"Geen plannen voor 'herleving' Moorhouse & Mohan"
"Er is geen nieuwe onderneming opgestart in de afgelopen maanden die betrekking heeft op de handelsactiviteiten van Moorhouse & Mohan en er is geen intentie om dat in de toekomst te doen," aldus de woordvoerder. "Net zo min heeft dat bedrijf voormalige werknemers van Moorhouse & Mohan in dienst, want dit 'nieuwe' bedrijf is met totaal andere activiteiten buiten het Verenigd Koninkrijk. Het bedrijf is op geen enkele manier gerelateerd met de activiteiten van Moorhouse & Mohan."
Volgens hem gaat het om een formalisering van handelsactiviteiten die in de afgelopen 15 maanden in een ander bedrijf zijn gedaan en niet in Moorhouse & Mohan. "Er zijn geen plannen om Moorhouse & Mohan te laten 'herleven' en de voormalige werknemers zijn vrij om te doen wat ze willen. De suggestie dat er iets anders gaande is, is grof en ongefundeerd. Het leest als een complottheorie."
Bart's en de rechtsgang
Daarnaast werd er in het artikel vorige week door Bart's Potato Company gereageerd op de juridische kwestie. Het Belgische bedrijf wees daarbij op de uitspraken die al zijn gedaan. Moorhouse & Mohan heeft echter een andere visie: "Het Tribunal de Grande is niet bindend onder de Engelse wet. Het contract viel onder de Britse wetgeving en moet daarom in een Engelse rechtbank behandeld worden voordat een uitspraak van een tribunaal bindend wordt. Een andere suggestie is onzin en deze Grand Tribunals die genoemd worden waren a) in Parijs en b) in Edinburgh. Geen van beide is voor zover wij weten bindend onder de Engelse wet."
"Toen de RUCIP uitspraak deed, werd het geaccepteerd door het tribunaal dat de uitspraak nog steeds onderworpen is aan de Engelse wet. Dit is heel duidelijk gemaakt door de leden van het tribunaal en de advocaat die Moorhouse & Mohan vertegenwoordigde bij het tribunaal."
"Moorhouse & Mohan kreeg het advies om als het voor de Engelse rechtbank kwam, dat Moorhouse & Mohan haar positie krachtig zal verdedigen, maar dat daarvoor een grote geldbedrag nodig is om de juridische kosten deels vooruit te kunnen betalen."
Het Britse bedrijf kreeg echter het advies om geen verdere juridische stappen te zetten ondanks dat de uitspraken in hun ogen niet rechtsgeldig waren, omdat het niet in het belang van de crediteuren zou zijn.
"Als het klopt wat er gezegd werd, dan betekent dat dat het Engelse juridische systeem haar jurisdictie over commerciƫle zaken aan een arbitraire organisatie heeft overgedragen, die samengesteld is uit handelsmensen die hoofdzakelijk van buiten het Verenigd Koninkrijk komen en niet onder de Engelse wet vallen. Als dat het geval zou zijn, heeft dat grote gevolgen voor de handelsbetrekkingen in Engeland."