Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Afschaffing btw-landbouwregeling: geld wordt niet teruggesluisd

De Tweede Kamerleden De Vries, Edgar Mulder en Bruins hadden de staatssecretaris van Financiën gevraagd of het niet beter is om de € 22 miljoen die vrijkomt te handhaven voor de land- en tuinbouw zelf en dus de opbrengst terugsluizen. De vrijkomende middelen van de btw landbouwregeling zijn ingezet om het aandeel van het ministerie van Economische Zaken in de ruilvoetproblematiek in te vullen, zo antwoordt staatssecretaris Menno Snel. Dit is opgenomen in de begroting van het Ministerie van Economische Zaken 2017. De middelen zijn niet meer beschikbaar voor andere doeleinden. De resterende opbrengst is ingezet voor dekking van het Belastingplan 2018.
 
De heer Edgar Mulder vraagt naar de noodzaak om deze wijziging nu aan te brengen. Hij vraagt zich af, welk probleem het wetsvoorstel oplost. Het kabinet beraadt zich doorlopend over de inzet van middelen. Het ministerie van Economische zaken heeft het landbouwinstrumentarium opnieuw in overweging genomen en op nut en noodzaak beoordeeld. Omdat de landbouwregeling in de btw in mindere mate bijdraagt aan de beleidsdoelstellingen heeft het kabinet in 2016 besloten deze regeling af te schaffen en een deel van het aandeel van het ministerie van Economische Zaken in de ruilvoetproblematiek in te vullen.

Mevrouw Leijten vraagt of het bijhouden van een btw-registratie op korte termijn te doen is en of het redelijk is te verwachten dat binnen enkele weken een goed werkend administratiesysteem is opgetuigd. Het voornemen om de landbouwregeling af te schaffen, is in september 2016 bekend gemaakt in de begroting van het ministerie van Economische Zaken voor 2017. Het voornemen was dus al geruime tijd bekend en de sector heeft dan ook tijd gehad om zich hierop voor te bereiden. In dat licht acht het kabinet de invoering van de belastingplicht voor de desbetreffende landbouwers per 2018 niet bezwaarlijk.
 
Mevrouw Leijten vraagt vervolgens of, indien het niet redelijk is om te verwachten dat een goed werkend administratiesysteem binnen een aantal weken na het aannemen van de wet opgetuigd is, uitstel mogelijk is. Aangezien het kabinet verwacht dat het optuigen van een goed werkend administratiesysteem niet tot onoverkomelijke problemen zal leiden, lijkt uitstel op dit punt niet nodig.
 
Mevrouw De Vries vraagt wat de administratieve lasten voor het bedrijfsleven zijn, dit mede in relatie tot de inschatting van LTO. Zoals de voorganger van Menno Snel, Eric Wiebes, eerder heeft aangegeven bedraagt de administratieve lastenverzwaring circa € 1 miljoen voor circa 20.000 landbouwers. De genoemde inschatting van LTO herkent het kabinet niet.

De heer Bruins vraagt of een terugsluis naar de sector zou kunnen plaatsvinden door de kleine ondernemersregeling uit te breiden. Voorts vraagt de heer Bruins hoe de staatssecretaris tegenover een uitbreiding van de kleine ondernemersregeling sta. Landbouwers, natuurlijke personen, kunnen gebruikmaken van de huidige kleine ondernemersregeling. Op dit moment biedt de kleine ondernemersregeling geen ruimte tot uitbreiding. Dat komt door de huidige, verouderde opzet van deze regeling in Nederland die geen wijzigingen in de systematiek meer toestaat. Zo kunnen op dit moment alleen ondernemers die geen rechtspersoon zijn gebruik maken van de regeling. Zoals mijn ambtsvoorganger heeft aangekondigd, worden de mogelijkheden om de kleine ondernemersregeling te moderniseren onderzocht. De staatssecretaris zal hierbij kijken of de groep landbouwers die van deze regeling gebruik kan maken kan worden uitgebreid. Hierbij wordt onderzoek gedaan naar de vereenvoudigingswinst en andere mogelijke effecten door de huidige verminderingsregeling in de btw voor natuurlijke personen te vervangen door een brede omzetgerelateerde vrijstellingsregeling, die ook geldt voor rechtspersonen. Met een nieuwe regeling zal flexibeler kunnen worden ingespeeld op de op dat moment levende vraagstukken. Overigens geldt de kleine ondernemersregeling voor alle ondernemers en niet uitsluitend voor landbouwers. Ook om die reden is de regeling niet geschikt voor een gerichte terugsluis.
Publicatiedatum: