Tijdens de bijeenkomst van de contactgroep voor tomaten is er gesproken over de situaties aangaande het New Delhi virus, de tomaatmineermot en ToBRFV. Op 4 en 5 april 2019 kwam de groep bijeen in het Siciliaanse Ragusa.
Guido Grasso van Confagricoltura illustreerde kort de geschiedenis van elke ziekteverwekker en benadrukte hoe ToBRFV gemakkelijk kan worden overgedragen via contact maar ook via zaad en hoe residuen voor een lange tijd geïnfecteerd blijven.
Van links naar rechts: Firrincieli, Cherubini, Grasso, Celestre en Cunsolo
"ToBRFV kan tomatenplanten besmetten die genetisch resistent zijn tegen het Tomato Mosaic Virus, wat betekent dat het bijzonder gevaarlijk is voor tomatengewassen. Korte cycli worden aanbevolen om het virus effectiever te bestrijden." Marta Fiordalisi was ook aanwezig namens Confagricoltura en Gianfranco Cunsolo vertegenwoordigde Coldiretti.
De Spaanse delegatie legde uit dat dit virus nog niet is ontdekt in Spanje, hoewel de tomaatmineermot nog steeds voorkomt in Almeria en Murcia. Geïntegreerde controletechnieken worden toegepast om het probleem aan te pakken.
De Franse delegatie rapporteerde hoe het virus een aantal Europese landen treft, maar dat het in Frankrijk nog niet is waargenomen. Het tegengaan van de verspreiding ervan zou kunnen worden bereikt met het behandelen van zaden met chloor en het gebruik van het GSPP-protocol.
Beleid harmoniseren
Salvatore dell'Arte van Alleanza Cooperative Italiane besprak de noodzaak om het gebruik van fytosanitaire producten in Europa te harmoniseren via een specifiek protocol. "De Euro-Marokkaanse overeenkomsten moeten ook met dit doel worden herzien, omdat sommige landen oplossingen gebruiken die hier verboden zijn."
Elena Albertini en Carmelo Criscione van Alleanza Cooperative Italiane waren ook aanwezig.
Franco Celestre, vicevoorzitter van de Federazione degli Ordini dei dottori Agronomi e Forestali della Sicilia zei het volgende: "Om de verspreiding van nieuwe pathogenen op het Europese grondgebied te beperken, zou het nuttig zijn om gebruik te maken van gecertificeerd uitgangsmateriaal en resistente genotypen. Daarnaast zouden uitbraken onmiddellijk moeten worden aangepakt en agronomische werkwijzen en procedures zouden moeten worden toegepast om de verspreiding van het virus te voorkomen."
"Het is belangrijk om het gebruik van bestrijdingsmiddelen binnen de EU te harmoniseren, omdat het leidt tot oneerlijke concurrentie als het gaat om kosten en opbrengsten. Daarnaast is het enerzijds moeilijk om grenzen te openen en anderzijds is het niet mogelijk om te exporteren vanwege de gezondheidsbeperkingen die ons worden opgelegd," verklaarde Massimo Pavan, hoofd van de Italiaanse delegatie.
De Spaanse delegatie benadrukte dat "de voorschriften inzake gewasbestrijdingsmiddelen voor Noord- en Zuid-Europa uiteenlopend zijn. Maar de ongelijkheid tussen landen is ook en vooral te wijten aan de vele actieve principes die lang geleden en alleen in sommige landen zijn toegestaan. Er is een verordening over de wederkerigheid tussen landen die het gebruik van in het buitenland geregistreerde bestrijdingsmiddelen mogelijk zou maken, maar de bureaucratie en beperkte tijdschema's frustreren alle pogingen. Een verordening die de toegang tot de EU van niet-conforme gewassen verbiedt, zou in december 2019 in werking moeten treden."
De Franse delegatie sprak over een groeiend bewustzijn bij de consument. Het doel is steeds meer nul residu. Bovendien verkrijgen Franse telers vrijwillige certificeringen die consumenten geruststellen met betrekking tot het gebruik van bestrijdingsmiddelen
Roberto Cherubini stelde de aanwezigen gerust door te melden dat de contactgroep ook de ministeries van Landbouw van de drie betrokken landen erbij betrekt.
De volgende bijeenkomst vindt plaats in 2020 in Frankrijk.