Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Omgang met water van drie componenten substraat getest

Deeltjes in een substraat creëren een netwerk van 'poriën-paden' waar water zich doorheen kan bewegen. De efficiëntie van deze paden hangt af van de grootte en de vorm van de deeltjes. Minder diversiteit in de deeltjesgrootte kan leiden tot meer percolaat, slechte hydratatie van het substraat en inefficiënte irrigatie.

In recent gepubliceerd onderzoek werden de hydratatiekarakteristieken onderzocht van drie substraatcomponenten in kassen bij drie vooraf ingestelde vochtgehaltes. Er werd gebruik gemaakt van subirrigatie bij vijf verschillende irrigatielengtes en drie waterdieptes (2 mm, 20 mm, en 35 mm).

Vergelijking
Sphagnum veenmos, kokosvezel en oude pijnboomschors werden getest bij 67%, 50% en 33% initieel vocht (op gewicht). De objectieven waren het vaststellen van de impact van verschillende irrigatielengtes (5, 10, 20, 30 en 60 minuten) gedurende een periode van 60 minuten, en de verdere invloed van waterdiepte en initiële verzadiging, op de vasthoudcapaciteit van veenmos, kokosvezel en pijnboomschors.

Het aantal irrigatiebeurten hing af van de tijd van de experimentele unit, gedeeld door de totale tijd van 60 minuten, variërend tussen 12, 6, 3, 2 en 1 keer. Hydratatie-efficiëntie werd beïnvloed door het initiële vochtgehalte, waterdiepte, pulstijd en de substraatkarakteristieken (hydrofoob/hydrofiel). 

Het initiële vochtgehalte had de grootste impact op veenmos, onafhankelijk van het waterniveau of de lengte van de irrigatiebeurt. Lagere vochtgehaltes verhoogden de hydrofobe reactie van veenmos, waardoor het substraat nog minder water kon absorberen.

Pijnboomschors had een vermindering van 5-10% in initiële hydratatie tussen 67%, 50% en 33% initieel vocht, terwijl de hydrofiele natuur van kokosvezel het effect van de initiële verzadiging teniet deed. Met 50% of minder verzadiging had kokosvezel het hoogste volumetrische watergehalte van alle substraten, pulstijden en waterdieptes.

Ontdekt werd dat de waterdiepte de hydratatie bij alle substraten 6-8% verhoogde. De drie materialen vertoonden een veranderde en gevarieerde water opvangreactie, afhankelijk van de combinatie van de toegepaste behandelingen. Dit werk heeft de effecten van intensiteit en blootstelling op substraten aangetoond en laten zien dat meer onderzoek naar de verbetering van de watergebruiksefficiëntie bij containergewassen, nodig is. 

Schulker, B.A.; Jackson, B.E.; Fonteno, W.C.; Heitman, J.L.; Albano, J.P. Exploring Substrate Water Capture in Common Greenhouse Substrates through Preconditioning and Irrigation Pulsing Techniques. Agronomy 2021, 11, 1355. https://doi.org/10.3390/agronomy11071355

Publicatiedatum: