Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Lichte besmettingen ToBRFV maken traceren bron lastig

Tholen - De Nederlandse plantenkweker waarvan vier Nederlandse telers afgelopen zomer planten ontvingen waarna zij besmet raakten met ToBRFV is een andere kweker dan waarvan de Belgische teler die besmet is geraakt in december planten van ontving. Ook dit is een Nederlandse kweker, maar de zaken staan los van elkaar. Bij de kweker die deze zomer planten uitleverde is het virus inmiddels getackeld. Bij de getroffen telers zijn maatregelen van kracht.

Dat laat de NVWA desgevraagd weten nadat deze week zowel nieuws over Nederlandse besmettingen als, voor het eerst, officieel ook een Belgische besmetting bij een tomatenteler bekend werd. 

Dat bij vier Nederlandse telers ook in het nieuwe gewas een besmetting werd aangetroffen staat ook los van de zaak met de Nederlandse plantenkweker waardoor vier telers afgelopen zomer besmet raakten. Het getal vier in beide gevallen is puur toeval, zo stelt een woordvoerder van de instantie die controles op ToBRFV in Nederland uitvoert.


Een besmet gewas, foto: NVWA

Zorgvuldig wisselen van teelt
Dat ook na reinigen, desinfecteren en nieuw planten het virus bij vier Nederlandse telers opnieuw werd aangetroffen laat zien dat het virus hardnekkig is. Het roept de vraag op of, zeker bij telers die 's winters ook onder belichting telen, het voor hen moeilijker is van een besmetting af te komen omdat de kas minder lang leeg staat. 

De NVWA laat weten dat alle besmette telers bij hen een plan van aanpak voor de teeltwisseling moeten voorleggen ter goedkeuring. Ongeacht het type teelt is het daarbij zorgvuldigheid geboden. 

Tracering bron lastig door lichte besmettingen
Ondertussen blijft het voor de plantgezondheidsinstanties, waaronder in Nederland de NVWA, lastig de bron van besmettingen te traceren. In Nederland wordt uitgegaan van minimaal drie bronnen. Wat het o.a. lastig maakt, zo laat de NVWA weten, is dat bij het sequensen van zaadpartijen een bepaalde hoeveelheid virus-RNA nodig is. Bij zaden of een plant met een zware besmetting is dit voldoende voorhanden, bij lichte besmettingen vaak niet. Dan is traceren van de bron dus niet (goed) mogelijk. 

Tot nu toe konden positief geteste zaadpartijen door de NVWA niet aan specifieke uitbraken bij telers worden gelinkt. In vier gevallen resulteerde het testen van zaadpartijen bij getroffen telers tot een positieve test. Hier bleek sequentiebepaling echter niet mogelijk en dus is niet duidelijk of de zaadpartij die positief was ook tot besmetting leidde.

Telers rapporteren ook flinke verschillen in symptomen en oogstverliezen, variƫrend van enkele procenten tot dertig procent. Bij de Belgische teler met een besmetting ging het om 'enkele verspreidde planten'. Over de ernst van de symptomen werd niets vermeld.