Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Tuinbouw Jongeren Oostland op bezoek bij Flynth

Toekomstbestendig financieren met bank, eigen inbreng en investeerders

Tholen - Waar staat de tuinbouw qua financieringsmogelijkheden? Hoe is dit ontstaan en hoe ziet de toekomst eruit? Dat zijn vragen die centraal stonden tijdens de bijeenkomst van de Tuinbouw Jongeren Oostland bij Flynth.

Hoe staat de financiering van de tuinbouw ervoor? Dat vroeg Peter Engelen, adviseur bij Flynth, afgelopen maandag aan de Tuinbouw Jongeren Oostland. "Banken kunnen niks", klonk er uit de zaal. "Door een hertaxatie staat je bedrijf opeens onder water" en "Banken weten zelf ook niet waar de tuinbouw over vijf jaar staat. Ze weten niet of telen in Nederland rendabel blijft ten opzichte van Marokko of Polen."

Dat werd enerzijds bevestigd door Engelen. Banken moeten aan strenge Basel-regelgeving voldoen. Daaruit volgend moeten ze een hogere eigen inbreng van ondernemers eisen. "Maar ook in de sector zijn er weinig plannen. Bedrijven die voor het eerst in een paar jaar weer zwarte cijfers zien, stellen eerst intern orde op zaken voor ze denken aan nieuwe investeringen", verklaart Engelen. Als er gesproken wordt over investeringen, zijn dit veelal investeringen met een korte (tot 4 jaar) terugverdientijd op het gebied van arbeid of energie.



Arjan Vijverberg, voorzitter Tuinbouw Jongeren Oostland, leidde de avond in

Nieuwe marktbenadering
De afgelopen jaren belandden er steeds meer tuinbouwbedrijven in de categorie bijzonder beheer. Die ontwikkeling is volgens René de Vreede van Rabobank Oostland af aan het nemen. "De doorzak lijkt eruit te zijn. Er gaan meer bedrijven uit het bijzonder beheer dan dat erbij komen." Er staan momenteel veel bedrijven (latent) te koop en Flynth verwacht dat die groep verder groeit als de onroerendgoedmarkt iets aantrekt. Probleem is dat er te weinig verkocht om de waarde van een bedrijf te bepalen. "Dat zorgt voor een andere benadering van de markt. Er werd voorheen gekeken wat er voor een bedrijf gevraagd werd en of dat paste binnen de begroting. Nu wordt op basis van de kosten en opbrengsten berekend welke rente en aflossing toelaatbaar zijn. Hieruit volgt de leencapaciteit." De Vreede vulde dit desgevraagd aan. "Met een eigen vermogen van 25-30 procent en een rendement van 5% zien we vaak geen probleem." Hij benadrukte dat een doortimmerd plan ("een middenprijs met een verhaal") daarbij ook een vereiste is.


Peter Engelen, adviseur bij Flynth

Verder kijken dan de bank
Engelen verwacht dat een eigen vermogen van 25-30% een vereiste blijft in de tuinbouwmarkt. "De rol van de banken blijft onverminderd groot omdat er geen andere manier is om aan goedkoop geld te komen", verklaarde de adviseur. Hij ziet wel opties voor andere, aanvullende geldschieters: investeringsmaatschappijen, particuliere investeerders, crowdfunding of NEOS business finance: financieringen vanuit pensioenfondsen en verzekeraars. Ook garantstellingen van de overheid, zoals al gebeurt bij aardwarmteboringen, en het samen financieren van (onderzoeks-)projecten behoren volgens Engelen tot de mogelijkheden.


Peter de Vreede, adviseur bij Flynth, sprak over het interpreteren van cijfers

Vergelijk
Na de lezing van Engelen gaf Flynth-adviseur Peter de Vreede een uitleg over cijfers interpreteren. Uit zijn presentatie bleek dat de jaarrekening van een bedrijf niet alles zegt. "Weet wat je vergelijkt", adviseerde De Vreede. Bij een WKK kan bijvoorbeeld de opbrengst verkoop elektra verantwoord worden onder de energiekosten of als omzet bij de opbrengsten - wat zorgt voor verschillen tussen gelijke bedrijven. Daarnaast raadde hij de jongeren aan niet alleen op de kasstroom te focussen, maar ook te kijken naar economische afschrijvingen en rentekosten. Een laatste advies was je cijfers te vergelijken met die van een ander. Flynth maakte dit soort vergelijkingen voorheen voor veel bedrijven uit de sector, maar merkt dat het lastiger is ondernemers te vinden die hier aan mee willen werken. Oorzaken zijn dat het de ondernemer geld kost, maar ook dat er meer in kleinere studiegroepen of telersverenigingen samengewerkt wordt


Tuinbouwjongeren Oostland is de organisatie voor ondernemende jongeren in glastuinbouw. Het werkgebied ligt globaal tussen de snelwegen A13, A4, N11 en A20. Ze houden zich bezig met belangenbehartiging voor de leden en organiseren een aantal keer per jaar informatieavonden en excursies. Momenteel telt de vereniging ongeveer 100 leden in de leeftijd van 16 tot en met 35 jaar. Klik hier voor meer informatie.