Tholen - De zorgen over het voorbestaan van duurzame glastuinbouw in Westland zijn niet van gisteren. Al jaren maken telers zich zorgen. Tal van brieven, ondertekend door de 'Verontruste Duurzame Glastuinders' en 'Behoud de Klok=Behoud de Coöperatie', werden naar Den Haag gestuurd. Tot een persoonlijk gesprek met de bewindslieden kwam het niet.
Daarom nu een nieuwe open brief aan adviesraden van de regering, want de telers zijn het zat dat de sector continu op 'een stuwmeer aan onbegrip' stuit. Sommige telers vrezen zelfs dat ze over twintig jaar allemaal klaar zijn als er niets verandert, zo vertelden zij afgelopen zomer al. Met de Tweede Kamerverkiezingen van deze week uiten de telers opnieuw hun grote zorgen.
Tuinbouwmotor beschermen
Daarbij wijzen zij op waarschuwingen van 'vele deskundigen van binnen en buiten de sector', waaronder hoogleraren Rob van Wijk en Arnoud Boot en de adviescommissie Nijkamp die in 2010 al een adviesrapport over een 'vitaal tuinbouwcluster in 2040' presenteerde.
Er moeten volgens de telers duidelijke afspraken over Westland als 'motor' van een unieke innovatieve sector worden gemaakt. Waar in het buitenland de waarde van de glastuinbouwsector wordt onderkend, lijkt juist in Nederland dat niet (genoeg) het geval te zijn.
Wanneer geen duidelijke afspraken worden gemaakt, dreigt een catastrofe, zo stellen de zelfbenoemde 'luizen in de pels' in groepen met de namen 'Verontruste Duurzame Glastuinders' en 'Behoud de Klok=Behoud de Coöperatie'.
Doodsteek
Volgens hen komt de dreiging van alle kanten: oprukkende steden door uitbreiding van Den Haag en Rotterdam, oprukkende industrie in de Rotterdamse haven, een orkestrerende overheid en betuttelende bureaucratie van regionale en landelijke overheden en organisaties én gevaar van binnenuit.
Volgens de telers is er sprake van mismanagement bij o.a. Royal FloraHolland, dat de leden niet dient, maar schaadt. Ondertussen is de sector versplinterd en weet het als collectief geen goede vuist meer te maken tegen de overheid.
Het mogelijk verdwijnen van een deel van dit 'machtsbolwerk' in Honselersdijk en daarmee het vrijkomen van 54 hectare voor huizenbouw 'of andere creatieve invulling' zou volgens de telers 'de doodsteek' zijn. Alle factoren samen maken dat de Nederlandse tuinbouwsector niet meer competitief kan zijn ten opzichte van het buitenland.
In gesprek
De telers voelen zich niet gehoord en hanteren in een open brief harde oneliners. Toch willen ze vooral in gesprek met de bewindslieden om 'dieper op de zaken in te gaan'. Dat is alleen nog niet gelukt.
Wat de telers vooral niet willen, is machteloos toezien hoe de sector wordt vermoord. Reden om in meerdere brieven afgelopen jaar om hulp 'te smeken', om begrip en om daadkracht. En dus een persoonlijk gesprek.
De oplossing? De open brief besluit met: "We willen een eerlijke en respectvolle dialoog. Begrip voor de telers en hun broodwinning. Aandacht voor de verkwanseling voordat het te laat is en het Westland, zoals we dat al honderd jaar kennen, is verdwenen."