Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Banken bieden mogelijkheden voor bedrijven die in de kern gezond zijn

Tholen - Nu de coronabeperkingen afnemen en we heel langzaam richting een meer gebruikelijke situatie gaan, moet de grootste economische impact nog komen. Banken stellen vast dat de economische gevolgen groot zijn en dat er naar verwachting klappen zullen vallen, ook in de AGF-sector. Vooral de bedrijven die de foodservice beleveren hebben het moeilijk. Toch zien de banken begin mei tijdens een rondgang ook perspectief al was het maar omdat we met zijn allen moeten blijven eten en groenten en fruit een voorsprong hebben als het gaat om gezondheid.

Minder hard geraakt
“Het grote voordeel is dat het om voeding gaat, mensen moeten blijven eten in Nederland en wereldwijd,” zegt Ceel Elemans, Sector Banker Food & Agri bij ING, over de impact van de Corona-crisis op de AGF-sector. Hij geeft aan dat in zijn algemeenheid de Food & Agri sector minder hard wordt geraakt, maar dat dit wel geheel afhankelijk is van het product en het afzetkanaal. “Lever je bijvoorbeeld aan de retail of aan de foodservice? Dan zie je natuurlijk substantiële verschillen.” Hij constateert dat relaties snel de weg naar de bank weten te vinden als onderdeel van de oplossing.

ING biedt oplossingen in combinatie met het palet aan overheidssteun en schort aflossingen op. Voor het kleinere MKB gebeurt dit automatisch en met grotere bedrijven zijn er wekelijks gesprekken om te volgen waar knelpunten liggen en hoe de oplossingen eruit moeten zien. Dirk Mulder, Sector Banker Trade, Retail & Automotive geeft aan dat veel afhankelijk is van hoe het individuele bedrijf op dit moment is gefinancierd. Banken kijken vaak naar verhouding tussen de (vreemd) vermogenspositie en het verdienpotentieel gecombineerd met de lasten die uit financiering voortkomen.

“Als die verhouding gezond is, betekent het dat er relatief veel rek zit in de financiering van een individueel bedrijf. Maar mocht een bedrijf vanuit het verleden zwaar gefinancierd zijn of investeringen hebben gedaan, dan kan die verhouding wat schever liggen en dat zou naar de toekomst betekenen dat dit soort bedrijven een iets minder lange polsstok hebben.”

Ceel concludeert dat bancaire financiering – zeker ook in deze tijd – erg belangrijk blijft. Tegelijkertijd ziet hij dat er wereldwijd op de markt veel kapitaal beschikbaar is doordat traditionele alternatieven minder renderen. De Nederlandse voedselketen komt dan in beeld omdat daar erg efficiënt en met de laagste footprint ter wereld geproduceerd wordt.

Daarnaast vindt er in de hele voedselketen een schaalvergroting plaats. Als voorbeeld noemt hij het aandeel dat NPM Capital heeft genomen in Agro Care, de grootste tomatenteler in Europa gevestigd in onder andere Maasdijk. Ceel constateert dat de vooraanstaande Nederlandse positie in de internationale voedselketen zal blijven bestaan vanwege de efficiënte primaire agro in combinatie met een uitstekende logistieke infrastructuur, toonaangevende kennisinstituten en de aanwezige veredelingsexpertise. In deze waardeketen ziet hij nieuwe vormen van partnerships ontstaan waar het financiering betreft.


Dirk Mulder van ING voorziet door de coronacrisis een versnelde transitie van fysiek naar online

Impact
Het economisch bureau van ING heeft een scenario-analyse van de impact van Covid-19 gemaakt. Bij het scenario waarbij ervan wordt uitgegaan dat na 1 juni weer een opstart plaatsvindt, zou er sprake zijn van een economische dip van zes tot zeven procent. “In dat scenario lijkt het erop dat de meeste bedrijven het met de maatregelen van overheid en banken wel gaan redden,” zegt Ceel. 

Een ander scenario houdt er rekening mee dat het virus in het najaar opnieuw toeslaat. “Dan is het afhankelijk van hoe een bedrijf zijn positie op dat moment heeft geregeld want je kunt niet aflossingen blijven opschorten. En het overheidssteunpakket heeft ook maar een bepaalde geldigheidsduur.” 

Hij geeft aan dat dan van belang is of een bedrijf sinds het begin van deze crisis voldoende maatregelen heeft getroffen, de risico’s helder in beeld heeft en kansen heeft verkend. De proactieve houding van een ondernemer in combinatie met de financiële positie is bepalend voor de beoordeling waar het gaat om financiering, laat Ceel weten. Alle maatregelen nemen niet weg dat er nu toch al problemen ontstaan.

Dirk merkt op dat los van de horeca ook de AGF-bedrijven die leveren aan de horeca en foodservice het nu heel erg lastig hebben. Hetzelfde geldt voor exportbedrijven die hun afzetmarkt hebben in een land dat nu de grenzen dicht houdt. “Daar gaan echt behoorlijke klappen vallen. En als je dan geen alternatief hebt – en dat is best lastig want de markt richting retail is redelijk verdeeld – is het moeilijk om nieuwe ingangen te creëren. Ook is er sprake van een ander businessmodel. Waar out-of-home is gericht op specialisaties en toegevoegde waarde, gaat het in retail meer om bulk en efficiency.”

Ook voor de langere termijn is hij wat de horeca en haar toeleveranciers betreft niet zo optimistisch. Hij verwacht dat specifiek in de horeca het heel lastig gaat zijn om aan het nieuwe normaal van anderhalve meter afstand – mogelijk nog wel voor twee jaar noodzakelijk – te voldoen op een manier die winstgevend is. “Dat is natuurlijk een hele belangrijke afzetmarkt voor de groenten- en fruitsector zowel in Nederland als in het buitenland.”

Katalysator
ING ziet in deze crisis ook kansen om met een ander oog naar de voedselketen te kijken. Zo stelt Ceel vast dat de vele import van AGF een kwetsbaarheid met zich mee brengt en dat er ook in Europa alternatieven zouden kunnen worden gezocht. ”Misschien moeten we meer dingen zelf gaan doen en zo de kwetsbaarheid omlaag brengen."

Hij observeert dat de overheid en de consument voedsel anders gaan waarderen nu alles ineens minder vanzelfsprekend is. “Op termijn is dat misschien een katalysator naar een totaal ander businessmodel.”

Dirk constateert dat de aandacht voor gezond eten en voor zelf thuis eten enorm is toegenomen en hij verwacht dat dit voorlopig zo blijft. “Over het algemeen genomen is dat natuurlijk een positieve uitwerking voor de sector voor op iets langere termijn.” Daarbij ziet hij dat er een versnelde transitie van fysiek naar online plaatsvindt, ook in het foodkanaal.

Ceel en Dirk verwachten dat dit zeker succesvol zal kunnen zijn als de sector zich aansluit bij andere e-commerce initiatieven – zoals bijvoorbeeld de aanbieders van maaltijdboxen of bestaande foodplatforms - zodat een breed aanbod ontstaat bij de digitale aanbieder en wordt gewerkt aan e-fulfilment. 


Ceel Elemans van ING observeert dat de overheid en consument voedsel anders waarderen nu alles minder vanzelfsprekend is

Specialisatie
“De coronacrisis legt bloot dat specialiseren ook zijn keerzijde heeft,” zegt Arne Bac, Senior Sectorspecialist Tuinbouw bij Rabobank. “De gespecialiseerde AGF-bedrijven voor de horeca en de foodservice hebben het echt zwaar.” H

ij verwacht dat deze bedrijven een stukje van hun gemiste inkomsten kunnen compenseren door een bijdrage uit het Noodfonds van de overheid. “De afgelopen periode hebben we steeds meer gespecialiseerde bedrijven gezien, gericht op ofwel de horeca of op de retail. En wat eigenlijk niemand had verwacht, is dat zo’n markt helemaal kan wegvallen.”

Daarbij merkt Arne op dat het niet makkelijk is om afzetstromen zomaar om te leggen van de ene naar de andere keten. “Dit vraagt om flexibel en creatief ondernemerschap.” Als voorbeeld noemt hij de groothandel die een business-to-consumer concept heeft ontwikkeld en een handelaar in exotische producten, die gespecialiseerd was in het beleveren van de horeca en nu consumentenmaaltijdboxen maakt. “Maar feitelijk stel je vast dat de AGF-keten, specifiek gericht op de foodservice, toch wel verzwakt is op dit moment en dat het herstel tijd kost. Dat daar afvallers bij horen, is een economische wetmatigheid.”

Arne stelt vast dat schaalvergroting en specialisatie al gaande was in de AGF-sector en dat bij een dergelijk proces afvallers onvermijdelijk zijn. “Deze crisis versnelt dat.” Daarbij voorziet hij dat er ook ondernemers zullen afvallen omdat zij dusdanige klappen hebben opgelopen dat de financiële of mentale veerkracht naar de toekomst toe ontbreekt.  

Betaalbaarheid
In deze moeilijke periode zet Rabobank de overheidsborgstelling voor het MKB zo maximaal mogelijk in om liquiditeitsproblemen te financieren. Daarbij geeft Arne aan dat dit gebeurt voor bedrijven die in de kern gezond zijn. Hij uit zijn zorg over de betaalbaarheid van de leningen en stelt vast dat de tekorten zo hoog kunnen zijn dat terugbetaling ook bij herstel van de markt discussie kan opleveren. “Dan kan er nog steeds een garantie onder liggen, maar je kunt natuurlijk niet financieren als de klant de lening niet kan terugbetalen binnen de gestelde termijn.”

Wat daarbij helpt, is dat de garantiestelling is verlengd van twee naar vier jaar, geeft Arne aan. “Dat is positief. De ondernemers krijgen langer de tijd om de overheidsgegarandeerde lening terug te betalen en de kans op overleven wordt daarmee wel groter.”

Dat niet alle bedrijven gaan overleven, is duidelijk voor Rabobank. Hem is opgevallen dat het enthousiasme van externe financiers door deze crisis is getemperd. Zo heeft hij gezien dat sommige financiers die zich richten op de langere termijn zich hebben teruggetrokken uit projecten. Maar andersom blijken durfkapitalisten juist geïnteresseerd om nu relatief goedkoop een aandeel in AGF bedrijven te verwerven.


Arne Bac van Rabobank gaat uit van een recessie en voorziet dat het economisch herstel tijd gaat kosten

Debiteurenrisico neemt toe
Rabobank houdt rekening met twee scenario’s waar het gaat om het verloop van de maatregelen om de Coronacrisis te beteugelen. In het eerste scenario wordt rekening gehouden met een volledige lockdown van drie maanden met 100 procent omzetderving. Het tweede scenario is wat meer gedempt en daarbij wordt uitgegaan van een gedeeltelijk omzetbehoud of een eerdere opstart.

Rabobank verwacht (eind april) dat de horeca gefaseerd weer zal opengaan onder restricties. Daarbij waarschuwt Arne dat de sector klappen heeft gehad waardoor de horecagelegenheden niet allemaal zullen openen en op termijn ook niet allemaal zullen overleven. “Het debiteurenrisico voor de AGF-handelaar is wel aanwezig omdat hun klanten hier ook niet ongeschonden zijn uitgekomen. Het is positief als de markten weer opengaan maar we moeten ons goed realiseren dat de Nederlandse economie een grote opdoffer heeft gehad en dat het consumentenvertrouwen daardoor is gedaald. Het herstel van de economie gaat tijd kosten. We verwachten dat we dit jaar en zeker ook begin 2021 nog een stevige recessie hebben in de economie.”

Daarbij wijst Arne erop dat de bestedingen in de horeca erg afhankelijk van de economische welvaart. “Je houdt een zeer risicovolle periode want Corona is niet weg en kan ook weer terugkomen. Maatregelen kunnen weer verscherpen. Naarmate de economische schade zoveel mogelijk beperkt wordt, worden de kaarten beter geschud.”

Ook qua AGF-productie zullen veranderingen moeten worden doorgevoerd. Naar verwachting zullen de kosten voor bijvoorbeeld arbeid door het handhaven van de anderhalve meter afstand, toenemen.

Onverwachte kanten
“Online foodverkopen zijn in een versnelling gekomen,” benoemt Arne een van de meer onverwachte kanten van deze crisis. Nu we met zijn allen al een aantal maanden afstand houden en ons gedrag aanpassen, geeft hij geeft aan dat een systeemverandering in gedrag ongeveer vijf weken kost. “Ik vermoed dat een aantal consumenten nu gewend zijn aan online boodschappen doen waardoor dit een belangrijke verandering is die doorzet.”

Verder observeert Arne dat voedselverspilling door de overschotten in de horeca in een ander daglicht is komen te staan. Hij ziet dat initiatieven zoals bijvoorbeeld Samen Tegen Voedselverspilling zich nu ook op de bulkpartijen die over zijn, richten en proberen oplossingen te vinden om deze voedselstromen op een andere manier te verwaarden.


Rob Morren van ABN AMRO geeft aan dat de impact van corona ongekend is, maar verwacht dat de crisis ook perspectief kan bieden. (Foto: Hannie Verhoeven)

Ongekend
“De impact van Corona op maatschappij en economie is ongekend en er zullen bedrijven in alle Nederlandse sectoren zijn die het helaas niet redden,” zegt Rob Morren, Sector Banker Food bij ABN AMRO. “Als bank hebben wij ook de zorgplicht om het gesprek hierover aan te gaan met klanten als er onvoldoende uitzicht is op herstel of ze niet voldoen aan de eisen van overheid bij borgstelling.”

Hij stelt vast dat bedrijven die voor het overgrote deel van hun omzet afhankelijk zijn van leveringen aan de (internationale) foodservice het zwaar hebben, ongeacht het product. “Dit staat in schril contrast met bedrijven die voornamelijk hun producten aan het (Europese) retailkanaal leveren. Als bedrijven in de kern gezond zijn, gaan ze het een tijd volhouden met de forse maatregelen vanuit de overheid en de banken.”

Rob geeft aan dat ABN AMRO er bijvoorbeeld voor heeft gekozen om bij nagenoeg alle bedrijven met een krediet onder de 50 miljoen euro automatisch de aflossingen en rentebetalingen met een half jaar op te schorten. “Veel leveranciers van AGF aan de horeca zijn echte specialisten met veel focus op kwaliteit en exclusiviteit. Bovendien kennen ze vaak langdurige relaties met hun afnemers. Er is nu op sommige markten sprake van overaanbod. Dit drukt prijzen en als je contracten met toeleveranciers vast zit, dan kun je het aanbod moeilijk kwijt. Het alternatieve supermarktkanaal is niet van elastiek qua extra afzetmogelijkheden.”

Rob verwacht dat het een illusie is om te denken dat aan het einde van het jaar omzet richting de horeca weer volledig hersteld is. “Er is de afgelopen jaren veel nieuwe horeca bijgekomen – bijvoorbeeld in toeristische gebieden- waardoor er in sommige regio’s waarschijnlijk overcapaciteit is ontstaan. Naar verwachting zal een deel daarvan helaas haar deuren blijvend sluiten. Het vraagt veel creativiteit van bedrijven die aan de foodservice leveren om hun omzet elders te herstellen om de crisis te overleven.”

Als voorbeeld noemt hij door een plaats proberen te bemachtigen in de maaltijdboxen die consumenten nu (her)ontdekken. Of door partners te zoeken die kunnen helpen met het omstellen van bulkverpakkingen naar consumentenverpakkingen. “Dat biedt helaas maar beperkt een oplossing.”

Balanceren tussen vraag en aanbod
Ten aanzien van financieringen geeft Rob aan dat banken nog steeds een grote focus hebben op asset based financieringen zoals lease of factoring omdat deze financieringsvormen over het algemeen een lager risico kennen en daardoor een lager kapitaalbeslag. “Maar los daarvan blijft toekomstperspectief en een goed onderbouwd bedrijfsplan belangrijk in elk kredietvoorstel om de toekomstbestendigheid te toetsen. We zien steeds vaker langdurige strategische relaties binnen de AGF keten, van teler tot aan retailer, inclusief onderliggende contracten en SLA’s (Service Level Agreement, het minimale niveau van dienstverlening). Dit is een belangrijke stap als je als bedrijf weg wilt uit het aanbodgedreven model waarbij je bent overgeleverd aan de grillen van de (wereld) markt en er sprake is van continu tenderen en balanceren van vraag en aanbod. Bovendien kan je in een gesloten productketen ook betere afspraken maken over het verduurzamen van de productiewijze en producten.”

Daarnaast kijkt ABN AMRO ook nadrukkelijk naar de robuustheid van de sourcing van bedrijven. “Hoe zorg je als AGF bedrijf dat je voldoende kan blijven leveren aan je afnemers en tegelijkertijd aan contracten met leveranciers blijft voldoen. Er zal post-corona nog meer aandacht komen te liggen op het schriftelijk vastleggen van afspraken tussen leveranciers en afnemers over leveringszekerheid en wanneer er sprake is van overmacht. Wereldwijde zorgen over hitte en droogte en de impact op oogsten en door corona komt daar extra onzekerheid bij.”

Rob noemt als voorbeelden van voldoende arbeid, het economisch klimaat in landen en de kosten van het transport. “AGF is balanceren tussen aanbod en vraag in vaak mondiaal opererende ketens. De coronacrisis maakt het complexer om het toekomstperspectief in te schatten. Daar moeten we als financier ook samen met de klant een oordeel over vormen.”

IJzersterk verhaal
Toch voorziet Rob dat deze crisis ook mogelijkheden kan bieden. “De Corona-crisis biedt ook meer ruimte voor discussie. Bijvoorbeeld om nieuwe (financiële) afspraken te maken ten aanzien van leveringszekerheid, betalingstermijnen en waar producten vandaan komen. Er komt nu meer focus op Lokaal waar het kan en van ver waar het moet. Sommige landen zullen focus leggen op het doorontwikkelen van het eigen voedselsysteem om de zelfvoorzienendheid te vergroten. Maar de crisis biedt ook perspectief. Groenten en fruit hebben nog steeds een goed verhaal. Er is geen andere productgroep met zoveel rugwind op het gebied van gezondheid. Juist nu kan je daar in investeren.”

Rob verwacht dat ook de e-commerce een impuls kan krijgen. “De omzetten van maaltijdboxen en online boodschappen groeien sterk en daar kunnen AGF-leveranciers van profiteren. Het is echter lastig voor een individueel bedrijf in AGF om zelf producten naar de consument te versturen. De waardedichtheid van een kubieke meter tomaten is 50 x lager dan bij een kubieke meter elektronica of schoenen. Dat is logistiek niet rond te rekenen tenzij je een hoge (premium) prijs kan vragen. AGF-bedrijven kunnen het beste met speciale producten (smaak, duurzaamheid, gezondheid, gemak etc) en “stevige”online-ready verpakkingen meeliften op de bestaande online initiatieven.

Rechtstreeks naar de consument leveren kan wel als marketingtool dienen om merken te bouwen, klanten loyaler maken of nieuwe producten te testen. Ook zal de crisis een grotere focus leggen op hygiëne en gezondheid. En dan hebben Nederlandse groenten en fruit gewoon een ijzersterk verhaal. Dat verhaal kan de sector nog beter uitdragen. Bijvoorbeeld door jonge generaties te ontmoeten waar ze actief zijn: op social media en in de wereld van influencermarketing”.

Dit artikel verscheen eerder in editie 5, 34e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.

Voor meer informatie:
Rabobank
www.rabobank.com

Arne Bac
Arne.Bac@rabobank.nl 

ING
www.ing.nl

Ceel Elemans
ceel.elemans@ing.com 

ABN AMRO
www.abnamro.nl 

Rob Morren
rob.morren@nl.abnamro.com