Lukt het ouders om hun kinderen spelenderwijs nieuwe soorten groenten en fruit te laten eten? Die vraag staat centraal in een studie naar ervaringen met de 'nijntje eet de regenboog' methode. Onderzoekers van Wageningen University & Research ontwikkelden deze kleurrijke aanpak in samenwerking met Mercis, het rechtenbureau en de uitgever van de boeken van Dick Bruna.
De onderzoekers toetsen in de studie de ervaringen van ouders met de methode wanneer zij deze thuis gebruiken. Is deze goed toe te passen in het dagelijks leven en hoe effectief is deze voor hun kind? De onderzoekers testten 'nijntje eet de regenboog' eerder in klassen op verschillende basisscholen en die resultaten waren veelbelovend.
Onvoldoende groenten en fruit
Groenten en fruit zijn enorm belangrijk voor de gezondheid van een kind en leggen de basis voor een gezond eetpatroon later. Toch eten veel kinderen in Nederland nog steeds onvoldoende groente en fruit. Ongeveer 95 procent van de kinderen van 4 tot 11 jaar voldoet niet aan de aanbevelingen voor de dagelijkse hoeveelheid groente. Zij eten gemiddeld minder dan de helft hiervan. Slechts 2 op de 5 haalt de aanbevelingen voor zowel fruit- als groente-inname (125-175 gram groente per dag en 1.5 stuks fruit voor kinderen van 4-8 jaar).
Een gezond eetpatroon voorkomt veel gewichts- en (latere) gezondheidsproblemen bij kinderen. In 2018 tot en met 2021 had 12 procent van de kinderen van 2 tot 12 jaar overgewicht en 3 procent ernstig overgewicht (obesitas).
Over het onderzoek
Iedere keer dat een kind een bepaalde kleur groenten of fruit eet, mag er een sticker in die kleur op een poster worden geplakt. Op deze manier eet het kind alle kleuren van de regenboog, net als nijntje.
Er zijn speciale 'nijntje eet de regenboog' stickers om op de bijpassende poster te plakken. Tussen 11 en 23 maart 2024 zijn deze stickers gratis op te halen bij Bruna of ReadShop winkels (op=op). Download de 'nijntje eet de regenboog' via de button op deze pagina. Ouders of verzorgers kunnen vervolgens de vragenlijst invullen en daarmee deelnemen aan het onderzoek.
Bron: WUR