste vragen die gesteld werd aan de telers die op de gewasbeschermingdag van Royal Brinkman waren afgekomen. Bij de ongeveer vijftig aanwezige telers ging er één vinger omhoog. De toon was gezet en iedereen was direct aan het denken gezet.

Gisteren publiceerden wij al een artikel over het plenaire gedeelte met veel aandacht voor ToBRFV en hygiënemaatregelen. Vandaag volgt deel twee, met daarin het rondje langs de producenten. Iedere teler kreeg een kleurkaart om zijn nek, met een beetje fantasie én in lijn met de thema’s zou je van een vangplaat kunnen spreken, waarop het programma stond.

Groep geel had geluk. Zij begonnen bij Nufarm, waar Daniël Cornelisse, aardbeiengebakjes had meegenomen. Tijdens het verorberen van deze gebakjes kregen de telers ondertussen uitleg over ‘zuigende en vretende insecten’, hoe toepasselijk, en de middelen (bijvoorbeeld NeemAzal-T/S) die je daartegen in zou kunnen zetten. Al snel ontstond er onder de telers ook discussie, waarbij Daniël de telers mee kon geven om altijd te meten met welke Ph-waarde van het water de telers werken bij het spuiten van gewasbeschermingsmiddelen. “Zorg voor een zo goed mogelijke uitgangspositie.”

Martin Kruisselbrink van Belchim Crop Protection ging in op luisproblemen bij paprika. Teppeki is in dat geval een middel dat telers kunnen gebruiken. Maar wat doet zo’n middel tegen biologische bestrijders, wilden telers weten. “Bij een juiste dosering heeft het middel daar geen effect op”, vertrouwde Martin de telers toe. En over juiste dosering gesproken: wees alert op het residulevel. “Na verloop van tijd kan dat level, tegen de verwachting van menig teler in, toenemen door de afbraak van bepaalde werkzame stoffen die andere stoffen vrij baan geven.”

De derde presentatie was er een van Certis. Irma Lukassen presenteerde diverse behandelingen tegen spint in komkommer. Daarbij sprak zij deels in ‘geheimtaal’, want niet alle middelen hebben al een toelating. Veel draaide om doding van eieren, zodat na behandeling biologische middelen het werk weer over kunnen nemen. Advies van Irma: “Doe als teler altijd zelf ook proeven met middelen die nieuw zijn bij jou in de kas.” Tenslotte haakte Irma ook even in op het hygiëneverhaal van Jan Willem eerder die middag. “Het stinkt, dus het werkt, is tegenwoordig niet meer genoeg. Telers weten inmiddels beter.”

Jan Hulst van Bayer had als hoofdthema witte vlieg in tomaat. Omdat de tomatenkas met daarin de proeven vanwege ToBRFV dicht bleef, was het de uitdaging aan Jan om een en ander beeldend te omschrijven. Dat ging hem echter goed af, want als teler word je toch blij van teksten als: “lopend door de proef vind je overal dode witte vliegen terug.” Ook hier natuurlijk advies, bijvoorbeeld over de bestrijding van echte meeldauw. “Blijf consequent en herhaaldelijk middelen gebruiken en laat geen gat vallen. Anders duizelt het je binnen de kortste keren van de witte stippen.”

Na vooral schermen met statistieken en productnamen, was het bij Berg Hortimotive tijd voor iets meer actie. Jaco Wesstein gaf uitleg over het op de juiste manier aanbrengen van gewasbeschermingsmiddelen. “Als je dan toch moet spuiten, wil je dat natuurlijk in één keer goed doen. Veel mist na het spuiten ziet er daarbij optisch goed uit, maar vaak is het juist een teken dat er iets niet helemaal goed gaat.”

Zorg voor de juiste instellingen en ook voor bijvoorbeeld goede doppen én daardoor voor een optimale spuitdruk. De juiste druppelgrootte was onder de telers ondertussen voer voor discussie: een fijne druppel droogt sneller op, maar een grotere druppel rolt sneller weg. Keuzes maken, testen en controleren, dat is het devies.

Vlak voor het diner ging Jeroen namens de Demokwekerij in op proeven voor bestrijding van de tomatenmineermot. De crux: handel preventief en wees daarbij op tijd.

Na het diner volgde nog een viertal presentaties. Namens BASF ging Mark Selman in op luis in paprika en de bestrijding daarvan met Oikos. Niet het oude jongerencentrum uit Wateringen waaraan het sommige telers deed denken en ook geen yoghurt, maar een middel met azadirachtine als werkzame stof. Mark kon de telers op basis van proeven meegeven dat dit middel zachter voor het gewas is en ook zachter voor de biologische bestrijders. Vooral het effect op Macrolophus is minder heftig, maar tot teleurstelling van de telers is het effect op de gevreesde roofwants Nesidiocoris (‘liefkozend’ ook wel Nesi genoemd) ook beperkt. Nesi zou volgens telers best wel een grotere tik mogen krijgen.

Bij FMC was het de beurt aan Anton Bom om het woord te voeren, terwijl zijn collega Nico Harteveld zijn stem spaarde om het einde van twee dagen uitleg geven te halen. Een tip die Anton de telers mee wilde geven was om altijd af te wisselen in het middelengebruik. En niet onbelangrijk: pas middelen op de juiste manier toe om het risico op resistentieopbouw zoveel mogelijk te beperken, ook al in het begin van keten.

Nog twee te gaan. Eerst Hortipro, waar Eric Kerklaan, ook hier voor een dichte tomatenkas, proeven besprak over in dit geval de galmijt in tomaat. Een heel klein beestje dat met het blote oog, en zelfs met een loep, nauwelijks te zien is. Vandaar dat het telers aan te raden is om een microscoop te gebruiken, al dan niet eentje die je aan je mobiele telefoon kunt koppelen om in het gewas te kunnen scouten. Belangrijk, want als de galmijt eenmaal op gang is, blijft er van het gewas weinig over wist Eric de telers te vertellen.

Jesper Tas mocht namens Arysta het programma voor de ‘gele groep’ afsluiten. Ook hier het advies om de roofmijten of andere plagen ten alle tijden ‘goed te raken’ om overlevers te voorkomen en daarmee het risico op resistentie te beperken. Jesper stond stil bij Floramite – goed integreerbaar in IPM – en Proplant, een systemische fungicide met een specifieke werking tegen schimmels.

Met kladblokjes en hoofden vol informatie was het vervolgens tijd voor een klein drankje alvorens de telers en ook de organisatoren én producenten die de presentaties verzorgden huiswaarts konden keren. In geval van de telers met de benodigde punten voor hun spuitlicentie. Handig, want spuiten blijft soms nodig. Maar, voordat de teler de theoretische opgedane kennis weer in de praktijk gaan brengen, eerst even douchen en schone kleren aan, hè.