Tholen - Wie een salade met een frisse smaak wil opfleuren, kan kiezen voor een knapperig radijsje. Bovendien geeft het contrast tussen het rood van de schil en het wit van het vlees kleur aan het zomerse gerecht. Toch is niet iedereen fan: voor sommigen heeft radijs een te scherpe smaak. Werk op de plank dus voor veredelaars, die volop bezig zijn met mildere variëteiten te ontwikkelen. En wat te zeggen van witte, paarse en gestreepte radijs? Voor elk wat wils.
Dit uit Azië afkomstige lid van de kruisbloemenfamilie (bloemkool, broccoli, spruiten, etc) kon je in Europa al in de tijd van de Romeinen in de moestuin aantreffen. Naast de bekende ronde, rode radijs, aangeduid met de wetenschappelijke naam Raphanus sativus var. sativus, bestaat het geslacht verder uit onder meer daikon en rammenas, die groter en milder van smaak zijn.
Mix van rode, witte en paarse radijs: de nieuwste trend die een jonger publiek aanspreek
Radijs is evenwel populairder in het Westen, wat meteen de reden is waarom veredelaar Hazera, voor wie het radijsprogramma voor binnen- en buitenteelt al meer dan 40 jaar één van de belangrijkste speerpunten in haar R&D-programma's is, op deze soort inzet om de licht groeiende consumptie nog verder te stimuleren met een breder palet aan smaken en kleurtjes. Maar ook de uitdagingen waar telers tegen aan lopen worden in de veredeling meegenomen als aandachtspunten, zo leggen global product manager Adam Prabucki en salesmanager Dirk-Jan Polak uit.
Jongeren haken aan
"Elk jaar zien we de markt voor radijzen wereldwijd traag, maar gestaag toenemen," vertelt Adam. "Ook al maken de rode radijzen nagenoeg 99% van het aanbod uit, het zijn de kleurtjes die als exotisch product de interesse in deze categorie lijken aan te wakkeren. Waar traditioneel een ouder publiek de consumptie voor zijn rekening nam, lijken jongeren nu ook aangetrokken. Ik hoorde onlangs van een van onze veredelaars dat het zijn droom is dat radijs op de lange termijn de eerste keuze wordt in het gezonde snacksegment."
Radijs is naast lekker en fris, zo stelt Adam, immers ook heel gezond. "Honderd gram voorziet al in 25% van de dagelijkse behoefte aan vitamine C. Globaal gezien neemt de aandacht toe voor gezonde snacks. Radijs kan meeliften op die trend." Dirk-Jan staaft deze observatie met het feit dat waar de afzet in bosjes stilstaat, de verkoop van losse radijs als on-the-go product groeit. "Dat kan in combinatie met andere producten, zoals babywortelen. Ons zusterbedrijf Vilmorin heeft daarvan een heel zoete variant ontwikkeld, die onlangs nog is uitgeroepen tot het lekkerste snackworteltje van het jaar. Samen liggen ze al in een zakje van 200 gram als snoepgroente in het schap."
Doel: keuze tussen pittig en mild
Dirk-Jan ziet, wat radijzen betreft, twee groepen consumenten: een groep die ervan houdt omwille van de scherpe smaak, en een categorie die, precies om het pittige karakter ervan, afhaakt. "Maar die laatste groep kan zeker overtuigd worden met mildere rassen, aangevuld met een trigger op kleur. Radijs kan nogal eens de dominerende smaak zijn in een salade, en daar houdt niet iedereen van. Als langetermijndoel houden we in de veredeling rassen voor ogen die zich onderscheiden door hun zachtere aard, zodat de consument uiteindelijk bewust kan kiezen tussen pittig en mild."
Nieuwe rassen worden op het proefveld vergeleken met de huidige standaardrasse
Al hangt de smaak niet volledig af van het ras. Ook de telers en de weersomstandigheden hebben een invloed. Tot nu toe wordt de smaak van radijs vooral bepaald door het gehalte aan mosterdolie. Hoe meer zonlicht, hoe meer mosterdolie de radijs aanmaakt. "In de winter zijn radijzen doorgaans minder pikant dan in de warmere maanden. Maar deze zomer introduceren we met Zonella F1 voor het eerst een ras dat tegen die trend ingaat," kondigt Adam aan. Zonella F1 blijft van binnen mooi wit en het wordt minder lang dan de bestaande standaard.
Voor de hybride radijsrassen van Hazera zijn op Europees grondgebied Nederland en Italië de grootste markten, wat kasteelt betreft, en Duitsland, Polen en het Verenigd Koninkrijk voor de buitenteelt. Buiten Europa ligt de focus op de Verenigde Staten. "Wat opvalt, zijn de talrijke kasteeltprojecten in vele delen van de wereld, wat inhoudt dat het aandeel van de hybride rassen toeneemt, die als voordelen een hogere gemiddelde opbrengst, een uniformer product en een betere inwendige kwaliteit hebben," aldus Adam.
Tolerantie voor weersextremen
Voor de global product manager Radish van Hazera zijn meerdere eigenschappen bepalend voor het succes van een ras. Naast bovengenoemde kenmerken – rendement, uniformiteit en interne kwaliteit – heeft hij het over een goede schilkwaliteit – "de kleur mag niet verbleken na het wassen" – en tolerantie tegen scheuren in het veld.
Die laatste karakteristiek is nauw gerelateerd aan de toenemende frequentie van weersextremen. "Extreme weersomstandigheden betekenen niet in de eerste plaats dat het heet of nat is, maar dat een hittegolf zomaar kan omslaan in aanhoudende regen die velden onder water zetten. Er wordt bijgevolg gezocht naar toleranties voor droogte, hitte en natte omstandigheden. Klimaatverandering is bovendien de reden waarom de beschermde teelt, ook van radijzen, aan een opmars bezig is, van Kazachstan over Europa tot Canada. Radijs kan perfect jaarrond in gecontroleerde omstandigheden worden geteeld, zelfs in vertical farms met een uitgekiend lichtrecept en bij een constante temperatuur van 18°C. Ook hier is een taak weggelegd voor de veredeling, want dergelijke teelt vraagt om aangepaste rassen."
Omdat in de kasteelt de kosten van energie – en dan vooral die uit gas – een grote rol spelen, alsook de druk vanuit de maatschappij om de CO2-voetafdruk zo laag mogelijk te houden, groeit de vraag naar winterrassen die bij iets koudere temperaturen dezelfde opbrengst- en kwaliteitseigenschappen behalen. "Er moet dus op zoek worden gegaan naar groeikrachtige rassen met sterk loof," legt Adam uit. "Al mag daarin niet overdreven worden, want bladeren van een halve meter hoog maken dan weer de mechanische oogst onmogelijk."
Mechanische oogst
Voor een veredelaar is het continu schipperen tussen de ene en de andere eis. "In Nederland wordt het gros van het radijsareaal met machines geoogst, zowel vanuit efficiëntie-oogpunt als om aan de stijgende loonkosten te ontsnappen. In de veredeling moet daarvoor ingezet worden op rassen met een recht blad, dat niet te lang, maar ook niet te kort is, aangezien de machine de radijs aan het loof uit de grond trekt. Vooral in de winter kan het blad in de Nederlandse teelt moeite hebben om zich voldoende te ontwikkelen. In de zomer dreigt zich dan weer het omgekeerde fenomeen voor te doen: het te snel en te hard groeien van het groen. Op die uitdagingen vragen telers een antwoord vanuit de veredeling."
Verder wordt het duurzaamheidsaspect door de breeders meegenomen in de programma's. "Niet lang geleden is de registratie van een belangrijke actieve component voor zaadbehandeling teruggetrokken. Daarom hebben we al enkele jaren samen met derde partijen proeven lopen met een biologische toepassing, waarvan de resultaten alvast veelbelovend zijn. Maar omdat de registratie ervan hetzelfde proces doorloopt als die van gewasbeschermingsmiddelen, laat de commerciële uitrol nog even op zich wachten."
Radijs wordt op een groot aantal kenmerken beoordeeld. Daarbij is de binnenkant net zo belangrijk als de buitenkant.
Rasseninnovatie in plaats van chemie
Inzake gewasbescherming in het algemeen is de wetgeving in met name de EU restrictief, terwijl ziektes en plagen steeds vaker de kop opsteken. En waar chemie niet meer de oplossing is, komt rasseninnovatie al gauw in beeld. "Al zijn pathogenen natuurlijk van alle tijden. Zo'n dertig jaar geleden introduceerden we voor de Nederlandse glastuinbouw de eerste Fusarium-resistente radijs: Favorella. Voor de buitenteelt werd een ras met resistentie tegen valse meeldauw ontwikkeld, terwijl de telers in de Amerikaanse Midwest geholpen werden met een ras dat niet lijdt onder uitbraken van Rhizoctonia. De volgende grote uitdaging is de waterschimmel witte roest, met name in Europa. Maar laten we niet vergeten dat antwoorden niet zomaar uit de mouw kunnen worden geschud. Het ontwikkelen van een nieuw radijsras neemt tussen de 18 en 20 jaar in beslag. Ik ga me alvast niet vervelen tot aan mijn pensioen," lacht Adam.
Dit artikel verscheen eerder in editie 4, 39e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.
Voor meer informatie:
Hazera
P.O. Box 28
4920 AA Made
Tel: +31 0162690900
[email protected]
www.hazera.com