Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Wees alert op plagen in paprikateelt"

Door de warme periode in februari ontwaakte de natuur vroeg dit jaar. Dat geldt ook voor de plagen in de paprikateelt. Door nauwkeurig te scouten en tijdig biologische bestrijders in te zetten, kan de teler trips, luis en spint goed onder controle houden, vertelt Biobest-adviseur Bart Elseviers.

Bart geeft aan dat de meeste paprikatelers bij de start van de teelt Swirskii-Breeding-System en Amblyseius-Breeding-System hebben ingezet. “De roofmijten eten tripslarven en houden de populatie laag. Nu de dagen lengen, neemt de tripsdruk snel toe. Al vanaf week 6 is het goed om wekelijks Orius-System daarbij in te zetten; bij hoge druk tussen 5 tot 7 stuks per vierkante meter. Orius verorbert alle stadia van trips en is na 1,5 tot 2 maanden op volle sterkte.”

Orius-System tot in najaar actief
Het is belangrijk dat de roofwants Orius-System zijn nuttige werk zo lang mogelijk kan doen, ook in het najaar. Anders kunnen tripspoppen overwinteren en in het nieuwe seizoen direct zorgen voor problemen. “Orius is een zeer effectieve roofwants. Hij overleeft echter geen chemische bestrijding tegen schadelijke wantsen en cicaden, die telers vaak in het najaar uitvoeren. Het is beter om die bestrijding niet of zo laat mogelijk uit te voeren”, adviseert Bart.

Mix van bestrijders tegen bladluis
Bladluis is de tweede vervelende plaag in paprika’s. Biologische bestrijders kunnen chemie uitstekend aanvullen, aldus Bart. “Resistentie van chemische luismiddelen wordt een steeds groter probleem. De combinatie van de sluipwesp Aphidius-System en de galmug Aphidoletes-System is een effectieve aanvulling. Aphidius-System zoekt de eerste bladluizen op, Aphidoletes-System pakt plaatselijke haarden aan. Een dosering van de galmug van 5 tot 10 stuks/m2 op hotspots is ons advies. We hebben nog meer goede luisbestrijders, zoals de gaasvlieg Chrysopa-System. Die is juist actief bij lage etmaaltemperaturen aan het begin van het seizoen.”

Goede resultaten volledig biologisch
Ook met de volledige biologische bestrijding van bladluis ziet de Biobest-adviseur telers goede resultaten boeken. “Toch is het wennen voor telers die eerst - deels - voor chemie kozen. Een bladluis is levendbarend en ontwikkelt zich daardoor explosief, vooral in het voor- en najaar. De natuurlijke vijanden moeten de tijd hebben om hun werk te doen. Het duurt even tot het kantelmoment komt. Dan nemen zij het over en zijn ze met zoveel, dat bladluis geen enkele kans meer heeft.”

Spint aanpakken
De derde lastige plaag is spint. Bart: “Normaal gesproken neemt de druk eind maart of begin april toe, maar door het vroege warme weer kan dat eerder zijn. De vraatzuchtige roofmijt Phytoseiulus-System is een bijzonder effectieve bestrijder. Hoe eerder de teler spint scout, hoe beter het is. Dat geldt natuurlijk voor alle plagen. Zeker bij oplopende temperaturen is het belangrijk om goed op te letten.”

Voor meer informatie:
Biobest Group
www.biobestgroup.com
info@biobestgroup.com

Publicatiedatum: