Tholen - Karton lijkt het helemaal te worden in de komende jaren als het gaat om verpakkingen. Het heeft de naam om duurzaam te zijn en tegelijkertijd straalt het exclusiviteit uit op AGF-verpakkingen. Vooral de kleur van het onbewerkte karton lijkt het goed te doen in de sector.
De tomatenbakjes van Olifantsgras voor Valstar
Maar voor elke verpakking van papier of karton moet ook weer een boom worden gekapt en eindeloos recyclen is ook niet altijd een mogelijkheid. Argos Packaging & Protection heeft in samenwerking met Vibers een kartonnen verpakking ontworpen die gemaakt is van Olifantsgras.
“Het voordeel van deze verpakkingen is dat het een stuk duurzamer is dan normaal karton en papier en dat het ten opzichte van andere materialen als maispulp dicht bij huis groeit,” vertelt Roy van den Heuvel van Argos. “Olifantsgras is dus eigenlijk een soort streekproduct en moet niet worden verscheept vanuit bijvoorbeeld Noord-Amerika naar Nederland. Het groeit gewoon dicht bij huis.”
Langs de startbaan
Een punt van kritiek op het gebruik van andere materialen dan houtpulp en materialen voor bio-plastics is dat het kostbare grond in bezit neemt. “Dat is bij het Olifantsgras niet het geval omdat het groeit langs bijvoorbeeld de startbanen van Schiphol of op braakliggend terrein,” vertelt Roy verder.
“Daarnaast houdt het een aanzienlijk deel van CO2 vast in het gewas, wel vier keer meer dan een vergelijkbaar perceel met bomen. Als het voldoende gegroeid is, kunnen we het makkelijk ‘oogsten’ voor de verwerking tot pulp. Daarnaast groeit het Olifantsgras zonder bestrijdingsmiddelen, irrigatie of mest."
Meer toepassingen voor het Olifantsgras
Niet snel vergissen
Een punt van kritiek op verpakkingen die uit andere materialen dan karton is dat ze nauwelijks makkelijk te scheiden zijn door de consument en dat ze in de verkeerde bak terecht komen. “In dit geval mag het Olifantsgras bij het oud papier en ik geloof niet dat de consument zich daarin zo snel kan vergissen,” vertelt Roy.
De eerste bakjes van Olifantsgras verschijnen in mei 2020 op de Nederlandse markt. Er is al een samenwerking met Valstar Holland uit Poeldijk voor deze kartonnen bakjes. “Als bedrijf zijn we altijd op zoek naar innovatieve verpakkingen en duurzame oplossingen. We zijn daarnaast in gesprek met nog meer geïnteresseerde partijen over eventuele mogelijkheden van deze verpakkingen.”
100% gecomposteerd
Olifantsgras is overigens niet het enige materiaal waarop Argos zich inzet. “We kijken ook naar andere alternatieve materialen voor ‘normaal’ karton zoals karton van landbouwafval wat hier ook geschikt voor is. Andere vormen van verpakkingsmaterialen zijn nog bio-kunststoffen, pulp en hout. Voor de bio-plastics zijn we aan het onderzoeken in samenwerking met de Wageningen University & Research of ze makkelijk afbreekbaar zijn. Het blijkt dat ze 100% gecomposteerd kunnen worden, zowel de zakjes als de folies die we gebruiken als alternatief.”
Roy van den Heuvel van Argos presenteerde de tomatenbakjes op de beurs in Berlijn
Dynamiek in de branche
De focus van de verpakkingsindustrie ligt duidelijk op duurzaamheid en recycling. “Wat dat betreft, is onze branche erg dynamisch als het aankomt op trends. Ruim tien jaar geleden, in 2009 net na de crisis, zagen we een toenemende vraag naar goedkopere verpakkingen. De focus ging daarna naar communicatie en uitstraling van de verpakkingen en nu naar duurzaamheid.”
Toch blijft volgens Roy een verpakking altijd wel noodzakelijk. Verpakking zorgen ook voor een langere ‘Self life’ van groenten of fruit en dat is ook een voor van duurzaamheid. Het mooie van een verpakking is dat het altijd nodig is. “Ik kan niets bedenken wat niet verpakt zou moeten worden”.
Dus kan je maar beter zorgen dat die goed is. Zelfs onverpakte AGF-producten moet ook in een kist naar de winkel toe. Het is voor ons zoeken naar het juiste materiaal dat zorgt voor voldoende houdbaarheid, de juiste uitstraling heeft en herbruikbaar is. De dynamiek in de branche maakt het werk daarin uitdagend maar ook leuk. Onze nieuwe verpakkingen met Olifantsgras kunnen daar zeker een bijdrage aan leveren.”
Dit artikel verscheen eerder in editie 2, 34e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.
