In het EnergieAkkoord van Greenport West-Holland werken partners samen aan de ambitie: een klimaatneutrale regionale glastuinbouw in 2040. Voor de periode 2026-2030 bundelen deze partners - overheden, ondernemers en kennisinstellingen - opnieuw hun krachten. De ondertekening van de verlenging van het EnergieAkkoord vindt plaats op 18 december, tijdens de jaarlijkse Meet & Greet Energie. De definitieve stukken achter het nieuwe EnergieAkkoord zijn online alvast in te zien.
Doelstellingen
In de periode 2026–2030 wordt verder gewerkt met doelstellingen op drie niveaus: korte, middellange en lange termijn. Op korte termijn staan onder meer verdere facilitering van warmtenetten, extra CO₂ voor kassen en nieuwe proefprojecten centraal. Op middellange termijn ligt de focus op het gebruik van duurzame gassen en aansluiting op het waterstofnetwerk. Op de lange termijn is de ambitie een groot regionaal warmtenet en realisatie van energievisies per deelgebied.
Samen sterker
"Het is de laatste jaren duidelijk gebleken dat projecten vanuit het EnergieAkkoord juist het meeste bijdragen aan gezamenlijke vraagstukken die eigenlijk dilemma's tussen overheden en bedrijfsleven vormen", zo staat in het EnergieAkkoord 2026-2030. "Denk daarbij aan verschillende beleidsdoelen vanuit de verschillende overheden waarbij nieuwe innovatie vanuit de markt worden opgepikt. Als een individuele marktpartij of tuinbouwondernemer deze innovatie wil realiseren, kan het vergunningsproces voor zowel de ondernemer als de betrokken overheid complex zijn."
Ervaring vanuit dit vergunningsproces is daarbij juist voor andere ondernemers en overheden belangrijk en dus is de kennisdeling uit complexe vergunningaanvragen de manier om bij te dragen aan de precompetitieve innovatiekracht, aldus de partners achter het EnergieAkkoord van Greenport West-Holland. Als voorbeeld noemt men het project MTO (Middelhoge Temperatuur Opslag). Dat project heeft laten zien hoe deze publiek-private samenwerking in de versnelling kan bijdragen en zorgt er nu voor dat ondernemers in deze innovatie investeren en tegelijkertijd met overheden en kennisinstellingen wordt samengewerkt voor een doelmatige monitoringstechniek.