Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Opinie-artikel Peter van der Veeken, Normec Foodcare:

"Groenten en fruit, moeten we dat nog keuren?"

Is het niet zo dat onze prachtige AGF-producten steeds weer opnieuw een controle vragen? Het product wat Moeder Natuur, samen met de telers, voor ons laat groeien, gaat na de oogst in kwaliteit achteruit en dat moet gecontroleerd worden. Toch? Sterker nog, daar hebben we zelfs kwaliteitsvoorschriften voor, vanuit de wetgever of vanuit onze klanten. Dus ja, die controle moet worden uitgevoerd, stelt Peter van der Veeken, Senior adviseur productkwaliteit bij Normec Foodcare in dit opinie-artikel:

"In elke schakel van de keten wordt het product opnieuw aangeboden en wederom gecontroleerd. Moeten we ons niet afvragen of dat steeds weer noodzakelijk is? De kwaliteit wordt niet beter als we telkens opnieuw het product aan een controle onderwerpen. Elke keurmeester weet op welke norm er gekeurd moet worden maar geeft tevens ook een eigen interpretatie mee aan diezelfde norm. En daarnaast hebben we nog steeds te dealen met termen als “in lichte of geringe mate toegestaan”. Hoe veel discussie kan dat oproepen?

Ik denk dat de wereld van het keuren enorm gaat veranderen en ik vind dat we daar met z’n allen eens over na moeten gaan denken. Welke toegevoegde waarde hebben onze klanten nog nodig als het om kwaliteit gaat en welke waarde kunnen we vanuit keur daaraan meegeven?

Kijkend naar de praktijk lijkt het erop dat we alles om het product heen steeds belangrijker vinden: etikettering, verpakking, klantspecificaties, logistiek, opslag en natuurlijk de marktwerking, het spel tussen vraag en aanbod!  Ik ga niet zeggen dat we deze ketenfactoren niet moeten monitoren maar ik ben wel van mening dat we vergeten wat er in die doos of kist zit: een fantastisch product, met passie en liefde geteeld waar we de consument mee kunnen verrassen. Het lijkt erop dat we alles om het product heen enorm belangrijk vinden terwijl de inhoud bijna van ondergeschikt belang is. Keurmeesters weten dat alle overige zaken goed bekeken moeten worden maar hun specialistische kennis gaat uit naar het product; het zijn vaklui die weten waar opgelet moet worden.

Als we vergeten wat er met het product allemaal kan gebeuren en we vinden dat van ondergeschikt belang, snijden we onszelf in de vingers. Kennis van en over het product is essentieel, weten wat de weersinvloeden kunnen doen met een product, ervaren hoe een product zich in de keten ontwikkeld en daar de consument nog meer bij betrekken zijn zaken die van heel groot belang zijn. Onze klanten nog beter kunnen bedienen op productniveau werpt absoluut z’n vruchten af. Goed product met een sterk shelf life wordt gewaardeerd! Dat weten we allemaal.

“Hoe kan ik dan mijn kennis op niveau houden en zo breed mogelijk inzetten waarbij de focus moet uitgaan naar het product?” Het antwoord is eenvoudiger dan verwacht. Het is niet alleen de factor productkennis die op meerdere niveaus en plaatsen naar een hoger plan gebracht kan worden middels onderricht maar het moet ook gaan over “data”. Data die op meerdere manieren verkregen kan worden en welke ons heel erg veel informatie en inzicht in het product kan geven. De tijd van interpretatie en toleranties is voorbij, de tijd van duidelijkheid en inzicht is groeiend en de tijd van antwoorden geven richting de klant is essentieel. “Snelle handel” omdat de kwaliteit van een product een kort shelf life heeft, wil de klant niet (meer).

Data genereren uit organoleptische keuringen hoeft niet moeilijk te zijn, brixmetingen, de hardheid van een product, de houdbaarheid, smaak, kleur….als we gaan meten en uit de verkregen data een trend kunnen halen, is kwaliteit nog beter te benaderen en te duiden. Data maakt kwaliteit objectief. 

Als we onze eindklanten/retail kunnen aangeven hoe lang er met een product gewerkt kan worden in  de winkel omdat we weten ( door meten ) hoe een product zich ontwikkeld, denk ik dat we de handen van diezelfde eindklant/retail op elkaar krijgen. Shelf life garanderen maakt tevens dat inkoop nog beter gestuurd kan worden waardoor verliespercentages gaan dalen…..hoe mooi en duurzaam wil je het hebben?"

Voor meer informatie:
Peter van der Veeken
Senior adviseur productkwaliteit
Normec Foodcare
peter.van.der.veeken@normecgroup.com 
www.normecgroup.com   

Publicatiedatum: