Macht van de consument
Het is een onwaarschijnlijk verhaal, maar klopt als een bus. Het verhaal begint op de hoogvlakten van Peru, waar op grote cactusplantages schildluizen worden gekweekt voor de rode kleurstof, die men uit luizen wint: karmijnzuur. Veel voedingsmiddelen danken hun rode of roze kleur aan deze diertjes. Kijk maar eens op de ingrediëntenlijst van roze koeken, yoghurtdrank of roze snoepgoed: grote kans dat het product zijn mooie roze of rode kleur dankt aan E120 ofwel cochenille. Tot dusver niets nieuws onder de zon; deze natuurlijke kleurstof is al eeuwen bekend en heeft een lange geschiedenis in de voedingsindustrie.
Ook Starbucks gebruikt de kleurstof om enkele producten te kleuren, waaronder de ‘Strawberry Frappuccino’. Tenminste, tot enkele maanden geleden. Eind maart begon een veganiste een online petitie om de koffieketen te bewegen te stoppen met het gebruik van deze kleurstof. Omdat de stof gewonnen wordt uit insecten, is hij ongeschikt voor veganisten en mensen die een kosher- of halaldieet volgen. De actie kreeg veel aandacht; binnen de kortste keren circuleerden er Youtube-filmpjes en ook de media besteedden er aandacht aan. In luttele weken was Starbucks om: voortaan gebruikt het bedrijf lycopeen uit tomaat om zijn producten te kleuren. En alsof dat niet genoeg is, volgen bovendien veel andere voedingsfabrikanten in stilte het voorbeeld van Starbucks.
Voor de Nederlandse tuinbouwsector is dit hoopgevend nieuws. Hoe meer aandacht voor de vele bijzondere en waardevolle stoffen die planten te bieden hebben, hoe beter. Nog belangwekkender is het om te kijken naar de manier waarop deze overgang van karmijnzuur naar lycopeen tot stand kwam. Allereerst was aan een aantal belangrijke randvoorwaarden voldaan, aan zowel de vraag- als aanbodkant van de markt. Er is een plantenstof bekend die een alternatief vormt voor een gangbaar functioneel ingrediënt; de stof kan prima uit planten gewonnen worden en is goed leverbaar. Bovendien waren levensmiddelenfabrikanten vanwege stijgende prijzen van karmijnzuur al geïnteresseerd in alternatieve natuurlijke kleurstoffen. De factor die in dit verhaal echter de doorslag gaf, is de consument. Consumenten die elkaar via social media informeerden over de samenstelling van producten. Consumenten die massaal gingen vragen om een plantaardig product en zelfs de media erbij betrokken.
Dit brengt mij bij de belangrijkste boodschap, die ik aan dit verhaal overhoud: vergeet de consument niet bij het ontwikkelen en vermarkten van uw biobased product! Onderschat de invloed niet die zij vooral via social media kunnen uitoefenen.
Welke inspanning levert u intussen om consumenten te informeren over de mogelijkheden van uw product en over de voordelen van plantenstoffen?
Bron: Kenniscentrum Plantenstoffen