Kunnen we huisvesting voor internationale werknemers slimmer gebruiken? Door multigebruik van huisvesting ontstaan nieuwe kansen voor zowel ondernemers als gemeenten, deelt de Werkgeverslijn land- en tuinbouw in aanloop naar de dag van de Agrarische huisvesting, op 25 november.
"We hebben allemaal hetzelfde probleem: er zijn te weinig woningen. Dus laten we kijken wat wél kan," zegt Gerlof Roubos, specialist arbeid en werkgeverschap bij de NFO. LTO en NFO zetten zich beiden in voor goede en kwalitatieve huisvesting van internationale werknemers in de land- en tuinbouw. Namens LTO komt Eric Douma aan het woord.
Roubos ziet naast uitdagingen ook genoeg kansen in multigebruik van huisvesting door verschillende doelgroepen. "Stel, je kunt die huisvesting buiten het seizoen aanbieden aan spoedzoekers zoals gescheiden mensen of Oekraïense ontheemden. Het idee is goed. In de praktijk is het wel moeilijk te realiseren. Zo zijn er vragen over toezicht en verantwoordelijkheid. Wie belt een bewoner bijvoorbeeld midden in de nacht als er iets misgaat – de fruitteler of de gemeente of welzijnsorganisatie? Ook het begrip 'tijdelijkheid' is een lastige, omdat het vaak onduidelijk is wanneer de tijdelijkheid over is. In deze huizenmarkt kan het lang duren voordat een permanente verblijfplaats is gevonden. En je kunt moeilijk iemand zijn slaapplek ontzeggen tijdens de vier tot zes weken dat de internationale werknemers aan de slag gaan. En dan zijn er nog drempels door lokale regelgeving. Zo moeten mensen die op basis van logies in woonruimte verblijven in sommigen gemeenten toeristenbelasting betalen: dit geldt dus ook voor bijvoorbeeld gescheiden mensen die tijdelijk bij de fruitteler wonen en op een ander adres ook al inwoner van de gemeente zijn."
Toch ziet Roubos dat er beweging komt. "In sommige gemeenten wordt al geëxperimenteerd met tijdelijke woonvormen waar meerdere groepen samenleven. Dat vraagt om lef – van bestuurders, ondernemers én inwoners. Want zolang we vasthouden aan bestaand beleid, blijft de woningnood groeien. Gemeenten die durven kijken naar wat wél kan, maken echt verschil."
Voorbeeld multigebruik
Een voorbeeld van multigebruik is De Beerendonck in Venlo. Hoewel geboren vanuit noodzaak, slapen daar verschillende groepen onder één dak: dakloze internationale werknemers zonder recht op gemeentelijke hulp, Oekraïense ontheemden, jongeren in maatschappelijke opvang en statushouders. Allemaal groepen die er tijdelijk verblijven. Roel Salden, regiomanager bij het Leger des Heils, vertelt: "We zien weinig incidenten en een hoge uitstroom: 85% van de dakloze internationale werknemers stroomt binnen tien dagen uit naar werk met onderdak of terugkeer naar het thuisland. Ook de gemeente is positief: de overlast in de stad is flink afgenomen."
In de Berendonck worden tijdelijk diverse doelgroepen met hulpverlening opgevangen. Hoewel het om een andere doelgroep gaat, laat De Beerendonck zien dat multigebruik mogelijk is. Het voorbeeld inspireert Roubos: "Met gemeenten verken ik of er ook sectoren zijn waar internationale werknemers werken met een ander seizoenspatroon dan de land- en tuinbouw. Zo ligt er een initiatief om samen te werken met de metaalindustrie. Het idee is dat de medewerkers uit deze sector op vakantie gaan tijdens de fruitpluk: ik zou dit een fantastische pilot vinden voor multigebruik."
Huisvesting op eigen terrein
Bij LTO Nederland deelt Eric Douma de visie van Roubos en nodigt ook uit om in mogelijkheden te denken. "Multigebruik van huisvesting kan een waardevolle oplossing zijn, mits kwaliteit en beheer goed geregeld zijn. Goed werkgeverschap begint bij goed wonen. Dit doen wij onder andere door het stimuleren van het voeren van een keurmerk zoals het Agrarisch Keurmerk Flexwonen (AKF). LTO heeft geen directe rol voor andere doelgroepen. Uiteraard stimuleren we ondernemerschap wel bij onze leden. Multigebruik van huisvesting kan een ondernemerskeuze zijn: mooi als dit voor onze leden nieuwe mogelijkheden biedt. Zorg er wel altijd voor dat het huismeesterschap optimaal voor je medewerkers is ingericht."
Bij huisvesting op het eigen terrein is er vaak meer toezicht; het verlicht de druk op de reguliere woningmarkt; en het beperkt woon-werkverkeer. "Het is een gemiste kans als je als gemeente huisvesting op eigen terrein niet toestaat", beargumenteert Roubos. "Wanneer beleid dit niet toestaat, dwing je fruittelers elders te huren of ervoor te kiezen om uitzendkrachten in te huren. LTO en NFO zijn er voorstander van om zoveel mogelijk mensen in eigen dienst te hebben: werknemers lopen minder risico's en er is meer binding. Uit het Arbeidsmarktonderzoek van Colland blijkt dat in de fruitteelt 80% van de werknemers in eigen dienst is. Dit willen we zo houden of verhogen."
Roubos vat het samen: "De mensen die hier tijdelijk werken, doen dat met een doel. Ze dragen bij aan onze voedselvoorziening en verdienen waardering en een goede plek om te wonen. Als ondernemers en gemeenten samen creatief durven kijken, ontstaan oplossingen die verder reiken dan één doelgroep. Je kunt veel bedenken, maar soms moet je ook gewoon doen en kijken hoe het uitpakt." Roubos nodigt ondernemers en gemeenten uit om ideeën kenbaar te maken. "Als ondernemers en gemeenten de krachten bundelen en samen durven denken in slimme huisvestingsoplossingen, plukken we er als samenleving de vruchten van."
Bron: Werkgeverslijn land- en tuinbouw