Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Willem-Jan Coolbergen, Ortolanda:

"Wanneer een baas even niet oplet, beginnen werknemers hun eigen handeltjes”

Tholen - Willem-Jan Coolbergen, directeur van Ortolanda Borgo Grappa, koos al vroeg in zijn jeugd welbewust voor het telersbestaan. Het gewas radijs paste hem het beste. “Het is een gewas waarmee je kunt onderscheiden. Omdat er niet zoveel spelers op de markt zijn, is het mogelijk om een reputatie op te bouwen als leverancier. Als tomatenteler ben je een van de honderden, bovendien houd ik van frisse lucht en snelle teelt. Radijsteelt is gewoon leuk”, vertelt Willem-Jan.

Samen met zijn broer en ouders zette hij eerst in Oude-Tonge een modern glastuinbouwbedrijf neer en startte tevens met de handel in radijs. Willem-Jan: “Allemaal dezelfde rode ronde radijs, met en zonder blad in alle mogelijke verpakkingsvormen, zoals de klant het wenst. We telen vooral voor supermarkten en snijderijen. Onze afnemers zijn te vinden over heel Europa, van Estland tot Griekenland en van Hongarije tot Spanje.”

Maffia en vervelende hitte
Om klanten jaarrond van radijs te kunnen voorzien, startte Ortolanda negentien jaar geleden een tweede teeltbedrijf op in Italië. Een idee van zijn broer Ad, dat Willem-Jan tot uitvoering bracht. “Mijn broer ging begin 2000 op excursie naar Latina, hij was meteen enthousiast. Ik ging ook maar eens kijken. Ik was nog nooit in Italië geweest en had helemaal niets met het land. Ik associeerde het met maffia, vervelende hitte en mensen die je niet kunt vertrouwen.”

Eigen handeltjes
Toch zette Willem-Jan de stap, ondanks dat zijn eerste voorgevoelens bevestigd werden door ervaringen van andere Nederlanders die in Italië een bedrijf hadden opgestart maar daar niet in slaagden. “Kern van het probleem was keer op keer de mentaliteit van de werknemers. Wanneer een baas even niet oplet, beginnen werknemers hun eigen handeltjes. Ze verkopen een deel van de productie of de oogst stiekem aan eigen klantjes.

Inmiddels weet ik dat Italianen dit niet zien als iets verkeerds, ze denken hier gewoon in de eerste plaats aan zichzelf. In Nederland kun je terugvallen op zorgsystemen maar Italianen moeten overal zelf voor zorgen, het is ieder voor zich, op de staat kunnen ze niet rekenen. Dat maakt ook dat Italianen veel fantasie hebben en flexibel zijn, ze zien altijd weer kans om een uitweg te zoeken en te overleven en blijven bovendien altijd vrolijk.”

Boerenkinkelstijl
Het was Willem-Jan al snel duidelijk dat het niet mogelijk zou zijn om een Italiaans bedrijf vanuit Nederland te managen. Het hele gezin besloot om het avontuur aan te gaan en te emigreren. In Borgo Grappa zetten ze het modernste bedrijf van de streek neer, maar Willem-Jan behoudt daar zijn ‘boerenkinkelstijl’. “Volgens mij is dat beter in het contact met de andere telers. Italianen houden van mooie dingen, maar niemand houdt echt van de handelaren, die arrogante mannetjes met de mooie kleertjes.”

Zware periode
Ortolanda groeide voorspoedig maar die beginjaren waren zeker niet makkelijk. Na een aanslag op het bedrijf door onbekenden, brak een zware periode aan voor het gezin Coolbergen. Dat leidt ertoe dat zijn ex-vrouw en kinderen terug naar Nederland gaan. Willem-Jan blijft in Italië maar pendelt wekelijks heen en weer. De verschillen tussen Italië en Nederland kan hij dan ook haarfijn uitleggen. “Ik kan beide stijlen wel waarderen. Italianen hechten belang aan stijl, klasse en schoonheid. Bella figura doen ze allen, zonder uitzondering. Het zijn warme mensen, ze maken altijd tijd voor je. Aan de andere kant zorgt dat er ook voor dat ze niet gestructureerd en gedisciplineerd zijn”, vertelt Willem-Jan. “Ik ben en blijf een botte Nederlander die alles planmatig aanpakt met veel haast en het liefst allerlei dingen tegelijk en wil doen.”

Piekfijn
Het privéleven van Willem-Jan speelt zich vooral af in Nederland. “Gezelligheid kennen Italianen niet. Gewoon gezellig samen een biertje drinken na het werk of met vrienden in de kroeg snappen ze niet. Ze zitten vastgeroest in hun cultuur waarin eten en vorm het allerbelangrijkste zijn. Alles moet er piekfijn uitzien. Op een gewoon dorpsfeest zien de bezoekers er allemaal uit alsof ze naar een chique bruiloft gaan. Die sfeer maakt Italië tot een heerlijk vakantieland, ze weten precies hoe je mensen moet inpakken, maar ik prik er ook zo doorheen.”

Blijven opletten
Waar Willem-Jan niet aan kan wennen is dat Italianen niet graag de waarheid vertellen, ze draaien constant om de hete brij heen. “Ook al gaat het om iets heel simpels. Italianen vertellen niet hoe het werkelijk zit en kunnen urenlang praten zonder iets te zeggen. Ik heb daar gelukkig vooral buiten mijn werk last van omdat ik voornamelijk handel drijf met klanten buiten Italië, daar kun je gelukkig goede afspraken mee maken.”

In het managen van het bedrijf blijft het wel opletten. “Italianen doen niets liever dan van het pad afwijken, dat is hun sport. Zekerheid heb je nooit, je kunt het nog zo goed voor elkaar hebben met certificaten en exact aan aan de wettelijke eisen en veiligheidsvoorschriften voldoen, een overbuurman kan zomaar de politie op je af sturen en die sluiten gewoon de deuren.

Met dat soort risico’s moet je altijd rekening houden. Hoe groter je groeit, hoe groter netwerk van vriendjes je nodig hebt waar je op kunt rekenen. Als er eens iets gebeurd, moet je genoeg mensen om je heen hebben die je helpen. Daarom is het nooit saai in Italië. Maar hetzelfde geldt voor exporteren overigens. Zolang het goed gaat is er niets aan de hand maar wanneer het mis gaat, dan kan dat meteen een ramp zijn. Het blijft een groot avontuur, maar daar ben je natuurlijk ook ondernemer voor”, besluit Willem-Jan. 

Dit artikel verscheen eerder in de rubriek 'AGF-er buiteland' in editie 4, 33e jaargang van vakblad AGF Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.   

Voor meer informatie:
Ortolanda
www.ortolanda.com 

Willem-Jan Coolbergen
wj@ortolanda.com 

Publicatiedatum: