Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
"Wat vooral mist, is basiskennis"

Pieter Jan Robbemont over koelen in Centraal Azië

Tholen - Temperatuur speelt een belangrijke rol bij de houdbaarheid van groenten en fruit. Daarbij zijn aspecten als het waarborgen van kwaliteit en het voorkomen van verspilling en daarmee kosten van belang. Koelen is dus zeker geen onbelangrijke processtap. In veel landen zijn er volop koelfaciliteiten voorhanden en is het een koud kunstje om groenten en fruit bij de juiste temperatuur op te slaan. Maar dat is niet overal even vanzelfsprekend. Hoe verloopt dat in gebieden die nog aan het begin van hun ontwikkeling staan?

“Wat vooral ontbreekt, is basiskennis,” zegt Pieter Jan Robbemont, exportmanager bij Geerlofs Koeltechniek dat koelsystemen installeert over heel de wereld waaronder in Afrika en in Centraal Azië. Pieter Jan heeft veel ervaring met koelprojecten voor fruit in onder andere Oezbekistan en Kirgistan en ziet dat er door het ontbreken van kennis vaak een beroep wordt gedaan op koelsystemen uit landen als China en Turkije die dan in de praktijk minder geschikt blijken voor de producten die worden opgeslagen. “Er mist basiskennis, daarom wordt er vaak iets gekocht wat niet goed is.”

Het is de reden dat voor specifieke technische koeloplossingen wordt uitgeweken naar Europese bedrijven. “Er is vraag naar hoogstaande technologie.” Als voorbeeld noemt hij de langdurige bewaring van appelen in ULO-cellen. “Daar zit zoveel techniek en kennis in, dat is lokaal niet beschikbaar. Dan zijn bedrijven bereid om daar extra in te investeren.”

Geerlofs installeert daardoor, toegespitst op de lokale behoeften, voornamelijk dezelfde koelsystemen als in bijvoorbeeld Europa. Pieter Jan stelt vast dat de grotere exporteurs uit bijvoorbeeld Oezbekistan of Kirgistan aan bepaalde standaarden moeten voldoen om, veelal naar Rusland en omringende landen, te kunnen leveren. “Door te investeren in een goed systeem kunnen ze de kwaliteit waarborgen en aan de afnemers laten zien dat ze state-of-the-art koelcellen en koeltrucks hebben waardoor ze de kwaliteit kunnen leveren zoals afgesproken.”

Seminars
Vaak betrekt een opdrachtgever bij de ontwikkeling van een koelsysteem een consultant die plannen maakt en aangeeft wat er precies nodig is aan koeling. Pieter Jan stelt vast dat klanten in landen in Centraal Azië vaak niet bereid zijn om daar geld in te investeren. Toch denkt hij dat juist die investering in betere kennis kan leiden tot besparingen. In elk geval maakt het de job voor de installateur niet gemakkelijker maar ook voor de opdrachtgever niet. Het is de reden dat Geerlofs lokaal seminars organiseert om het kennisniveau van het hele koelproces omhoog te brengen.

En dat begint al bij de oogst vertelt Pieter Jan. “Het product moet goed zijn als het de koelcel ingaat. Een koelcel is geen ziekenhuis.” Maar ook kennis van koelproces, het constant houden van de koeltemperatuur en het zuurstofgehalte in de koelcel zijn aspecten waarvoor kennis nodig is.

Financiering
Financiering is een minder groot probleem. Dat wil zeggen voor de Centraal-Aziatische exporterende bedrijven die de beschikking hebben over buitenlandse valuta. “De toplaag kan beschikken over geld en kan de kanalen vinden voor financiering. Dus uiteindelijk kunnen ze investeren.” 

De exportmanager ziet daarbij als een valkuil dat een investeerder die bij een project is betrokken, uiteindelijk vaak zo min mogelijk wil investeren en eerder beslist aan de hand van prijs van koelsystemen dat aan de hand van kwaliteit of mogelijkheden.

Vandaar dat Pieter Jan het belang noemt van het opbouwen van relaties. Zo heeft Geerlofs in Oezbekistan een contactpersoon die in de eigen taal contacten met klanten kan onderhouden. Ongeveer vijf tot tien procent van de fruithandelaren kunnen investeren in eigen hoogstaande koelsystemen.  

Pieter Jan geeft aan dat de bedrijven die niet in die categorie vallen, werken met simpelere koelsystemen of een koelcel huren bij een grotere collega. “De middelgrote telers hebben een eigen koelhuis, maar hebben niet voldoende productie om de koelcel te vullen. Dus òf er wordt gekocht bij andere telers óf een kleinere lokale teler huur een koelcel en slaat een deel van zijn productie op.” 

Dit artikel verscheen eerder in editie 11, 34e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.

Voor meer informatie:
Geerlofs
Pieter Jan Robbemont
probbemont@geerlofs.com