Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Syngenta opent nieuw Zaadtechnologiecentrum en Backcross Factory in Enkhuizen

"Het inkruisen van genen in ouderlijnen wordt straks met een factor 2 versneld"

Tholen - “We zetten onszelf als Europa buitenspel, moderne veredelingstechnieken worden toch wel toegepast in andere gebieden van de wereld,” zegt Arend Schot van Syngenta. “Ik neem aan dat dit soort technologieën op langere termijn wel wordt toegelaten in Europa, maar dan liggen we al zo ver achter.”

Arend heeft het hier over technologieën als CRISPR, welke gebruikt kunnen worden voor het aanbrengen van precieze veranderingen in planten om zo betere nieuwe rassen te maken. Omdat dit soort technieken niet toegestaan zijn binnen de Europese Unie, moeten veredelaars binnen Europa andere mogelijkheden zoeken om bijvoorbeeld snelle resistentie te kweken voor bepaalde opkomende ziektes.

Dit is de reden dat Syngenta hun nieuwe Zaadtechnologiecentrum en Backcross Factory opent in Enkhuizen op 23 September. “Ons Zaadtechnologiecentrum is state-of-the art qua technologie,” zegt Arend. “Het gaat in feite over het heel snel toepassen van technologie en gebruik maken van wat er is aan technologie voor veredeling, maar wel op een conventionele manier. De bedoeling is om het proces van traditionele veredeling te versnellen.”

De backcross factory in het midden van de foto op de site Enkhuizen

Zaadtechnologiecentrum
Het zaadtechnologiecentrum is een superuniforme omgeving die het mogelijk maakt om zoveel mogelijk genetische verschillen te kunnen onderzoeken. “Het centrum maakt het mogelijk om omgevingsverschillen uit de schakelen of te beïnvloeden dankzij de uniforme aanpasbare omgevingen,” zegt Arend. “Dit zorgt er voor dat je kunt zien binnen welke genetische lijnen een bepaalde plant bepaalde resistentie of eigenschappen heeft.”

De faciliteit maakt gebruik van het nieuwste van het nieuwste om veel verschillende onderzoeken mogelijk te maken. “Het laboratorium is in principe een enorm hightech indoor farm, binnen het lab is het ook mogelijk om het klimaat – belichting, temperatuur, luchtvochtigheid, daglengte – aan te passen,” zegt Arend. “Ook kunnen we in uniforme en afgesloten omgevingen insecten en ziektes loslaten op de planten zonder gevaar van besmetting in andere omgevingen. Al deze technologie zorgt er voor dat we de correlatie tussen een bepaalde resistentie en de genetische informatie gemakkelijker kunnen vinden. Deze genen kunnen vervolgens sneller ingekruist worden in geschikte lijnen, om zo bijvoorbeeld snel een nieuw koolras tegen knolvoet op de markt te brengen.”

Volgens Arend is het doel van het centrum om zo veel mogelijk nuttige eigenschappen in een ras onder te brengen, kruisingen maken en dat proces te versnellen.

Corridor met klimaatcellen in het technologiecentrum

Backcross Factory
De backcross factory heeft als doel om de genen welke mede in het zaadtechnologiecentrum ontdekt zijn zo snel mogelijk in uniforme ouderlijnen te kruisen. “In de backcross factory kunnen we straks een aantal generaties per jaar doen,” zegt Arend. “Toen ik van de landbouwschool kwam, duurde het 15 jaar om een ras naar de markt te brengen. Nu, met deze backcross factory wordt een proces van 15 jaar teruggebracht naar een jaar of 2 10, het inkruisen van de genen in de ouderlijnen wordt met een factor 2 versneld, wat normaal 6 jaar duurde is nu in de backcross factory terug gebracht naar 3 jaar. Dat in combinatie met het zaadtechnologiecentrum zorgt er voor dat je in een zeer korte periode veel nieuwe eigenschappen in een plant kunt kruisen.”

Jan Bruin observaties aan het maken in een ziektetoets in een klimaatcel

Duurzaamheid
Deze nieuwe faciliteiten, het zaadtechnologiecentrum en de backcross factory, zijn voor Syngenta stappen in de richting van duurzaamheid. “We willen juist onze verantwoordelijkheid nemen om duurzame oplossingen te bieden die steeds complexer worden, dit nieuwe centrum sluit voor ons daar perfect op aan,” zegt Arend. “Welke technologieën we als bedrijf ook gebruiken – of dat nu gewasbescherming, veredeling, of data is – de doelstelling is duurzaam.”

Duurzaamheid voor business is een sterke focus voor Syngenta in deze nieuwe faciliteiten. “We kijken welke genen we het best kunnen inbrengen voor sustainability op lange termijn,” zegt Arend. “We zijn op zoek naar mogelijkheden om voedselverspilling te verminderen, door te kijken of het mogelijk is om er voor te zorgen dat er minder productie verloren gaat tijdens de teelt en te zorgen voor betere houdbaarheid van gewassen. Ook zijn we van plan om te kijken hoe bepaalde rassen en gewas met de klimaatverandering omgaan. Denk dan aan bijvoorbeeld aan hitte tolerante ijsbergsla en witte kool die goed tegen droogte kan. En wat te denken van verminderde input van bemestingsstoffen en dat het gewas toch beter groeit.”

Sluis tussen 2 zones in het technologiecentrum

Naast het veredelen van gewassen om verspilling in het algemeen te verminderen is Syngenta uiteraard ook druk bezig met ziektes die de kop op doen. “Het is ook belangrijk voor ons om te resistentie van planten te verhogen, want de ziektedruk neemt toe,” zegt Arend. “Kijk bijvoorbeeld naar de opkomst van ToBRFV, of naar andere ziektes in de cucurbita en de paprika. Het mooie aan deze nieuwe faciliteiten is dat als we eenmaal die resistentie hebben we ze vrij makkelijk kunnen inbrengen in ons portfolio.”

Arbeid
Volgens Arend is Syngenta ook op zoek naar het veredelen van producten om arbeidsbehoefte te verminderen. “Als we praten over schaarste worden van input is arbeid misschien wel de grootste en duurste voor kwekers,” zegt hij. “De oplossing hier voor is uiteraard niet ongebreideld mensen goedkoop inhuren, maar er moet een stuk automatisering komen.”

Ziektetoets op tafels in de kas in het technologiecentrum

Hij vertelt verder: “We zijn veel bezig met het kijken naar mogelijkheden voor automatisering voor buitengewassen. Bijvoorbeeld een mechanische schoning van spruiten of bloemkool die ook in de zon wit blijft en dus niet hoeft afgedekt te worden. Dat scheelt veel arbeidsuren. Overigens zijn deze oplossingen al te zien op onze Fields of Innovations.

Voor vruchtgewassen zijn we nog niet zo ver. Dat duurt dat nog even. Het kan zo zijn dat we met genetica in combinatie met robotica tot een oplossing komen, door bijvoorbeeld een paprika die minder breekbaar is te kweken zodat een robot hem wellicht makkelijker kan oogsten zonder de plant te breken. Het is dus nog lastig om te definiëren wat nodig is aan de hand van planttype, en wat voor technologie er komt. Dit is een vraag die in de komende tien jaar uitgewerkt moet worden.”

Arend geeft ook aan dat wanneer de arbeidsvraag beter is opgelost, de kwestie van locatie ook minder een probleem zal vormen. “Dan zou zelfs Nederland voor een aantal gewassen een prima plaats worden om te telen,” zegt hij. “Nederland is immers een goede plaats voor handel in AGF, maar arbeidskracht is erg duur. Daarom dat we hier ook de nieuwe faciliteiten neerzetten, korte contacten binnen de hele keten. Neem als voorbeeld de Fruit Logistica: daar was duidelijk veel Nederlandse invloed. Daar bovenop is er steun vanuit de overheid voor deze sector, en ook vanuit de wetenschap met Wageningen.”

Minder gewasbescherming
Gewasbescherming is altijd een belangrijke focus geweest voor Syngenta, maar steeds meer kwekers stappen af van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in reactie op de eis van consumenten. “Veel consumenten en kwekers willen graag van gewasbeschermingsmiddelen af, dus dat vergt een andere aanpak,” zegt Arend. “In plaats van de vector – de insecten die de ziekte verspreiden – aan te pakken met gewasbescherming is het nu de bedoeling de resistentie in de planten in te brengen."

Ook is Syngenta op zoek naar andere manier om hun klanten te helpen om producten te maken die goed aansluiten bij de markt. “We zijn ook bezig met digitaal en farm management op te bouwen,” zegt Arend. Toch blijven gewasbeschermingsmiddelen nog wel belangrijk bij Syngenta. 

Indoor
De groeiende markt van indoor teelt is volgens Arend een belangrijke kans, maar niet een die in het specifiek veel aandacht vereist van veredelaars. “Wereldwijd wordt er steeds meer indoor geteeld omdat telers het klimaat willen kunnen beheersen en meer controle willen over de gezondheid van het gewas,” zegt hij. “Deze enorme investeringen zorgen er voor dat grote segmenten van de markt steeds uniformer worden. We zien dus dat rassen die we ontwikkelen voor een bepaald gebied ook in andere gebieden gebruikt worden. Dus we telen niet specifiek de rassen voor indoor, daarin zijn we meer reactief.”

Ziektetoets op tafels in een klimaatcel in het technologiecentrum

Nederlandse trots
Nederland is een leidende factor in de tuinbouw wereldwijd, en Arend vindt dat we daar best trots op mogen zijn. “Ik ben super trots, niet alleen op Syngenta, maar ik ben ook trots op Enza, Rijk Zwaan en Bejo,” zegt hij. “Het zijn stuk voor stuk mooie bedrijven waar mensen graag voor werken. De wereld kijkt nog altijd naar Enkhuizen voor ontwikkelingen binnen de sector. Natuurlijk concurreren we, maar uiteindelijk zijn we samen bezig met de race van technologie om klanten te helpen. Nederland mag hier trots op zijn.”

Technische details
Het zaadtechnologiecentrum is gebouwd als kas, maar is verdeeld in verschillende teeltafdelingen waarbij het glas in de top niet eens glas is. “Deze afdelingen zijn arbeid technisch zo makkelijk mogelijk gehouden,” zegt Arend. “Het moet in de verschillende zones onmogelijk zijn voor crossbesmetting om plaats te vinden, en het moet mogelijk zijn om goed te ontsmetten, zodat je donorplanten zo schoon mogelijk kunt opkweken.”

“Iedere van deze zones heeft zo zijn eigen specifieke doel,” gaat Arend verder. “Er is een zone voor pathologie, waar ziekte en besmettingsproeven in verschillende klimaatomstandigheden kunnen worden uitgevoerd. Er is ook een zone voor entomologie, waar insectenkweek en besmettingsproeven kunnen worden uitgevoerd. Er is ook een zone voor celbiologie, waar schone donor planten opgekweekt worden.”

Deze stabiele en uniforme omgeving brengt natuurlijk mogelijkheden met zich mee. “We kunnen jaarrond draaien, want we kunnen altijd hetzelfde klimaat verzorgen,” zegt Arend. “Dit betekent ook dat de resultaten compleet uniform zijn en die consistentie is belangrijk voor dit soort onderzoek.”

Automatisering is ook een belangrijke stap voor het versnellen van het proces. “Alles binnen de onderzoekscentra is geautomatiseerd, waaronder de watergift en bemesting met alle mogelijke stoffen,” zegt Arend. “Ook wordt alles gedaan met verrijdbare tafels, deze maken het makkelijker om dingen te verplaatsen, maar ook wordt het werk in het algemeen en ook het ontsmetten makkelijker.”

Voor meer informatie:
Syngenta
www.syngenta.nl

Arend Schot
arend.schot@syngenta.com