Zembla over hormoonverstorende AGF
Dagelijkse producten
Hormoonverstorende stoffen zitten in onze dagelijkse producten zoals plastic verpakkingsmateriaal, bespoten groente en fruit, blik of cosmetica. Onder leiding van de Amerikaanse kinderarts L. Trasande hebben internationale wetenschappers en artsen onderzocht welk aandeel hormoonverstorende stoffen zoals bisphenol A, bepaalde beschermingsmiddelen, weekmakers en vlamvertragers hebben in het ontstaan van ziektes. Volgens Trasande is er in Nederland per jaar sprake van 280 extra gevallen van zaadbalkanker door blootstelling aan vlamvertragers, schrijft hij 7000 sterfgevallen van mannen tussen 55-64 jarige toe aan weekmakers en worden 1500 gevallen van obesitas bij kinderen in verband gebracht met de blootstelling aan bisphenol A. Op basis van deze gegevens hebben de wetenschappers schattingen gemaakt hoe hoog de kosten zijn voor de behandeling van deze aandoeningen en de inkomstenderving voor de samenleving. Trasande benadrukt dat de totale zorgkosten waarschijnlijk hoger liggen: 'We hebben naar minder dan 5% van deze chemische stoffen gekeken. Dus het is een lage schatting.'
Ook M. Van den Berg, hoogleraar toxicologie aan de Universiteit van Utrecht, publiceert vandaag een rapport waarin hij de kosten van vlamvertragers en bepaalde beschermingsmiddelen voor de Nederlandse samenleving berekent. Met een andere rekenmethode komt professor Van den Berg tot dezelfde conclusies: 'Hier praten we echt over honderden miljoenen tot miljarden schade.' Het totaalbedrag van Trasande ligt hoger omdat in zijn berekening meer stoffen zijn meegenomen. De kosten voor de onderzochte vlamvertragers en beschermingsmiddelen liggen in dezelfde orde van grootte, aldus Van den Berg.
Minister E. Schippers van Volksgezondheid laat in een schriftelijke reactie weten dat ze het interessant en relevant onderzoek vindt. Maar 'gezien alle onzekerheden rondom de mate waarin welke stoffen eventueel wel of niet schadelijk zijn, is het nog te vroeg om hier concrete conclusies aan te verbinden,' aldus de minister.
Tegenoffensief bezorgde wetenschappers
In februari 2015 berekende Trasande al dat de Europese Unie per jaar € 157 miljard aan zorgkosten en inkomstenderving kwijt is door blootstelling aan hormoonverstorende stoffen. De berekeningen zijn een tegenoffensief van bezorgde wetenschappers vanwege het uitblijven van Europese wetgeving over deze stoffen. Professor J. Legler, toxicoloog aan de Vrije Universiteit Amsterdam en verbonden aan het onderzoek van Trasande, zegt dat de zorgkosten voor de samenleving in de discussie onderbelicht zijn: 'We proberen een prijskaartje aan de andere kant te hangen. Inderdaad, het kost economisch wat om de stoffen van de markt te halen, maar het kost ons als maatschappij ook iets om blootgesteld te zijn aan deze stoffen.' Volgens de wetenschappers moet de politiek nu actie ondernemen: 'We kunnen niet wachten totdat we alle oorzakelijke verbanden hebben opgelost want dan is de patiënt misschien al dood.' zegt professor A. Kortenkamp, hoogleraar toxicologie aan de Brunel Universiteit in Londen. In 2012 heeft Kortenkamp een belangrijk rapport opgesteld voor de Europese Commissie, hoe je deze stoffen kunt reguleren.
Geen regelgeving
Al jaren is de Europese Commissie bezig om criteria te ontwikkelen waarmee hormoonverstorende stoffen gedefinieerd en uiteindelijk gereguleerd kunnen worden. In de uitzending van ZEMBLA blijkt dat de lobby van de industrie het proces succesvol heeft weten te vertragen. De Europese Commissie was wettelijk verplicht voor eind 2013 met criteria te komen. Tot op heden is dat niet gebeurd. De Nederlandse overheid heeft tot nu toe geen maatregelen genomen om hormoonverstorende stoffen te reguleren. Ze wacht op nieuwe wetgeving uit Brussel.
ZEMBLA: 'Hormoonverstoorders', woensdag 10 juni 2015 om 20.25 uur bij de VARA op NPO 2.
Samenstelling: Nicolien Herblot.
Research: Annette Schätzle.
Eindredactie: Manon Blaas.