Om 'verborgen honger' te bestrijden werken onderzoekers van Wageningen UR steeds vaker samen met Nederlandse bedrijven om aanbod en consumptie van groenten in Afrika en Azië te vergroten. In Indonesië trekken Wageningse onderzoekers al jarenlang samen op met lokale onderzoekers en Nederlandse groentezaadveredelaars zoals East-West Seed. Het land produceert onvoldoende groente om de hele bevolking te voorzien van een evenwichtig dieet.
Vorig jaar ging met steun van de Nederlandse ambassade in Jakarta vegIMPACT van start. Het programma gaat 10.000 kleine boeren trainen in het duurzaam telen van groenten, en wil betere marktkansen voor hen creëren. Simpele ingrepen als een efficiënter gebruik van beschermingsmiddelen en kunstmest kunnen al snel leiden tot een 50 procent hoger inkomen.
In Afrika loopt het programma Seeds of Expertise for the Vegetable Industry in Africa, voor de helft gefinancierd door de ondernemingen Rijk Zwaan en East-West Seed. De Nederlandse overheid betaalt de andere helft. De zaadbedrijven werken aan verbeterde variëteiten van lokale groenten en meer ziekteresistentie. 'Als onderzoekers hebben we veel ervaring met het verbeteren van de groenteproductie in landen als Tanzania en Ethiopië', zegt Arij Everaarts, tot zijn recente pensionering jarenlang als groentespecialist werkzaam bij Wageningen UR. 'We faciliteren de bedrijven, zijn kennismakelaar en trainen product managers en boeren.'
200 gram per dag het absolute minimum
Vooral in Sub-Sahara Afrika is de verborgen honger alarmerend hoog, zo blijkt uit recent onderzoek. De gemiddelde Afrikaan krijgt dagelijks hoogstens 100 gram aan groenten en fruit binnen, waar 200 gram als het absolute minimum geldt.Verborgen honger is te bestrijden door aanvullingen op het dieet in de vorm van losse supplementen van vitaminen en mineralen. Ook het verbeteren van voedsel is een optie, zoals via veredeling toevoegen van vitamine A aan zoete aardappels. De Wageningse onderzoekers richten zich vooral op de praktische aanpak om mensen meer groente te laten eten. Daartoe moet niet alleen het aanbod verbeteren, maar mensen moeten zich de aanschaf ook kunnen veroorloven. Vooral in Afrika is er bovendien de uitdaging hen te overtuigen van het belang van groenten in het dagelijks menu.
Groenteteelt aantrekkelijker maken
Tijdens het mini-symposium in Lelystad kwamen verschillende opties aan bod om de groenteconsumptie aantrekkelijker te maken. Betaalbaarheid is een belangrijk criterium. Zo zijn tomaten, geliefd in het Afrikaanse menu, voor veel mensen te duur. Een goedkoper alternatief zijn bladgroenten. Minstens zo gezond, en gemakkelijker te telen. Interessant voor de armste groepen is de bag production. Grote plastic zakken worden gevuld met aarde of compost. Uit gaten aan de zijkanten kunnen snelgroeiende bladgewassen groeien. 'Een geweldige innovatie', zegt Everaarts, 'die groenteteelt op een klein oppervlakte mogelijk maakt, ook in de sloppenwijken.'Bedrijven kunnen op deze 'base of the pyramid' markt inspelen door hun aanbod aan te passen. Zo kunnen ze verbeterde zaadvariëteiten ook in kleine zakjes met niet meer dan 10 zaadjes per groentesoort aanbieden. 'Vanuit voedingsoogpunt van groot belang, en bedrijven kunnen toch winst maken door de grote omzet. Dat dit werkt bewijst een bedrijf als Unilever al tientallen jaren, met z'n shampoo-verpakkingen voor één keer haar wassen.' Everaarts ziet de belangstelling bij zaadbedrijven groeien voor dit soort vernieuwende benaderingen. Zo stimuleert East-West Seed de waardering voor groenten bij jongeren door schooltuinen te sponsoren. 'Vooral in Azië. Maar in Afrika kan dit net zo goed.'
Werkgelegenheid en hogere inkomens
Naast deze vernieuwende aanpak blijft meer productie per oppervlakte essentieel. Verbeterde productietechnieken en betere rassen gaan daarbij hand in hand. In Azië wordt groenteteelt vaak afgewisseld met rijstproductie. Een vierjarig programma in de Red River Delta, Vietnam, liet zien welke groentecombinaties ook het jaar rond kunnen worden geteeld. Dezelfde aanpak wordt nu op Java uitgetest. Everaarts: 'Dit sluit aan bij het overheidsbeleid om het platteland aantrekkelijker te maken en de trek naar de stad af te remmen. Permanente groenteteelt is niet alleen goed voor de gezondheid, maar zorgt ook voor werkgelegenheid en hogere inkomens.'Bron: WageningenUR