Na drie dagen vol aandacht voor algemene tuinbouwoplossingen op GreenTech, was het tijd om de focus te verleggen naar cannabis. De dag na afloop van de beurs organiseerden MCPIR en CfC een tour voor professionals uit de cannabisindustrie. Zij kregen de kans om een onderzoeksfaciliteit te bezoeken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken.
Vroeg in de ochtend vertrok een bus met deelnemers naar de eerste locatie: het Delphy Improvement Centre. In een conferentieruimte opende Jaime Ahumanda van Delphy de dag en vertelde wat de deelnemers konden verwachten.
Voordat men de cannabisplanten van dichtbij mocht bekijken, stonden er enkele presentaties op het programma. De eerste was van Rene Corsten (Delphy), die vertelde over recente proeven, met name gericht op klimaat en ontbladering. Met zijn achtergrond in de chrysantenteelt haalde René daar veel inspiratie uit. "Cannabis is 80% chrysant en 20% tomaat," grapte hij. Tijdens zijn presentatie gaf René echter aan dat dit zijn oorspronkelijke opvatting was, gebaseerd op zijn ervaring met chrysanten. Naar aanleiding van hun klimaatproef en de klimaatproef van Mexx Holweg van Wageningen University & Research heeft hij zijn mening inmiddels bijgesteld.
De proef van Delphy richtte zich op het verbeteren van de netto-assimilatiebalans. Twee kamers werden ingericht met verschillende temperatuurregimes: één met 27°C overdag en 24°C 's nachts, en een andere met 24°C overdag en 21°C 's nachts. Daarnaast werd in beide kamer ontbladerd, waarbij de helft van de planten wel werd ontbladerd en de andere helft niet.
Klik hier om de fotoreportage van het evenement te bekijken
Een opvallende conclusie: de hogere temperatuurbehandeling (27–24°C) resulteerde in een hoger THC-percentage dan de lagere temperatuurbehandeling (24–21°C). Ditzelfde effect werd ook waargenomen voor de totale terpenenconcentratie. "Dit zijn echter de resultaten van onze eerste klimaatproef. Er moeten nog herhalingen uitgevoerd worden om zeker te zijn van onze zaak," gaf René aan. Het publiek, bestaande uit telers, consultants en leveranciers van cannabistechnologie, stelde veel inhoudelijke vragen – een duidelijk teken van het hoge kennisniveau.
Daarna was het de beurt aan Theo Tekstra van Fluence, die een presentatie gaf over belichting. Hij benadrukte het belang van het totale teelt- en lichtrecept, en niet alleen de lampen zelf. "Als ik het lichtrecept aanpas, beïnvloedt dat veel andere teeltaspecten. Alles moet op elkaar zijn afgestemd." Vooral het onderwerp VPD (dampdruktekort) leidde tot veel vragen uit de zaal.
Na de presentaties was het tijd om de cannabisplanten zelf te bekijken. Tijdens de wandeling naar de teeltruimtes steeg de temperatuur flink, mede doordat dit gedeelte van het gebouw een kas was en de zon volop scheen. Het was echter nog goed te verdragen – slechts een voorproefje van wat nog zou komen.
Er worden proeven uitgevoerd in drie ruimtes: één met hoge temperaturen, één met lage temperaturen en een ruimte voor moederplanten. De kamers mochten helaas niet worden betreden; de planten waren enkel door een klein raam te zien. Buiten de kamers stond diverse apparatuur opgesteld, van klimaatbeheersing tot een droogkast.
De Vertify-locatie
Daarna vertrok de bus naar de volgende bestemming: de Vertify-locatie. De hitte werd intenser en in de kas liep de temperatuur verder op. Net als bij Delphy werden hier presentaties gegeven, onder andere over het werk van Vertify en CfC (Cultivation for Compounds). Ook kregen de deelnemers uitleg over de hightech kas waarin cannabis wordt geteeld. LED-belichting, gotensystemen, luchtcirculatie, hogedrukverneveling en F1-hybride zaden – alles kwam aan bod. Een interessante proef was die met steenwol versus kokos als substraat. Daarnaast wordt er geëxperimenteerd met volledig biologische teelt. Een bijzonder detail: Biobest werkt hier met een natuurlijke bestrijdingsmethode tegen echte meeldauw – geen spray of neemolie, maar een mijt die de schimmel opeet.
Klik hier om de fotoreportage van het evenement te bekijken
Na de presentaties volgde een rondleiding door het cannabisgedeelte van de kas. Hier werd het pas echt warm en vochtig. Hoewel sommigen naar buiten vluchtten voor frisse lucht, bleven velen binnen om meer te horen over een nieuwe organische meststof of om de planten van dichtbij te bekijken.
Tot slot stapte de groep weer in de bus voor het laatste deel van de tour: het World Horti Center. Geen kas, geen planten, maar wel drankjes, snacks en gezelligheid. Hier werd de dag op ontspannen wijze afgesloten met netwerken onder het genot van een koude cola, water of een ijsje – een welkome afkoeling na de tropische omstandigheden bij Vertify.
De tour was goed bezocht door telers, leveranciers en consultants. De organisatie had een gevarieerd programma neergezet dat een helder beeld gaf van de huidige stand van cannabisonderzoek in het hart van de tuinbouwsector.