Hoewel importgroenten en importfruit momenteel een belangrijke plek innemen in de schappen van de Franse supermarkten, zouden de recente economisch en klimaat gerelateerde ontwikkelingen de komende jaren tot de nodige veranderingen op de markt kunnen leiden. Alexandre Picault, commercieel directeur van Kultive, een bedrijf gespecialiseerd in het telen van kasgroenten en de grootste komkommerteler van Frankrijk, gelooft in deze strategie die draait om lokaal telen, begonnen in 1985.
"Om zo goed mogelijk in te kunnen spelen op de nationale vraag, is het motto van Kultive altijd al geweest om zo dicht mogelijk bij de telers en de consumenten te staan. De opwarming van de aarde laat ons steeds vaker zien dat het goed is dat we op deze manier zijn gaan denken en handelen, te meer omdat dit ook betekent dat importproducten in de toekomst waarschijnlijk minder beschikbaar zullen zijn."
Klimaatverandering beïnvloedt de beschikbaarheid van mediterrane producten
Hoewel alle landen momenteel te maken hebben met diverse steeds vaker terugkerende klimaatrisico's, hebben sommige landen hier meer hinder van dan andere, met opbrengsten die van jaar tot jaar moeilijker te handhaven zijn. "Nemen we het huidige komkommerseizoen als voorbeeld, dan zien we dat Spanje tijdens de zomermaanden te kampen heeft met hittegolven met temperaturen tot wel 45 graden. Het telen van komkommers onder die omstandigheden is natuurlijk extra ingewikkeld en het planten en verplanten van de planten onder deze omstandigheden is extreem lastig. Er kan dus een vertraging optreden bij het zaaien in Spanje, een vertraging die op een bepaald moment zou kunnen leiden tot een kleiner aanbod aan komkommers en hogere, minder concurrerende prijzen. Deze situatie zou wel weer gunstig kunnen zijn voor de Franse komkommers, die in eigen land dan met minder concurrentie te maken hebben dan de Spaanse komkommers."
Economische context beïnvloedt concurrentievermogen van Benelux-producten
Hoewel de Spaanse komkommers grote concurrenten zijn voor Franse komkommers, blijven de komkommers uit België en Nederland de belangrijkste op de teeltkalender van de Franse markt.
"De Benelux-landen hebben niet hetzelfde bedrijfsmodel als Frankrijk. Dankzij het feit dat ze een andere marktorganisatie hebben, kunnen deze landen profiteren van grote investeringen van verschillende financiële groepen. Terwijl wij ons met onze komkommers op de binnenlandse (Franse) markt richten, richten zij zich met hun komkommers op de buitenlandse, niet-Franse markt.
Vóór de energiecrisis waren de Benelux-landen wat betreft de prijzen heel concurrerend. Dankzij het gunstige klimaat en de goedkope energie waarvan de Benelux-landen gebruik kunnen maken, konden ze hun kassen verlichten en verwarmen en daardoor veel hogere opbrengsten genereren dan wij in Frankrijk. Bovendien konden de Benelux-landen profiteren van goedkope arbeidskrachten uit Oost-Europa, die nu minder beschikbaar zijn, hun eigen gewasbeschermingsmiddelen goedkoper inkopen en dus ook goedkoper telen dan wij."
"In deze veranderende economische context krijgen de Benelux-landen nu ook te maken met dezelfde problemen als de Franse telers op het gebied van arbeidskrachten en energie. Daarnaast zijn de Benelux-landen door hun exportgerichte telers afhankelijk van buitenlandse markten, waarvan sommige onlangs zijn gesloten. Soms leveren de Benelux-landen aan landen met opbrengsttekorten, maar als het binnenlandse aanbod daar voldoende is, blijven ze met te veel producten zitten."
"Op dit moment zijn het dus niet zozeer de aan het klimaat gerelateerde beperkingen die hun teeltproces en uiteindelijke opbrengsten beïnvloeden, maar de economische beperkingen, die hun komkommers minder concurrerend maken dan de Franse komkommers. Ons grote voordeel in Frankrijk is dat we Franse komkommers telen voor de Franse markt. In tegenstelling tot de telers in de Benelux-landen, zijn onze telers dus niet afhankelijk van de situatie op de markten in andere Europese landen."
Het Franse aanbod versterken: de rol van leveranciers
"Over het algemeen ben ik nog altijd vrij verbaasd over het feit dat leveranciers zich niet net wat meer inspannen om dichter bij de telers te komen en meer contracten met hen af te kunnen sluiten. Hoewel de prijsniveaus in de loop van een seizoen inderdaad flink kunnen schommelen, wordt dit namelijk steeds meer de trend. Dus: waarom niet meer contracten afsluiten? Helemaal omdat de meeste telers dit heel graag zouden willen. Op dit moment is het investeringsniveau zo hoog dat ze de sprong zonder garantie niet durven te wagen, iets dat heel begrijpelijk is. Veel leveranciers vragen de telers om, voordat ze over het verhandelen ervan praten, de gewenste producten eerst te telen, maar eigenlijk kan er allang niet meer op die manier worden gewerkt. Het profiel van de telers is veranderd, de nieuwe generaties telers zijn meer betrokken bij de economische dimensie die voor telers belangrijk zijn en willen daarom weten wat de vooruitzichten op middellange en lange termijn zijn voordat ze hun bedrijf (verder) ontwikkelen."
Volgens Alexandre moeten leveranciers zich bewuster worden van de noodzaak die er bestaat om het teeltproces te veranderen om het Franse aanbod te (kunnen) consolideren. "Tegenwoordig hebben telers te maken met steeds meer beperkingen: het gaat daarbij niet alleen om klimaat gerelateerde beperkingen, maar ook om economische en sociale beperkingen, naast de beperkingen rondom het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (het aantal toegestane meststoffen) die er al waren en bovenop nog tal van andere problemen. Van telers wordt gevraagd en betere en gezondere producten te telen. Onze en andere telers zijn echter eerder bereid om bepaalde beperkingen te accepteren als deze gepaard zouden gaan met enkele voor hen interessante garanties."
Het teeltproces ontwikkelen via lokalisering om beter aan de vraag van de Franse markt te kunnen voldoen?
Tegelijkertijd moet het Franse komkommerteeltproces van het begin tot het eind van het seizoen georganiseerd en aangepast blijven aan de nationale vraag. "We weten dat we kunnen rekenen op de hulp van enkele leveranciers die vanaf de lente, de meest cruciale periode van het seizoen, de diverse Franse kanalen openstellen.
We moeten er echter ook voor zorgen dat we in het midden van het seizoen (van ongeveer 15 juni tot 14 juli, wanneer er meestal sprake is van een tekort) voldoende te verhandelen partijen hebben, zodat de opengestelde kanalen ook echt open kunnen blijven en de leveranciers niet – om (toch) aan de vraag te kunnen voldoen – hun toevlucht hoeven te nemen tot importproducten. Als de omschakeling eenmaal heeft plaatsgevonden, en vooral tijdens deze zomervakantieperiode, kan het voor de Franse komkommers namelijk ingewikkeld worden om hun plek op de binnenlandse markt en die in de schappen van Franse supermarkten terug te winnen.
Een oplossing zou kunnen zijn om de teelt te lokaliseren, in de vorm van bijvoorbeeld een uitbreiding in het zuiden van Frankrijk, die de teelttekorten in het noorden van Frankrijk kan compenseren, waarbij we ons aanpassen aan de aan het klimaat gerelateerde beperkingen en zo goed mogelijk proberen in te spelen op de behoeften van de Franse markt.
De teeltkalender volgen zou ook een oplossing kunnen zijn, hoewel het verder belangrijk is om het eind van het seizoen goed te beheren en dan te komen met kwaliteitsproducten die kunnen concurreren met de vroege komkommers uit Spanje. We moeten in gedachten houden dat voor consumenten aan het begin van het seizoen vooral de Franse herkomst telt en aan het eind van het seizoen vooral de kwaliteit."
Toekomstige ontwikkelingen die het Franse teeltproces kunnen ondersteunen
Op dit moment blijft het vinden van goede arbeidskrachten een van de grootste beperkingen voor het Franse komkommerteeltproces. "Telers hebben heel veel moeite met het vinden van gekwalificeerd personeel dat in de kassen kan werken. We kennen voorbeelden van telers die de capaciteit hebben om te herinvesteren in de ontwikkeling van kassen, maar niemand kunnen vinden om hun nieuwe tools te bedienen. Met de ontwikkeling van de technologie zou het inzetten van oogstrobots in de toekomst daarom misschien een goed idee zijn."
"Daarnaast wordt ons gevraagd om bij het telen steeds meer gebruik te maken van groene energie. Sommige bedrijven zijn in het kader hiervan mogelijk geïnteresseerd in het concept van decarbonisatie, dat erop is gericht is koolstofkredieten te kopen van bedrijven die op een groenere manier telen. Misschien kan dit ook een nieuwe richting zijn voor ons bedrijf, waardoor we meer kunnen investeren."
Hoewel Kultive in de eerste plaats wil voorzien in de behoeften van de Franse markt, zou de veranderende economische en klimaat gerelateerde context er de komende jaren ook heel goed toe kunnen leiden dat het bedrijf naar andere landen binnen Europa gaat exporteren. "We hebben al eerder geëxporteerd, maar dat was meer om de ups en downs van de Franse opbrengsten, bestemd voor onze thuismarkt op te kunnen vangen. Misschien zullen er de komende 10 jaar echter andere landen binnen het Middellandse Zeegebied om Franse producten vragen op het moment dat ze hun eigen markten niet meer kunnen bevoorraden. Dit zou ook een kwestie van het zich aanpassen aan de markt kunnen zijn. En als het voor ons economisch gezien zinvol is om te exporteren, waarom zouden we die mogelijkheid dan niet overwegen?"
Voor meer informatie:
Alexandre Picault
Kultive S.A.S.
190 allée du bois vert
45640 Sandillon, Frankrijk
Tel.: +33 (0)2 38 49 33 49
[email protected]
www.kultive.fr