Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Weerbaarheid land- en tuinbouw verbetert, toekomst onzeker

De landbouw- en tuinbouw staat er financieel goed voor. Na een sterk 2023 lijkt ook dit jaar relatief gunstig te worden door hoge, stabiele prijzen en lagere kosten. Wel is het natte weer dit jaar een onzekere factor. De toekomst is echter uitdagend; over tien jaar ziet de sector er wezenlijk anders uit.

In deze publicatie behandelt ABN AMRO voor alle subsectoren de ontwikkelingen in de markt en de liquiditeitsontwikkelingen bij bedrijven in het vorige en het lopende jaar en maken ze tevens een inschatting van de grote trends in het komende decennium. Die subsectoren zijn achtereenvolgens: akkerbouw, kalverhouderij, melkveehouderij, pluimveehouderij, sierteelt, varkenshouderij, visserij en glasgroente.

© ABN AMRO

ABN AMRO verwacht dat over circa tien jaar de stikstofuitstoot uit de landbouw is gehalveerd. Deze halvering zal tot stand komen door een combinatie van uitkoop, innovatie en management-maatregelen. Dit betekent tevens een krimp van zowel de varkens- als de melkveestapel. Bedrijven zullen dan minder kunstmest gebruiken en meer gebruik maken van kunstmestvervangers, ook wel Renure genoemd. Dit is stikstof gewonnen uit mest van het vee dat in Nederland wordt gehouden.

Het areaal voor biologische en extensieve landbouw neemt de komende tien jaar naar verwachting flink toe en ook de diversiteit in bedrijfstypen en activiteiten op het platteland stijgt. De afgelopen jaren hebben steeds meer agrarische bedrijven verbredingsactiviteiten opgestart. Zo steeg het aantal agrarische bedrijven dat naast de reguliere activiteiten ook loonwerk voor derden verricht, natuurbeheer uitvoert of energie levert aan derden. Deze en andere activiteiten nemen de komende tien jaar nog verder toe. Boeren zullen dus naast het produceren van voedsel optreden als beheerder van natuur en landschap, en als leverancier van energie. Daarmee vervullen ze een cruciale rol in de ontwikkeling naar een vitaal en duurzaam platteland.

Verschuiving van dierlijk naar plantaardig
Daarnaast vindt een verschuiving plaats in de consumptie van dierlijke naar plantaardige eiwitten. Supermarkten hebben aangegeven binnen hun assortiment meer op plantaardige eiwitten te willen sturen. Nu bestaat het consumptiepatroon in Nederland volgens het Voedingscentrum nog uit circa 57 procent dierlijk en 43 procent plantaardig. Het doel is om in 2030 op een gelijke verhouding te zitten en daarna richting 60 procent plantaardig en 40 procent dierlijk te gaan. Dit betekent dat akkerbouwers met de teelt van specifieke eiwitrijke gewassen een belangrijke rol kunnen spelen.

Om ons voedselsysteem te verduurzamen en daarmee de druk op klimaat, dierenwelzijn en biodiversiteit te verminderen zal de geldstroom naar boeren moeten toenemen. Zij moeten immers de extra kosten voor verduurzaming kunnen betalen. Dit kan door bijvoorbeeld een meerprijs voor duurzame producten te krijgen. Keurmerken als On the Way to Planet Proof, Beter Voor (AH), Beter Leven en Biologisch zijn effectieve middelen om duurzame producten onder de aandacht te brengen en de bewuste consument te motiveren om die meerprijs te betalen. De kosten kunnen ook betaald worden door boeren een vergoeding te geven voor zogeheten groene en blauwe diensten. Dit zijn betaalde diensten die betrekking hebben op natuurbeheer, het aanleggen van houtwallen, het later maaien ten behoeve van weidevogels en het verbeteren van de waterkwaliteit en de ecologie in poldersloten. Het nieuwe kabinet zet met een jaarbudget van 500 miljoen euro, stevig in op deze laatste route.

Hoewel de sector dus zeker perspectief heeft, is het toekomstige pad nog onzeker. Dat zorgt ervoor dat boeren- en tuinders huiverig zijn om te investeren, terwijl de afgelopen jaren zeer gunstig zijn geweest en er dus voldoende financiële ruimte is.

Liquiditeitsverwachtingen zijn positief
Ook dit jaar zijn de liquiditeitsverwachtingen voor nagenoeg alle land- en tuinbouwsectoren positief. In het rapport wordt per subsector ingegaan op de recente ontwikkelingen, de verwachtingen voor 2024 en de bredere trends op de lange termijn.

Download hier het volledige rapport

Bron: ABN AMRO

Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer