Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Peter Verbaas (Groenten Fruit Huis):

De 3 belangrijkste ontwikkelingen in de tuinbouwsector

Er zijn op dit moment grote ontwikkelingen gaande in de tuinbouwsector volgens Peter Verbaas. Twee internationale en één nationale. En Nederlandse ondernemers kunnen er niet meer omheen. Peter Verbaas is adjunct directeur van GroentenFruit Huis. Hij geeft in zijn visie op de (inter)nationale ontwikkelingen in de tuinbouwsector.

Meer samenwerken om aan de wereldtop te blijven
De Nederlandse tuinbouwsector is de absolute wereldtop. In Nederland kunnen wij het hele jaar door alle producten leveren, die ook nog eens van topkwaliteit zijn en gepaard gaan met een uitstekende logistiek en een hoge servicegraad. Onder meer dankzij het gunstige zeeklimaat en de Rotterdamse haven en Schiphol. Maar vooral ook dankzij continue vooruitstrevendheid. Denk aan de in Nederland ontwikkelde groenterassen en innovatieve klimaatsbeheersingstechnieken voor kassen en logstieke faciliteiten.

Zo is Nederland als klein land een heel belangrijke internationale handelspartner, iets wat nogal onderschat wordt, bijvoorbeeld op Europees politiek niveau. Dat we tot wereldtop behoren, wil alleen niet zeggen dat we daar automatisch blijven. We moeten ons blijven ontwikkelen.

Nederland is historisch gezien een coöperatief land, waar men veel kennis deelde met elkaar. Door de toenemende competitie, delen bedrijven minder snel en makkelijk informatie. Dit wordt deels gecompenseerd door de heel grote bedrijven, die zelf aan onderzoek en ontwikkeling doen. Maar wanneer we als Nederlandse tuinbouwsector internationaal toonaangevend willen blijven, moeten individuele bedrijven meer samenwerken en meer als collectief optreden.

Productieverschuiving naar het buitenland
Dit is de grootste trend. Nederland is geen walhalla meer, zoals vroeger. Door wet- en regelgeving en prijs, is Nederland voor bedrijven elders ter wereld een minder aantrekkelijke handelspartner dan vroeger. Je moet daarom meer en meer zorgen dat je de gunfactor bezit, zodat men vanuit het buitenland toch producten blijven sturen. Hoe krijg je als Nederlands bedrijf die gunfactor en blijf je aantrekkelijk als handelspartner? Bijvoorbeeld door de telers uit ontwikkelingslanden te helpen een markt op te zetten en daarmee een betere toekomst.

Nederlandse kennis en innovatie moet worden ingezet om buitenlandse productie te versterken. Denk aan de genoemde veredeling van groenterassen, kastechnieken en kennis van de logistieke keten – van zaadje tot export – , maar ook aan structuren die nodig zijn voor een lokale afzetmarkt.

Zo ontstaat een win-winsituatie. Een lokale markt kan zich ontwikkelen, positief voor de economie ter plaatse, en uiteindelijk profiteert ook het Nederlandse bedrijfsleven ervan. Een deel van de producten krijgt de lokale markt als bestemming, het andere deel komt onze kant op en gaat de wereldmarkt op.

Het is een illusie om te denken dat je alleen maar in Nederland kunt blijven produceren, maar we moeten ook niet alles uit het buitenland halen. Nederlandse bedrijven moeten zich richten op niches, op innovatieve producten. Naast lokale behoefte zal de rest van de productie elders plaatsvinden, in Europa, of op andere plaatsen in de wereld. Het is de uitdaging voor de Nederlandse ondernemer om daar een slimme rol in te spelen, om dat goed te organiseren.

Energiegebruik vraagt om creativiteit
Dit is meer een nationaal probleem. Het energiegebruik in de Nederlandse tuinbouwsector is enorm. Denk aan het verwarmen van kassen en koelen van voorraden. Voor een energieneutrale situatie zijn twee dingen nodig: creativiteit en investeringen. Helaas is er nauwelijks financiële ruimte in de sector.

Gelukkig zijn er mooie initiatieven te signaleren. Zo wordt industriële CO2 hergebruikt. Ook in het Westland gebeurt veel. Er wordt onderzocht of de restwarmte uit de Rotterdamse haven te gebruiken is in het Westland. Verder is een groep bedrijven en overheden onder de naam Federatie VruchtgroenteOrganisatie bezig met de herbezinning op de situatie in het Westland. Daarbij buigen ze zich ook over het energievraagstuk. Dit is meteen een goed voorbeeld van de zo ontzettend noodzakelijke samenwerking.

Bron: Grensverleggers, MVO Nederland
Publicatiedatum: