Het roteren van kasgewassen of het gebruik maken van kassen terwijl gewassen in de vollegrond groeien kan telers meer opties en meer inkomen geven. De University of Kentucky Controlled Environment Horticulture Research Unit, het Owen Lab, is bezig met een tweejarig onderzoek om komkommerrassen voor de kasteelt te evalueren.
"Als je kijkt naar al het onderzoek dat is uitgevoerd in de VS, hebben komkommers voor substraateelt weinig aandacht gekregen, hoewel er enkele onderzoekers zijn die kijken naar komkommers voor teelt in tunnels", zegt Garrett Owen, assistent-professor in het Department of Horticulture en directeur van de eenheid. "Het onderzoek naar voedingsgewassen in kassen is meer gericht op de teelt van tomaten, bladgroenten en kruiden. Onze missie is het genereren van Kentucky-specifieke gegevens voor telers die geïnteresseerd zijn in het telen van komkommers of hun gewassen willen diversifiëren."
College of Agriculture, Food and Environment doctoraalstudent Paul Cockson voert dit onderzoek uit op Engelse komkommers en snack- of minikomkommers voor zijn proefschrift. Hij screent komkommervariëteiten en -cultivars voor teelt in de gematigde zone van Kentucky, waarbij hij opbrengstgegevens en groeimetrische gegevens beoordeelt en de komkommers sorteert volgens Canadese en Amerikaanse kwaliteitsnormen.
Komkommers in de kas ten behoeve van het onderzoek van Paul Cockson naar rassen voor de kasteelt. Foto: Garrett Owen
Seizoensverlenging
De teeltcycli van komkommers zijn drie tot vier maanden, zodat glastuinders drie tot vier oogsten per jaar kunnen krijgen. De komkommers in Cockson's voorjaarsstudie deden er ongeveer 14 weken over, van zaadje tot de uiteindelijke oogst.
"We kijken naar seizoensverlenging, dus we doen een lente- en een herfstgewas, kijken naar 'afgeknotte' teelt wanneer telers in de vollegrond telen (met andere gewassen), om te zien of ze een deel van hun bestaande infrastructuur kunnen gebruiken voor een gewas met een snelle omlooptijd zoals komkommers."
Owen vertelde dat ze voor komkommers kozen, omdat veel kassentelers in Kentucky voornamelijk tomaten telen. Komkommers kunnen zich aanpassen aan de huidige systemen die ze al in de kassen hebben geïnstalleerd.
Telers van kasgroenten moeten de omgeving en de teeltpraktijken beheren om ziekten of plagen te voorkomen en te beperken.
"Onze belangrijkste ziekte tot nu toe is echte meeldauw, maar door goede teeltpraktijken en een goed beheer van de omgeving hebben we slechts in een paar gevallen echte meeldauw hoeven te behandelen of te bespuiten," aldus Owen.
UK assistent-professor Garrett Owen. Foto: Garrett Owen
Schoon beginnen en schoon blijven
Door schoon te beginnen en schoon te blijven, hebben de onderzoekers problemen met ziekten en plagen vermeden, maar als ze toch problemen tegenkomen, zullen ze conventionele methoden gebruiken en ook biologische opties overwegen voor de bestrijding van ziekten en plagen.
Het team heeft een aantal interessante tendensen gezien in de kwaliteit van het de vruchten van de verschillende soorten die het beoordeelt.
"We zien dat sommige rassen langer worden of anders uitzetten en dat is iets vreemds," vertelt Cockson. "Normaal gesproken ga je ervan uit dat de komkommer aan de stengel in een consistent tempo langer en voller wordt om een consistent product te produceren. Wat we zien is dat sommige van deze cultivars komkommers van mindere kwaliteit produceren en daarom vergelijken we gevallen van morfologische veranderingen."
Snelle groeiers
Ze hebben ook verschillen gezien in de tijd die een stengel nodig heeft om te groeien. "Sommige groeien langzamer, dus dat zal telers helpen informeren. Als een teler op zoek is naar een agressief groeiende cultivar en ze willen snel naar binnen en naar buiten, dan kunnen we het ene type aanbevelen tegenover het andere," zei Cockson.
Hij vertelde dat de komkommers uit het onderzoek het bijzonder goed doen onder de omstandigheden in de Britse kas. "Naar mijn mening is dit de perfecte oplossing voor Kentuckians, voor iemand met een beperkte teelt of seizoensverlenging, omdat deze cultivars zo goed presteren, zo snel groeien en zo veel produceren."
Voor meer informatie:
Garrett Owen, wgowen@uky.edu
Paul Cockson, paul.cockson@uky.edu