Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Geoogst moet er nog worden maar een glazen tomatenkas in Brazilië is nu al uniek

Tholen - Insiders wisten al een tijdje dat er wat speelde, maar tot dit voorjaar bleef het glastuinbouwproject Fonte Verde Agro in het Braziliaanse Andradas onder de radar. Nu de kas van in eerste instantie twee hectare echter bijna af is en de eerste tomaten dit najaar geoogst worden, maakt Arjan Kouwenhoven, de Nederlander ter plaatste, een uitzondering.

Hij vertelt over de aanloop naar het nu al unieke project (hightech glazen kassen in Brazilië zijn er nauwelijks, laat staan de in totaal geplande 12 hectare), het Nederlandse tintje en het vooronderzoek naar onder andere de lokale afzetmarkt. “Het is hier zeker geen abc’tje, maar de kwaliteit van de tomaten hier in de schappen biedt zeker kansen.”

Straalverbinding
“Hoor je mij?” “Ja, nu wel.” “Oh nee, nu weer niet.” Het moge duidelijk zijn, Brazilië is niet om de hoek, dus ‘even’ contact leggen met de site op zo’n vier uur rijden van Sao Paulo kan weleens lastig zijn. Een internetstoring en dus geen straalverbinding maken dat het geplande interview een weekje opschuift, maar dan heeft Arjan begin mei ook wel een mooi, niet alledaags verhaal. “Toen ik in de jaren negentig in Rusland zat, moest ik twee dagen van tevoren een telefoongesprek aanvragen, dus wat dat betreft is er veel veranderd.”

Arjan wil maar aangeven dat hij niet ‘zomaar’ in Brazilië is beland. “Ik ben een tuinderszoon, had samen met mijn broer een tuin in Wateringen, heb de tuinbouwschool afgerond en ben toen begin jaren negentig o.a. in de Verenigde Staten en Rusland geweest om advies te geven bij glastuinbouwprojecten waar ze aan de slag gingen met destijds revolutionaire Nederlandse innovaties zoals telen op substraat en hogedraadteelt. De kennis en kunde ontbrak nog weleens, dus daar hielp ik dan bij.”


De kas ligt, om een idee te geven, zoals ’t Woudt in het Westland langs de Woudseweg tussen Delft en De Lier ligt. Goede logistiek dus, maar wel op ‘het platteland’ dichtbij de steden.

Getriggerd
De roebelcrisis ‘dwong’ Arjan midden jaren negentig terug naar Nederland, waar hij bij Metazet, een tuinbouwtechnische toeleverancier, aan de slag ging. Vooral de teeltgoten van het bedrijf vonden gretig aftrek, ook internationaal en dus kon Arjan na een economische dip al snel weer reizen.

“Van de Verenigde Staten tot China en van Canada tot Australië, ik ben overal geweest. Maar tot 2011 nog nooit in Brazilië. Ik kon mee met een groep tuinders die er gingen kijken en was direct getriggerd door wat ik daar zag. Het is een groot land met miljoenen mensen die uiteraard ook veel tomaten eten. In Europa zag je toen al dat de prijzen steeds meer onder druk kwamen met alle hightech kassen die er zijn, dus is het ‘makkelijker’ om geld te verdienen met telen in andere markten. En dat is ook gebeurd, alleen nog niet in Brazilië.”

Eerste poging
Een eerste poging in 2013, samen met een aantal partners uit de teelt en de techniek, liep spaak. Kastec heette het samenwerkingsverband waaruit nog niet direct een kas in Brazilië voortkwam. “De Nederlanders waren toch huiverig voor onder andere corruptie, logistieke problemen en hoge invoerkosten, terwijl ook de Brazilianen niet direct stonden te springen omdat zij toch wel erg gewend zijn aan buitenteelt.”

Dat is ook terug te zien aan het groentenschap in de lokale Braziliaanse supermarkt, zag Arjan zonder daarover te oordelen. “Je hebt hele mooie groentenschappen in de supermarkten met prachtige producten, alleen de vruchtgroenten blijven qua kwaliteit daarbij nog wel wat achter. Dat komt omdat 98% van de tomaten bijvoorbeeld nog van de buitenteelt komt. Je hebt daar wel grote telers met honderden hectares, maar wel allemaal buiten. De rassen die zij telen moeten dus tegen een stootje kunnen en dat gaat zichtbaar ten koste van de kwaliteit, waarbij ook het in de koeling leggen van de tomaten, wat je soms ziet gebeuren daar, niet helpt.”


Van de 25 hectare land, wordt ongeveer 20 hectare gecultiveerd, waarvan 12 hectare kas en o.a. ook wateropslag. “Met het oog op de tropische regenbuien die je hier hebt, is het goed om wat grond vrij te hebben om het water op te kunnen vangen.”

Puntenlijstje
Brazilië liet Arjan, die nog steeds ‘in de techniek’ werkte (in 2000 zette hij samen met Metazet en twee andere partners FormFlex op, in 2011 smolten beide bedrijven samen tot Metazet FormFlex), al die tijd niet los. Met de verkoop van zijn aandelen in Metazet FormFlex in 2014 had hij zijn handen weer vrij en besloot hij toch weer naar Brazilië te trekken.

“Ik heb er het hele land rondgereisd met een puntenlijstje in gedachten. Op dat lijstje stond bijvoorbeeld klimaat, logistiek, beschikbaarheid van arbeid en afstand tot de afzetmarkt. Eenmaal in Andradas kon ik al die punten positief afvinken, alleen is dat op één punt ‘mislukt’”, grinnikt Arjan.

“Het areaal is niet vlak en dat was eigenlijk ook een voorwaarde. Op de 25 hectare grond die mijn vrouw en ik uiteindelijk in 2018 wist te kopen, moet er 28 meter hoogte worden overwonnen, goed voor het verzetten van 600.000 kuub grond waarmee we nu (begin mei) op de helft zitten. Goed genoeg om alvast 2 hectare kas, met verwerkingsruimte, kantoor en ook wateropslag af te ronden.”


Arjan overschouwt de bouwplaats. Hoeveel grond is er verzet? Nou, zoveel.

Deuren openen
Maar nog even terug naar het proces, want het kopen van grond doe je niet zomaar. “Ik heb ook nog veel contact gehad met andere Nederlandse telers in het buitenland om mij zo goed mogelijk op de hoogte te laten stellen van de uitdagingen en risico’s. Ook hebben we veel hulp gehad van de burgemeester hier, die met mij mee is geweest naar hoofdstad Brasilia om daar ‘deuren’ voor mij te openen.”

Met het egaliseren van de grond werd medio 2018 gestart en dat duurde een jaar. Daarna kon er worden gebouwd. “En dat gaat goed. Zoals het er nu uitziet, kunnen we begin juni zaaien. Dat doen we ook zelf in 0,3 hectare kas en naar alle verwachting rond 1 oktober oogsten.”


De kasinrichting is nog niet af, maar eenmaal binnen zie je haast niet meer dat je in Brazilië bent.

‘Groot’ en ‘klein’ tegelijk
Het laatste wat Arjan wil is ‘nu een grote broek aantrekken’. Hij wil alles vooral stapje voor stapje doen en benadrukt regelmatig dat het ‘zeker geen abc’tje is. “Er zitten heel wat jaren vooronderzoek in dit project en ook als we straks eenmaal aan het telen zijn, moeten we nog heel veel ontdekken. Zo is het spannend om te zien wat de ziekten en plagen gaan doen. Dat is hier wel een uitdaging, ook voor collega(bloemen)kwekers hier in de buurt. Zij telen in grote plastic kassen van 2 tot 10 hectare en hebben bijvoorbeeld veel te stellen van trips. De middelen om die plaag chemisch te bestrijden, werken hier niet of nauwelijks meer.

Wij willen kijken of wij, met een glazen kas met alle hightech faciliteiten die er zijn, met een biologisch evenwicht kunnen telen, zoals dat ook in Nederland gedaan wordt. Mocht het ons lukken op die manier te telen, dat kunnen wij hier als voorbeeld dienen en zullen we de telers hier zeker meenemen in ons proces.”

Middenklasse
Die groentetelers zijn vooral Japanners, vertelt Arjan. “Je hebt hier als het ware een Japanse kolonie met daarin veel telers/boeren die met nauwe banden met het veredelingsbedrijf Sakata vruchtgroenten telen. Zij telen in kleine plastic kasjes van hooguit een paar duizend vierkante meter en zetten hun product af op groothandelsmarkten, zoals dat in 90% van de gevallen wereldwijd volgens mij ook gaat. Ten opzichte van die telers zijn wij met 2 hectare kas straks ‘groot’, maar ten opzichte van collega-tomatentelers met buitenarealen van 400-500 hectare zijn wij maar klein. Die grotere telers, ook van aardappelen en mais, zetten soms wel rechtstreeks op de retail af.”

Net als in veel andere landen wil de retail in Brazilië ook kunnen rekenen op een constante stroom en een constante kwaliteit groenten en fruit. Arjan is ervan overtuigd dat telen in een hightech kas daaraan kan bijdragen. “Wij richten ons op de groeiende middenklasse, het middensegment, dat ook het grootste stuk van de afzetpiramide uitmaakt.”


Alles ziet er spic en span uit, dus laat de tomaten maar komen.

Internet stimuleert vraag
Om ‘ertussen te komen’ in het Braziliaanse groentenschap zet Fonte Verde Agro in eerste instantie in op twee tomatenrassen met vruchten rond de 100 gram die los geoogst zullen worden en ook onverpakt in het schap zullen komen te liggen. “Wij kunnen verpakken op locatie als het moet, maar een blik op het schap zoals het nu is, leert dat er nog nauwelijks verpakt product ligt. De reden daarvoor is vaak dat het product uit de Braziliaanse buitenteelt nog achterblijft bij alle fancy verpakkingen die er wel al zijn. Productkwaliteit en de verpakking moeten wel matchen.

Met onze focus op het middensegment laten we alle ‘toeters en bellen’ eerst achterwege. Zaak is het nu om ‘altijd een doosje tekort te komen’, zoals dat ook wel heet. De Braziliaan houdt van zoet, dus ook de tomaten in het schap zijn aan de zoete kant, al is dat niet zoals we dat in Nederland hebben. Vrijwel allemaal losse tomaten ook. Trostomaten zie je nog nauwelijks, ook omdat de omloopsnelheid daarvan zo laag is dat het de kwaliteit niet te goede komt.”

Salsadansje
Toch is men in Brazilië ook niet blind voor de ontwikkelingen die er op tomatenvlak wereldwijd gaande zijn. De blik is, naast op de Verenigde Staten, vooral ook op Europa gericht. “Vrijwel iedereen heeft internet vandaag de dag en dat stimuleert de vraag naar ‘beter’. Men weet wat er allemaal te halen is.”

Zaak is het desondanks niet te hard van stapel te lopen. “Je moet niet opeens met een radicaal ander product in het schap willen komen, dus wij gaan eerst ook ‘gewoon’ voor los, al hebben we wel een hoekje in de kas voorzien met wat proefjes met specialties om de consument te zijner tijd mee te verrassen. En ook naar tros kunnen we op zijn tijd gaan kijken, maar eerst maar eens oogsten. Als het zover is, dan kan er wel een klein salsadansje af hier”, besluit Arjan. 

Dit artikel verscheen eerder in editie 5, 34e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.