Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

“De crisis heeft ons gemaakt, we zijn er creatief door geworden”

Tholen - Als teler en later eigenaar van een afzet- en veredelingsbedrijf was Jan van Heijningen jarenlang actief in een groot stuk van de keten. Met ingang van 1 januari 2023 is de oprichter van Eminent, het bedrijf dat hij opzette met broer Ted, met pensioen. Jan maakte naam met Eminent met specialty-kasgroenten. Wie kent de Tinkerbell en Tomberry inmiddels niet? Tijd om terug te blikken op een rijke carrière van bijna 40 jaar, waaraan nog niet helemaal een einde komt. Jan gaat als tuinbouwexpert aan de slag bij PUM.

“Als wij paprika’s waren blijven telen zonder grote veranderingen, dan hadden we het niet gered,” zegt Jan ergens halverwege het interview. Daarmee doelt hij op het begin van zijn tuinbouwcarrière, waarin hij zelf teler was, samen met zijn broer. In april 1983 namen zij samen het tuinbouwbedrijf van hun vader over en gaven het de naam De Kombinatie. In de kas aan de Markuslaan in Wateringen werd begonnen met het telen van blokpaprika’s. “Wij zijn jaarrond paprika’s gaan telen. Dat was toen nog een nieuwe teelt. Met de jaren hebben we best wat ‘kleine uitvindinkjes’ gedaan, onder meer met innovatieve teeltwijzen. Zo waren we vroeg met het registreren van plantbelasting en vruchtdunning. Als paprikatelers hebben we gouden jaren meegemaakt.”

Totdat begin jaren negentig de Wasserbombe-crisis uitbrak. In de sector, maar ook daarbuiten, bekend als de tijd waarin er felle kritiek ontstond in Duitsland op wat de consumenten daar ‘te waterige Nederlandse tomaten’ vonden. Heel wat tomatentelers schakelden uit schrik over naar paprika. “Wij hadden toen net de buurman overgenomen en kregen er drie hectare paprika bij. Precies op dat moment kwam de klad erin, terwijl wij best een hoge kostprijs hadden. Mijn broer en ik hebben onszelf toen de vraag gesteld of we mee wilden doen in de race naar een lagere kostprijs of dat we op zoek gingen naar de opvolger van de gewone blokpaprika.”

Dat laatste hebben Jan en Ted gedaan, zoveel mag inmiddels wel duidelijk zijn. Eminent werd immers, na de oprichting in 1998, niet bekend met standaard blokpaprika’s. In 1993 besloten de telers de eerste proefvelden met baby blokpaprika’s uit te zetten. “Ik weet nog dat we in de Gouden Gids op zoek gingen en per fax een brief naar zaadbedrijven hebben gestuurd met de vraag of we voor hen bijzondere rassen konden telen.” Veredelingsbedrijf Bruinsma uit Honselersdijk reageerde als enige. “Voor hen zijn we toen proeven gaan doen. We hadden een stukje kas ingericht. Een onderzoekshoekje, achter het ketelhuis, waar het voor onze productieteelt moeilijker was om te telen.”

Hard gegroeid
Het veredelingsbedrijf waarvoor de broers proeven deden ging al snel op in de grotere Seminis-veredelingsgroep. Daarmee ontstond de mogelijkheid om proeven te doen uit de Amerikaanse markt. “Daar is uiteindelijk de Tinkerbell, een babyblokpaprika, uit voort gekomen.” In 1996 kwam de Tinkerbell op de markt. Een jaar later leverde het ras al de AGF-innovatieprijs op voor de broers van Heijningen, maar ook hun samenwerkingspartners Seminis, supermarktketen Marks&Spencer en handelsbedrijf Disselkoen. “Samen brachten wij de Tinkerbell op contractbasis op de markt.”

In 1998 ging De Kombinatie vervolgens verder als Eminent. Eminent werd opgedeeld in drie takken: productie, veredeling (Eminent Seeds) en handel (Eminent Food). Het was de tijd van de vorming van The Greenery, waarin ook Disselkoen opging. “Ons product kon niet voor de klok. Wij hadden een nicheproduct dat we via afnemerscontracten wilden verkopen. Als snel is Eminent Food dat ook voor ander telers met nichekasgroenten gaan doen. Voor telers was de verkoop veel werk. Eminent Food hielp hen daarbij. Wij zijn tussen 1998 en 2005 heel hard gegroeid in de handel. Als er iets in specialty-land was, dan hadden wij het op onze prijslijst.”

Specialy-markt gecreëerd
Met de oprichting van Eminent creëerden de telers in feite gaandeweg hun eigen afzetmarkt. “Ik ben trots op alle nieuwe producten die we hebben kunnen introduceren.” Jan noemt uit de beginjaren puntpaprika’s en sweetbite snackpaprika’s. “Via een handelaar kregen we in 1989 de tip dat er in de Verenigde Staten al een babypaprika op de markt was die veel lekkerder was dan wat er hier op de markt was. Hij heeft voor ons zaden meegenomen. Daarmee zijn wij proeven gaan doen. Vervolgens zijn we gaan uitzoeken wie de eigenaar van het zaad was. Dat bleek een klein Amerikaans bedrijf.”

In 1994 was Seminis ontstaan en dat veredelingsbedrijf kocht het Amerikaanse veredelingsbedrijf. Daarmee kreeg Eminent de Europese exclusiviteit op de sweetbite-snackpaprika. “Samen hebben we het hier in de markt gezet.” Tot in 2002 het exclusiviteitscontract eenzijdig door Seminis werd verbroken. “Zij dachten dat de markt groter was dan wat wij leverden. Achteraf klopt dat ook wel een beetje. Met specialties moet je zorgen dat het aanbod niet te snel oploopt om een goede prijs te behouden. Seminis zag onder meer de snacktomaat en snackkomkommer ontstaan en wilde groeien. Wij zagen dat toen nog niet zo.” De exclusiviteit op de sweetbite-snackpaprika verviel. “Toen konden Ted en ik kiezen om juridisch het gevecht aan te gaan of zelf te gaan veredelen. Dat laatste hebben we gedaan.”

Zelf veredelen
Jan zegt dat hij en zijn broer altijd al ‘meer innoverend dan producerend’ waren, ook toen zij alleen nog teler waren. Pionieren met specialty-kasgroenten paste hun dan ook goed. “Het was een hele nieuwe markt, ook voor ons. Gewoon voor de klok brengen, dat werkte niet. Wij sprongen met Eminent in een gat dat er was en zijn gaan groeien. Inmiddels kun je wel zeggen dat de markt verzadigd is. Zoals wij toen zijn gestart, dat is nu veel moeilijker.”

Vanaf 2002 werden zelf veredelingsprogramma’s opgezet. Daaruit kwamen bekende namen als de Tinkerbell en de Tomberry, ’s werelds kleinste tomaat, voort. Jan benadrukt echter dat ook de pepermarkt niet vergeten mag worden, ook daarin is Eminent erg actief. “Ergens rond 2010 hebben we de ambitie uitgesproken het grootste peperhuis van de wereld te worden. We hebben toen de markt geïnventariseerd. Wat kun je bijvoorbeeld allemaal in Nederland telen? Heel wat, zo bleek. Wat je vroeger Spaanse pepers noemde, zou je nu prima ook Nederlandse pepers kunnen noemen. We hebben alles en mogen ons volgens mij wel wereldmarktleider noemen met zaden en resistenties voor pepers.”


Jan op bezoek in Mexico

Ketendenken
Gevraagd naar het hoogtepunt in zijn carrière verrast Jan ons door niet de Tomberry of een ander specifiek eigen ontwikkeld ras te noemen. “Veredelen op zich is niet nieuw,” vindt hij. “Je werkt met de kennis van wat er al is. Bij ons deed Ted dat, hij is de veredelaar. Dat wat wij met Eminent Food zijn gaan doen, dat was er nog niet. Toen ik nog teler was en voor de klok teelde, wist ik niet eens wie de klant was. We hebben echt een proces doorgemaakt naar keten denken bij het overschakelen van teler naar veredelaar en handelaar.” Zijn ‘meest trotse periode’ is voor Jan daarom ook de periode waarin een specialty-markt werd opgebouwd. “Als ik nu in de supermarkt loop en ik zie door ons op de markt gebrachte producten liggen, dan vind ik dat echt wel een prestatie. Ik durf wel te zeggen dat zonder Eminent het aanbod in het schap niet zo divers was geweest als nu. Wij hebben met onze specialties een grote bijdrage geleverd met allerlei soorten, vormen, maten en kleurtjes kasgroenten.”

Een belangrijke stap in de carrière van Jan was het in 2005 stoppen met het productiebedrijf. Dat werd verkocht aan de buurman. Een hectare kas werd overgehouden voor het veredelen. In 2003 was die kas nieuw gebouwd. “Ted bleef veredelen en ik had mijn focus meer op het handelsbedrijf.” Een zo mogelijk nog belangrijkere stap werd in 2006 al gezet. Nog voordat Eminent goed en wel de eerste eigen rassen op de markt had gebracht, besloot de Best Fresh Group het bedrijf over te nemen. Jan heeft er “geen seconde spijt van gehad,” zegt hij al terugblikkend. “Wij kwamen uit een telersgezin en hadden een telersopleiding. Onder telers leefde veel meer de coöperatieve gedachte. In de handel was het meer ieder voor zich. Ik zocht ketenkracht en vond die bij Best Fresh Group.”

Met die stap kreeg het bedrijf ook meer afzetkracht. “Wij leverden aan de handel, maar waren hierdoor kwetsbaar voor overschotten. Via Best Fresh konden we op veel meer plekken met ons product terecht.” Niet onbelangrijk was ook de financiële slagkracht. “Veredelen kost geld. Als je het echt tot een succes wilt maken, dan heb je geld nodig. In het begin hebben we een aantal jaren onze winst in de veredeling gestopt. Toch ging het te langzaam. Door aan boord te komen bij Best Fresh kregen we meer mogelijkheden, ook financieel. Mart Valstar, de eigenaar, geloofde echt in ons. We waren er snel uit.”


Mart Valstar (Best Fresh Group), Jan van Heijningen en Kevin Valk (veredelaar Eminent Seeds) beoordelen rassen

Toekomst specialties
Het moment waarop Jan stopt bij Eminent komt in een tijd van crisis. In zijn bijna veertigjarige tuinbouwcarrière niet de eerste crisis die Jan meemaakte. “Ik heb twee diepe crisissen meegemaakt, bedrijfsspecifiek dan. De eerste was op het moment dat veel tomatentelers in de jaren negentig naar paprika overschakelden. In één jaar tijd verdubbelde het areaal van ongeveer 200 naar 400 hectare. De prijzen halveerden. Dat hadden we niet aan zien komen. Het geld dat we verdiend hadden, was in één klap verdampt. Achteraf kun je zeggen dat de crisis ons heeft gemaakt. We zijn er creatief door geworden.” Een tweede crisis voltrok zich voor Eminent in 2000. Een grote afnemer van babypuntpaprika’s zegde van het ene op het andere moment het afzetcontract op waarop Eminent sterk leunde. “Toen zaten wij met de teelt. Nadat we aan boord kwamen bij Best Fresh waren we gelukkig niet meer zo kwetsbaar en afhankelijk van een beperkt aantal afnemers.”

Terugblikkend zegt Jan dat hij eenmaal aan boord bij Best Fresh “altijd goed geslapen heeft”. Eminent hoefde het niet meer alleen te doen. In het jaar van het 35-jarig jubileum in 2018 werd een pensioendatum uitgekozen. Eind 2022 zou Jan gaan stoppen. “Het is mooi om zelf die datum te kunnen kiezen, nu ik nog gezond ben.” De afgelopen jaren bouwde Jan zijn activiteiten bij Eminent al gestaag af. Nu hij echt met pensioen is, is hij vast voornemens zijn opvolgers hun werk te laten doen. “Ik heb me voorgenomen er niet te veel rond te blijven lopen.” Dat Jan aan de slag gaat als tuinbouwexpert voor PUM zal helpen. Ook komt er meer tijd voor hobby’s. Bij PUM gaat Jan advies geven aan telers in ontwikkelingslanden. Zij kunnen gebruik maken van zijn ruime ervaring uit het werken in een groot deel van de keten.

Op basis van die ervaring waagt Jan zich tot slot aan een voorspelling. Op de vraag of het met de jaren ontstaan van meerdere veredelingsbedrijven die zich toeleggen op specialties een gevaar is of juist goed, zegt hij dat er zeker ruimte is voor nicheveredelingsbedrijven. “Dat komt omdat je ziet dat bij het fuseren van grote veredelingsbedrijven vaak als eerste de nichegewassen sneuvelen. Steeds meer grote bedrijven leggen zich toe op de grote segmenten. Voor grote bedrijven zijn de net iets minder grote gewassen moeilijker. Dat biedt kansen voor de kleinere gewassen, waaronder ik bijvoorbeeld ook aubergines en courgettes schaar. Dat vind ik een goed voorbeeld van die ontwikkeling. In Nederland legt eigenlijk nog maar één bedrijf zich op dat segment toe.” Onder de specialty-veredelingsbedrijven voorziet Jan dat er ook een concentratiegolf volgt. “Dat is bijna niet anders mogelijk. Met de nieuwe technieken die er beschikbaar komen, maar die kostbaar zijn, zullen bedrijven elkaar opzoeken.” 

Reageren? Dat kan op: jan.van.heijningen@pum.nl  

Dit artikel verscheen eerder in editie 1, 37e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.