Duitse kunstmestproducent K+S koopt kaliummijnen
K+S betaalt 4,5 dollar per aandeel. Dat is 24 procent meer dan de prijs waarmee het bedrijf op 19 november afsloot. Door slinkende grondstoffen en fabrieken die bijna aan hun maximum zitten, was de druk op K+S groot. Om aan de groeiende vraag te voldoen, zat er voor de kunstmestproducent niks anders op dan op zoek te gaan naar nieuwe grondstoffen.
Dankzij de overname krijgt K+S toegang tot ruime voorraden in Canada, waaronder ook het Legacy-project, een veld waar naar alle waarschijnlijkheid 2,7 miljoen ton kaliumchloride per jaar gewonnen kan worden. "De nieuwe voorraad kalium gaan er samen met onze bestaande kaliummijnen voor zorgen dat we internationaal kunnen blijven concurreren", zegt K+S bestuursvoorzitter Norbert Steiner.
Reeds in 2007 liet Steiner weten dat K+S behoefte had aan nieuwe grondstoffen. Twee jaar later nam het bedrijf Dow Chemical Co’s Morton over en werd daarmee 's werelds grootste aanbieder van zout. Steiner nam pas de beslissing om Potash One over te nemen nadat een deal met EuroChem Mineral en Co om een kaliummijn te openen in Rusland misliep. Ook het plan om een staatsmijn te heropenen in Oost-Duitsland liep op niks uit.
De druk om meer te produceren neemt nog steeds toe, doordat de goedlopende kaliummarkt kapers aantrekt. Dat zijn veelal mijnbedrijven die genoeg geld hebben om kaliumreserves te creëren. Zo werd onlangs bekend dat Vale SA, 's werelds grootste leverancier van ijzererts, 4,5 miljard dollar pompt in een kaliummijn in Argentinië.
bron Boerenbusiness.nl