Het gemiddelde inkomen van Nederlandse glastuinders is gedaald in 2025, mede door stijgende kosten. Alle kostenposten worden hoger geraamd, waarvan nagenoeg alle meer dan 10%, blijkt uit jaarlijkse cijfers van Wageningen Social & Economic Research. Bij de stijging van de kosten moet wel ook de gemiddelde bedrijfsgroottegroei van 7,5% worden meegenomen.
Flexibiliteit op energiegebied steeds belangrijker
Vorig jaar waren ook alle kostenposten gestegen, behalve de energiekosten, maar dit jaar is dat volgens de raming anders. De energiekosten stijgen naar verwachting met bijna 19% per gemiddeld bedrijf. Samen met de posten 'zaaizaad en pootgoed' en 'meststoffen' (alle een stijging van ongeveer 19%) springen deze drie posten eruit. De groei komt veelal voor de helft uit steekproefeffecten en de andere helft uit prijs- en volume-effecten.
Hoe de ontwikkelingen in energieprijzen in 2025 zich vertalen naar opbrengsten en kosten, varieert per bedrijf vanwege verschillende bedrijfsinrichtingen en strategieën voor energieaankoop en -verkoop. Bedrijven zijn steeds flexibeler in het invullen van hun energiebehoeften en een hogere inkoopprijs hoeft daarom niet per se een probleem te zijn. Uiteindelijk draait het om het saldo tussen energiekosten en opbrengsten, oftewel de behaalde netto-energiekosten.
In deze raming zijn kosten en opbrengsten voor energie gescheiden. In de praktijk zijn de netto-energiekosten voor een bedrijf uiteraard bepalend. Hoewel de opbrengsten voor de verkoop en handel in energie ook zijn gestegen, wordt een toename van de netto-energiekosten geraamd.
De kosten van arbeid (al dan niet via derden uitgevoerd), materiële activa (onder andere afschrijvingen en onderhoud), toegerekende kosten (zoals uitgangsmateriaal en meststoffen) en financieringskosten zijn ook allemaal gestegen.
© Wageningen Social & Economic Research
Stijging betaalde arbeidskosten
De arbeidskosten vormen een aanzienlijke uitgavenpost voor glasgroentebedrijven. In de afgelopen jaren zijn deze kosten gestegen. Ook in 2025 namen deze kosten opnieuw toe. De raming voor 2025 geeft aan dat de betaalde arbeidskosten per bedrijf gemiddeld met ruim 13% zullen stijgen tot meer dan 786.000 euro per bedrijf. Deze stijging is toe te schrijven aan een toename van de lonen en een stijging van het totale arbeidsvolume. De lonen volgden de stijgingen zoals vastgelegd in de cao en minimumlonen.
Kosten materiële activa stijgen
Voor het gemiddelde glasgroentebedrijf kwamen de geschatte kosten voor duurzame productiemiddelen - afschrijvingen op gebouwen en machines, onderhoudskosten en huur - in 2025 ongeveer 13% hoger uit dan in 2024. Met name stegen de kosten voor afschrijvingen op installaties. Er is aanzienlijk geïnvesteerd in energie- en arbeidsbesparende maatregelen, zoals isolatie- of energieschermen. Ook het gebruik van ledlampen die elektriciteit besparen, nam toe. De geraamde kosten voor een gemiddeld glasgroentebedrijf bedroegen ongeveer 585.000 euro.
Toegerekende kosten omhoog
In deze post zijn diverse kosten opgenomen, waaronder die voor uitgangsmateriaal, meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en diverse overige uitgaven. Sinds de energiecrisis vertoonden kosten waar een energie- of arbeidscomponent in zat aanzienlijke stijgingen. Hierbij kan gedacht worden aan verpakkingsmaterialen, steenwolmatten, plastic en karton. Meststoffen vallen ook onder deze post en worden eveneens geproduceerd met een aanzienlijke energiecomponent. Kosten voor uitgangsmateriaal zijn ook gestegen door kwaliteitsverbeteringen en hogere arbeidskosten die nodig zijn om dit materiaal te produceren. Uiteindelijk resulteerde dit in een stijging van de kosten met ruim 15% tot gemiddeld 626.000 euro per bedrijf.
Financieringslasten toegenomen
De financieringslasten voor een gemiddeld glasgroentebedrijf worden in 2025 geschat op circa 63.000 euro, een stijging ten opzichte van 2024 van circa 12%. De toename komt door hogere rentetarieven op nieuw afgesloten of variabele financieringen, ondanks gedane aflossingen. Deze stijging is mede het gevolg van een andere samenstelling van de steekproefpopulatie. Tien jaar geleden lagen deze lasten aanzienlijk hoger, met gemiddeld meer dan 100.000 euro per bedrijf. Maar na een daling is deze post de laatste jaren weer flink aan het stijgen.
Bron: Wageningen Social & Economic Research / Agrimatie
