Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Boete van €30.000 voor groente- en fruithandel wegens illegale arbeid blijft staan

De Raad van State heeft op 8 oktober 2025 bepaald dat een Duitse groothandel in groente en fruit een boete van €30.000 moet betalen vanwege overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De uitspraak bevestigt daarmee eerdere besluiten van zowel de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid als de rechtbank Den Haag.

De boete werd opgelegd nadat inspecteurs van de Nederlandse Arbeidsinspectie in 2022 onderzoek deden bij een nevenvestiging van het bedrijf in Nederland. Daarbij werd vastgesteld dat zes werknemers zonder tewerkstellingsvergunning aan het werk waren met het sorteren, stapelen en vervoeren van groente en fruit. Daarnaast had het bedrijf niet voldaan aan een verplichting op grond van artikel 15a van de Wav, die werkgevers verplicht mee te werken aan inspecties.

Geen tijdelijk karakter
De groothandel stelde in beroep dat er sprake was van grensoverschrijdende dienstverlening, omdat het om tijdelijk uitgezonden werknemers zou gaan. De rechtbank ging daar echter niet in mee, omdat de werkzaamheden volgens haar geen tijdelijk karakter hadden. De Raad van State onderschrijft dat oordeel en oordeelde dat het bedrijf geen geldig beroep kan doen op Europese uitzonderingsregels.

Ook het verwijt dat de inspectie willekeurig zou hebben gehandeld, werd verworpen. Volgens de Raad van State hadden de inspecteurs "goede redenen om te vermoeden" dat de betrokken arbeidskrachten feitelijk voor het bedrijf werkten, en was het aan de werkgever om dat nader te onderzoeken.

Met de uitspraak van de hoogste bestuursrechter is de zaak definitief afgerond. De boete van €30.000 blijft in stand, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Bron: Raad van State

Gerelateerde artikelen → Zie meer