Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Tomatenvirus ToBRFV heeft sector onherkenbaar veranderd"

Tholen - ToBRFV heeft de tomatensector wereldwijd op zijn kop gezet. Het virus is ongevaarlijk voor mensen, maar kan veel schade veroorzaken aan de teelt. Het is bovendien zeer besmettelijk en kan lang overleven. Terwijl de sector leert om te gaan met het virus, bekijken de veredelaars het ook in breder perspectief: dit is niet het laatste virus waarmee de sector te maken krijgt. Welke lessen nemen zij mee naar de toekomst? Jan Barten, strategisch projectleider ToBRFV bij Bayer Crop Science, waar veredelingsbedrijf De Ruiter onderdeel van is, praat ons bij.


Jan Barten

Tien jaar
ToBRFV staat voor Tomato Brown Rugose Fruit Virus en waart inmiddels al tien jaar rond in de tomatensector. In 2014 werden er voor het eerst meldingen van gedaan in het Midden-Oosten: Jordanië en Israël. "Daarna is het een paar jaar sluimerend aanwezig geweest, zonder dat we ons echt bewust waren van het potentiële gevaar," reconstrueert Jan. "Vanaf 2018 is het zich snel gaan verspreiden naar andere markten toe: Mexico en Duitsland."

Mechanische overdracht
Dat het virus zich wereldwijd heeft kunnen verspreiden, heeft volgens hem meerdere oorzaken. "In het Midden-Oosten kozen telers de eerste jaren voor rassen waarvan de vruchten weinig symptomen vertoonden en zijn ze gaan werken met groeikrachtige onderstammen. Ze vonden een manier om met het virus te leven. De besmette vruchten zijn vervolgens Europa rondgegaan. We denken dat mede daardoor het virus snel is verspreid." Daaraan draagt ook bij dat het virus zeer stabiel is. "In organisch materiaal, in de bodem bijvoorbeeld, kan het jaren levend aanwezig zijn, maar ook op anorganisch materiaal blijft het stabiel. Het kan maanden op een oppervlak zitten en nog steeds infectieus zijn. Een deurklink, een computer, een mobiele telefoon, maar ook een oogstkar. De mechanische overdracht is bovendien erg efficiënt en zo verspreidt het zich zeer makkelijk."

Grote paniek
Dit alles was in die jaren nog niet bekend. Wel kregen steeds meer telers te maken met het mysterieuze en bijzonder hardnekkige virus. Het resulteerde in grote paniek in de tomatensector. In november 2019 kreeg ToBRFV in Europa de Q-status. Dat betekent dat telers een uitbraak verplicht moeten melden en strenge maatregelen moeten nemen om verspreiding tegen te gaan. Het mocht niet meer baten. "Uiteindelijk is de hele glastuinbouw erdoor geraakt: een groot percentage van het areaal heeft het virus gekregen." Tomatentelers kozen voor andere rassen of kozen ervoor komkommers te telen.

Groot aandeel
In de aanpak van ToBRFV werd al snel gekeken naar de veredelaars. Ook voor hen was het een grote bedreiging. "Het virus bleek veel gevaarlijker dan in eerste instantie gedacht en had veel meer impact. Met De Ruiter hebben we bovendien een groot aandeel in de tomatenmarkt, en ook dat zagen we gevaar lopen."

Wilde tomatensoorten
Het bedrijf besloot breed in te zetten op kennisdeling, om telers bij te spijkeren over het virus en de te nemen fytosanitaire maatregelen. Wat de veredeling betreft, ontwikkelde Bayer een tweesporenstrategie. Voor de langere termijn is een grootschalige zoektocht gestart naar meer resistentiegenen. "Er zijn wilde tomatensoorten: met groene, of kleine vruchten, of zelfs geheel zonder. Die zijn verwant aan de tomaat en kunnen over resistente genen beschikken. Om die in te kruisen in ons commerciële assortiment, is een langdurig en ingewikkeld proces. Daarvan zullen de resultaten de komende jaren verschijnen."

Hoog resistentieniveau
Dat er nu al veel resistente rassen beschikbaar zijn, komt bij Bayer voort uit de kortetermijnstrategie. Hier werd gewerkt met resistente genen die al aanwezig waren in rassen met enige cultuurwaarde, maar niet geschikt voor de glastuinbouw. Door die genen samen te brengen in de juiste genetische achtergrond, is een hoog resistentieniveau ontwikkeld. "Daardoor denken we het acute probleem in de sector redelijk snel op te kunnen lossen."

Meest complexe situatie
Nu klinkt dat eenvoudig, maar dat was het niet. Sterker nog: Jan, met meer dan 30 jaar ervaring in de veredeling, noemt de uitbraak de meest complexe situatie die hij heeft meegemaakt in tomatenziektes. Daar zijn meerdere redenen voor. Zo wordt de ernst van de symptomen bij een uitbraak van het virus deels bepaald door de omstandigheden in het gewas. "In een teelt die onder stress staat, zien we veel zwaardere symptomen dan in een vegetatieve teelt." Ook spelen de fytosanitaire maatregelen die genomen zijn in een kas, een grote rol in de ernst van de aantasting. Maar het belangrijkste van alles, is eigenlijk dat de resistentie tegen het virus niet bepaald wordt door een of twee genen, wat bij veel andere virussen het geval is, maar door een veel groter aantal. "Voor de meeste virussen zoek je een resistentie-gen in je genetica. Dat heb je of je hebt het niet. Soms heb je twee genen nodig of is het recessief, waardoor je twee recessieve ouderlijnen nodig hebt. Bij ToBRFV spelen veel meer genen een rol."

Symptomen
Bestudering van het virus leerde de veredelaars dat er zowel blad- als vruchtsymptomen zijn. "Hoe de symptomen tot uiting komen, is afhankelijk van de genen van de plant, en verschillende rassen reageren dus ook anders op het virus. Sommige zijn sterk tegen de bladsymptomen en niet tegen de vruchten en andersom." Dat was eigenlijk ook al zichtbaar bij de initiële uitbraak in het Midden-Oosten, waar telers kozen voor rassen die minder vatbaar leken voor vruchtsymptomen. Maar om een resistentie tegen zo'n virus in te bouwen, is complexe veredeling nodig. "Des te meer genen je moet volgen, des te complexer het is. Daardoor duurt het langer voordat je iets hebt wat op de markt kan komen." Bovendien kan elk ingebracht gen ook weer invloed hebben op andere eigenschappen van het ras. Al met al maakte dit het voor de veredelaars tot een nieuwe situatie. "Meerdere factoren beïnvloeden de ernst van de symptomen, en de resistentie is niet zwart-wit."

Flink geïnvesteerd
Om hier toch grip op te krijgen, heeft Bayer flink geïnvesteerd in onderzoek. Zo is er in Wageningen een kas gebouwd waar de rassen kunstmatig worden besmet. De faciliteit heeft een behoorlijke capaciteit en is geschikt voor een commerciële, lange tomatenteelt, vergelijkbaar met de omstandigheden in glazen kassen. Een lastige klus, want ToBRFV is een quarantaineziekte en de faciliteit moet dus aan strenge eisen voldoen. "Nu kunnen we bijvoorbeeld zien hoe de rassen onder stress reageren op besmetting en kunnen we de effecten op plantniveau en op vruchtniveau bestuderen."

Geen eenvoudig verhaal
Dat betekent niet dat alle Bayer-rassen inmiddels resistent zijn, of dat alle telers met resistente rassen werken. Daarvoor is het nog steeds te complex. "Het zoeken naar de juiste resistenties en de kwaliteit van het ras, is zoeken naar balans. Je wil niet inleveren op opbrengst of smaak." Bovendien stelt het bedrijf hoge eisen. "Omdat het zo'n complex virus is, is er geen sprake van één algemene resistentie. We willen gedetailleerde informatie leveren naar de markt, over in hoeverre de rassen in het geval van zware besmetting mogelijk nog symptomen van het virus kunnen vertonen in gewas en vruchten. Daar doen we veel onderzoek naar." Geen eenvoudig verhaal dus, en dat ziet hij ook terug in de sector. "Je hoort veel over resistente rassen, maar zo eenvoudig is het dus niet. Er is nog geen lijn getrokken in wat resistentie precies betekent, al wordt daar wel aan gewerkt."

Voor Jan is een ding meer dan duidelijk: dit was niet het laatste virus dat de tuinbouw parten gaat spelen. In tomaat, maar ook in andere gewassen. "Virusziektes blijven in de toekomst ook een probleem. Ze lijken ook agressiever te muteren en beter en sneller in staat te zijn om resistenties te doorbreken."

Kennis
Tegelijkertijd is er door de uitbraak enorm veel kennis opgedaan. "Achteraf gezien is het logisch dat ToBRFV zich zo snel verspreidde," verwijst Jan terug naar de stabiliteit en de brede overdrachtsmogelijkheden van het virus. "Daar wisten we toentertijd veel minder van. Door de diverse overdrachtsmanieren van een virus intensiever te bestuderen, kunnen we bij toekomstige virussen veel beter inschatten of het gevaarlijk kan worden. Een virus zo lang laten sluimeren, zonder het te onderzoeken, zal in de toekomst niet gaan gebeuren. We zijn alerter in het identificeren van potentieel gevaarlijke ziektes."

Onherkenbaar veranderd
De virusuitbraak heeft er ook voor gezorgd dat de tomatensector onherkenbaar is veranderd. "Dit was het eerste serieuze geval waar we het belang van fytosanitaire maatregelen zien. Dat zal niet meer weggaan. Geen bezoek in de kassen, handen ontsmetten, geen telefoons," somt hij op als voorbeelden. "Zeker vroeg in de teelt. Sommige van de strengere maatregelen zijn misschien economisch gezien moeilijk te handhaven, maar de basisprincipes blijven zeker wel."

Zekerheid
Ook de visie op en de aanpak van al bekende virussen is aangepast door de opgedane kennis. Jan verwijst naar virus TMV, waar ToBRFV een mutant van is. "Het resistente gen tegen TMV is Tm2-2. Het virus kan zich daardoor niet vermenigvuldigen en de cellen waarin het virus zit, gaan dood. Dit werkt zo goed, dat het eigenlijk in alle tomaten wereldwijd is ingekruist. Maar nu zien we de gevolgen van ToBRFV, die deze resistentie heeft overbrugd. Direct is de hele tomatengenetica vatbaar. Achteraf gezien hadden we misschien niet al onze eieren in één mandje moeten leggen, maar moeten zoeken naar alternatieve genen, die ook resistentie bieden, om meer zekerheid in te bouwen."

Gezamenlijke aanpak
Ook daar zet Bayer nu op in. "De resistentie, die we nu op de markt brengen, heeft een multiple resistance: verschillende genen grijpen op een verschillend moment in. Daardoor is de mogelijkheid dat het virus die genen tegelijkertijd overkomt, veel kleiner. "Naar de toekomst toe moeten we denken aan een gezamenlijke aanpak: intensieve monitoring van potentiële nieuwe ziekten en fytosanitair bewustzijn, samengaand met resistenties bij voorkeur gebaseerd op gestapelde resistentiegenen. Dat zal niet meer weggaan."

Dit artikel verscheen eerder in editie 4, 38e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.