Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Gewassen nemen toxinen geproduceerd door blauwalgen op

Blauwalgen kunnen giftige stoffen produceren die schadelijk zijn voor mens en dier. Wanneer blauwalgen worden aangetroffen in oppervlaktewateren worden deze vaak afgesloten of geldt er een oppompverbod. Maar wat gebeurt er als gewassen geïrrigeerd worden met water waarin deze algen leven? Uit proeven met gewassen zoals aardbeien, wortels en sla van Inagro en ILVO blijkt dat ze de giftige stoffen uit het water kunnen opnemen.

Tegenwoordig zijn lange droogteperiodes in de zomer geen uitzondering meer. Als gevolg hiervan is er regelmatig een oppompverbod voor de land- en tuinbouw van kracht. Dit verbod is er niet enkel om grote watertekorten te voorkomen maar ook om irrigatie met oppervlaktewateren gecontamineerd met toxines van blauwalgen tegen te gaan. Maar in welke mate vormt irrigatie van groenten en fruit met gecontamineerd water een risico voor de volksgezondheid?

Binnen het CYANTIR project onderzocht Inagro of irrigeren van gewassen met water gecontamineerd met microcystine (een specifiek cyanotoxine geproduceerd door blauwalgen) een risico inhoudt voor wat betreft de voedselveiligheid. Inagro ging na of er restconcentraties van toxinen kunnen worden teruggevonden op het gewas. De bloei van blauwalgen piekt in periodes van extreme droogte, en dit is net de periode dat het interessant is om oppervlaktewater in te zetten in de land- en tuinbouw.

Blauwalgen maken schadelijke toxinen aan
Blauwalgen, eigenlijk cyanobacteriën genoemd, komen vaak voor in zoet, brak en zeewater. Onder bepaalde omstandigheden, zoals hoge concentraties stikstof en fosfaat, laag stilstaand water en hoge temperaturen, kunnen ze giftige bloeien vormen. Tijdens deze bloeivorming kunnen de algen gifstoffen cyanotoxinen, aanmaken. Bijgevolg kan de bloei een mogelijk risico vormen voor de volksgezondheid wanneer gewassen geïrrigeerd worden met dit water.

Er zijn verschillende cyanobacteriën waarvan Microcystis aeruginosa één van de meest toxische soorten is die in België wordt teruggevonden. Bij het consumeren van hoge concentraties kan dit leverschade veroorzaken. De meest voorkomende variant van dit toxine (MC-LR) werd opgezuiverd aangekocht en gebruikt in de proeven om de effecten op de gewassen te testen. Er werden verschillende methoden gebruikt om de aanwezigheid van toxinen in gewassen te meten, waaronder een nieuwe methode ontwikkeld door Sciensano.

Proeven met verschillende gewassen
Uit proeven met verschillende gewassen bleek dat sla, aardbeien en wortels de toxinen konden opnemen, vooral wanneer ze werden geïrrigeerd met toxinen. Maar de mate waarin dit gebeurde, varieerde afhankelijk van het type gewas en de bewateringsmethode.

Bladgewassen
Bij Inagro werd een experiment uitgevoerd met kropsla, die als modelplant diende voor bladgewassen. De sla groeide in potten met potgrond en werd geïrrigeerd met regenwater via sproei-irrigatie en aangieten. Er waren twee groepen: een controlegroep die alleen regenwater kreeg en een groep waarbij cyanotoxinen aan het irrigatiewater werden toegevoegd. Na vijf weken werden de kroppen geoogst en geanalyseerd.

Visueel waren er geen verschillen tussen de controleplanten en de planten die met toxinen beladen water werden bewaterd. Het gewicht en de kwaliteit van de kroppen waren ook vergelijkbaar. Analyse toonde hogere concentraties toxinen aan in de buitenste bladeren van de behandelde kroppen, terwijl in de controle- en binnenste bladeren geen toxinen werden gevonden. Dit suggereert dat de buitenste bladeren mogelijk meer sproei-irrigatie hebben ontvangen of dat toxinen voornamelijk naar de oudste buitenste bladeren worden getransporteerd. Een andere proef met een mobiel gootsysteem in hydrocultuur toonde weinig tot geen toxinen in de voedingsoplossing, waardoor er geen conclusies konden worden getrokken uit deze resultaten.

Wortels en zacht fruit
Bij ILVO werden irrigatieproeven gedaan met aardbeien en wortelen, met verschillende irrigatiemethoden (druppel- en sproei-irrigatie) en behandelingen (met en zonder toegevoegde toxinen). Na een maand waren er geen verschillen tussen controleplanten en planten bewaterd met toxinen, maar bij aardbeien was er duidelijke accumulatie van toxinen in de vruchten, ongeacht de irrigatiemethode. Bij wortelen werd slechts sporadisch toxinen gevonden, wat suggereert dat wortelen minder toxinen opnemen dan aardbeien.

Verder onderzoek is nodig om de interacties tussen toxinen en plant na te gaan
Hoewel de resultaten belangrijke inzichten bieden, zijn er nog veel onbekende factoren over hoe deze toxinen de planten beïnvloeden en of ze kunnen worden omgezet in minder schadelijke vormen. Ook is er meer onderzoek nodig naar de effecten van weersomstandigheden op de opname van toxinen door gewassen.
Kortom, het bewateren van gewassen met water dat toxinen van blauwalgen bevat, kan risico's met zich meebrengen voor de voedselveiligheid, maar er is nog veel te ontdekken over dit onderwerp.

Voor meer informatie:
Inagro
Ieperseweg 87
8800 Rumbeke-Beitem
Tel: 051 27 32 00
[email protected]
www.inagro.be

Publicatiedatum: