Nederlandse glastuinders zagen hun inkomen in 2025 dalen. Wageningen Social & Economic Reseach doet jaarlijks een berekening en komt dit jaar uit op een gemiddeld inkomen uit bedrijf van 280.000 euro. Dat is 57.000 lager dan in 2024.
Bijzonder is dat voor het eerst in meer dan 10 jaar 20% van de bedrijven in de glasgroenten een negatief inkomen heeft. Vooral het netto-bedrijfsresultaat van paprikabedrijven kreeg dit jaar een klap. Het daalde met ruim 10 euro per m2 naar -6,05 euro per m2.
In de glastuinbouw dalen de inkomens doordat de opbrengsten uit de verkoop van groenten, bloemen en planten minder toenemen dan de hiermee gepaard gaande productiekosten waaronder energie door hogere prijzen. Het gemiddeld inkomen voor de hele land- en tuinbouwsector wordt voor 2025 geraamd op 129.000 euro. Dat is € 11.000 hoger dan het gemiddelde inkomen in 2024.
Het geraamde inkomen in 2025 is € 30.000 hoger dan het gemiddelde voor 2020-2024 voor de hele Nederlandse land- en tuinbouw. De verschillen in bedrijfsinkomens zijn zoals altijd groot: 20% van de bedrijven heeft een inkomen van minder dan € 3.000, terwijl ook 20% meer dan € 177.000 per onbetaalde aje verdient.
© Wageningen University & Research
Bijzonder is dat voor het eerst in meer dan 10 jaar 20% van de bedrijven in de glasgroenten een negatief inkomen heeft.
Onbetaalde arbeidsjaareenheid
Wageningen Social & Economic Research berekent het agrarisch inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Agrarische ondernemers en hun gezinsleden verrichten in de meeste sectoren vaak het merendeel van de arbeid zelf, maar krijgen meestal geen salaris. Een arbeidskracht die in een jaar 2.000 uur of meer werkt, wordt gezien als één aje. Wie minder werkt, telt voor minder dan één aje. Wageningen Social & Economic Research deelt het inkomen uit bedrijf in deze situatie door het aantal onbetaalde aje. Op deze manier zijn de inkomens van verschillende bedrijfstypen beter met elkaar te vergelijken. Het gemiddeld aantal onbetaalde aje per bedrijf verschilt namelijk sterk per bedrijfstype.
© Wageningen University & Research
Lagere inkomens in de glastuinbouw
Het inkomen uit bedrijf in 2025 wordt voor een gemiddeld glastuinbouwbedrijf geraamd op € 280.000 per onbetaalde aje. Dit is € 57.000 lager dan in 2024 en circa € 12.000 boven het gemiddelde inkomen voor 2020-2024. De toename van de opbrengsten met ruim 8% was onvoldoende om de stijging van de betaalde kosten en afschrijvingen met 13% te compenseren. Zowel binnen als tussen de glasgroenten, snijbloemen en pot- en perkplantenbedrijven is sprake van een grote spreiding in de inkomensontwikkeling.
Energie-opties steeds meer cruciaal
Hoe de ontwikkeling van energieprijzen in 2025 zich vertaalt naar opbrengsten en kosten, varieert per bedrijf en is mede afhankelijk van de bedrijfsinrichting:
• Is er bijvoorbeeld (led)belichting of een warmtekrachtkoppeling (wkk)?
• Gebruikt het bedrijf aardwarmte of heeft het zonnepanelen?
• Is er op de locatie congestie op het net?
• Beschikt men over batterijopslagfaciliteiten?
• Welke contracten zijn er voor het leveren van energie?
• Welke strategieën zijn er voor energieaankoop en -verkoop in samenspraak met de teeltstrategie?
De lagere temperaturen ten opzichte van vorig jaar en een verdere terugkeer naar een meer regulier teeltplan (eerder planten, meer belichting, intensiever telen), zorgden voor een toename van het energiegebruik op een markt met hogere gasprijzen. Bedrijven zijn steeds flexibeler in het invullen van hun energiebehoeften en daardoor is deze raming ook met de nodige onzekerheid omgeven. Individuele keuzes hebben een sterke invloed op de uitkomsten. Uiteindelijk draait het voor de teler om het verschil tussen energiekosten en -opbrengsten (netto-energiekosten). In de raming is gerekend met een toename van de netto-energiekosten.
Glasgroenten
Het gemiddelde inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje van glasgroentebedrijven wordt in 2025 geraamd op ongeveer € 210.000, circa € 75.000 euro lager dan in 2024 doordat de kosten sterker stegen dan de opbrengsten. De opbrengsten uit gewassen stegen met gemiddeld 8%. Door het zonnige weer zijn de volumes (kgopbrengsten) bij alle gewassen gestegen. Daarnaast nam de opbrengst uit energieverkoop ook toe voor teruggeleverde elektriciteit. De kosten voor energie zijn echter harder gestegen, onder meer door hogere energieprijzen. Daarnaast namen ook de kosten van uitgangsmateriaal, arbeid en materiële activa (onder andere afschrijvingen en onderhoud) toe.
De hoogte van het inkomen is sterk afhankelijk van het type product, hoe de afzet op het bedrijf is georganiseerd en de posities op de energiemarkt. Wat de gewassen betreft, in de tomatenteelt (het belangrijkste gewas in areaal gemeten in de Nederlandse glasgroenteteelt) liggen de gemiddelde prijzen licht hoger dan vorig jaar bij een groter productievolume. Mogelijk is een lager tomatenaanbod uit Spanje een van de redenen dat de prijzen goed zijn gebleven. Uitbreiding van het areaal paprika's en een mooi zonnig jaar zorgen voor een hogere productie en flink lagere prijzen. Voor komkommertelers hebben de hogere productie en licht dalende prijzen in vergelijking met vorig jaar geleid tot een stijging in de opbrengsten voor het gemiddelde glasgroentebedrijf.
Snijbloemen
Het gemiddelde inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje van snijbloemenbedrijven wordt voor 2025 geraamd op circa € 370.000: dit is een beperkte daling van € 15.000 ten opzichte van 2024. De betaalde kosten en afschrijvingen (+11%) namen sterker toe dan de opbrengsten (+8%). De opbrengsten uit verkoop van bloemen namen toe door veelal licht hogere prijzen bij lagere volumes. Bedrijven die over een wkk (warmtekrachtkoppeling, waarmee uit gas naast warmte en CO2 elektra wordt geproduceerd) beschikken, hebben opbrengsten uit energieverkoop gehaald. Deze waren iets hoger dan vorig jaar. Daar stond tegenover dat de energiekosten sterker toenamen door hoge gasprijzen aan het begin van het jaar en aflopende langetermijncontracten die opnieuw moesten worden afgesloten. Ook andere kostenposten zoals voor uitgangsmateriaal, meststoffen, gewasbescherming en - door gestegen cao-lonen - arbeid namen fors toe.
Pot- en perkplanten
Het gemiddeld inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje van pot- en perkplantenbedrijven wordt voor 2025 geraamd op circa € 263.000 per onbetaalde aje, een afname van circa € 75.000 ten opzichte van 2024. Het inkomen fluctueert de laatste jaren sterk. Het voor 2025 geraamde inkomen bevindt zich nog wel € 25.000 boven het gemiddelde inkomen van de afgelopen 5 jaar (2020-2024). De totale kosten stegen gemiddeld met 10% door een toename van de gemiddelde bedrijfsomvang en over de hele linie gestegen kosten van productiemiddelen zoals energie, arbeid en plantmateriaal. De totale opbrengsten stegen gemiddeld met 6%. Met name de opbrengsten uit perkplanten namen toe door een zonnig voorjaar met goede verkoopcijfers. Bij kamerplanten was de omzetstijging beperkt.
Divers inkomensbeeld in de opengrondstuinbouwsectoren
In de bloembollenteelt wordt voor 2025 een gemiddeld inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje geraamd van € 440.000, een toename van circa € 170.000 ten opzichte van 2024. In 2025 zijn de opbrengsten gemiddeld met bijna 20% gestegen door een combinatie van een betere prijs voor bloembollen en een groter volume. De goede teeltomstandigheden dit voorjaar van onder meer tulpen zorgden voor een goed groeiseizoen en een ruimer aanbod. Het totaal aan betaalde kosten en afschrijvingen is licht gestegen ten opzichte van vorig jaar.
Het gemiddelde inkomen uit bedrijf in de boomkwekerij wordt voor 2025 geraamd op circa € 142.000 per onbetaalde aje. Dit is een daling van € 15.000 ten opzichte van 2024, vooral door een toename van de kosten met gemiddeld 6%. De stijging van de kosten zit vooral in de toegerekende kosten (onder andere plantmateriaal), een van de grootste kostenposten op het bedrijf in combinatie met hogere arbeidskosten. De opbrengsten stijgen met gemiddeld 3%. Hiermee ligt het inkomen op het gemiddelde voor 2020-2024.
In de fruitteelt wordt het gemiddeld inkomen voor oogstjaar 2025 geraamd op circa € 90.000 per onbetaalde aje. Dit is ongeveer € 20.000 lager dan in oogstjaar 2024. De daling is met name het gevolg van een lichte afname van de opbrengsten. Mede door een hogere Nederlandse en Europese appel- en perenproductie dan in voorgaande jaren, zijn de verwachte afzetprijzen van met name appel lager dan in 2024; voor peer wordt ondanks de overvloedige oogst een iets hogere prijs verwacht van +1%. In 2025 ligt het inkomen voor fruittelers wel hoger dan gemiddeld in de periode 2020-2024, met een gemiddeld inkomen van € 60.000 euro.
Op de vollegrondsgroentebedrijven wordt voor 2025 een gemiddeld inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje geraamd van circa € 77.000, een daling van circa € 70.000 euro ten opzichte van 2024. Het lagere inkomen is een gevolg van lagere prijzen bij een hoger productievolume van een aantal groenten dankzij goede weersomstandigheden. Hierdoor daalden de opbrengsten met circa 10% terwijl de kosten over de gehele linie nagenoeg gelijk bleven.
Inkomensdaling akkerbouwers door lagere opbrengsten en licht gestegen kosten
Het inkomen van akkerbouwers, waaronder ook telers van granen of suikerbieten, neemt af. Gemiddeld daalden de prijzen door hoge opbrengsten in kg per ha van de (meeste) gewassen door goede teeltomstandigheden. Ook stegen de kosten licht. Het geraamde inkomen voor oogstjaar 2025 komt uit op circa € 60.000 per onbetaalde aje. Dit is een afname van € 24.000 vergeleken met 2024 en circa € 33.000 lager dan het meerjarig gemiddelde voor 2020-2024.
De prijs voor uien is ongeveer gelijk aan die van vorig jaar. Het areaal is licht gestegen tot ruim 33.000 ha. Ook de kg-opbrengst per ha is gestegen; dit zorgt voor een ruim aanbod bij een stabiele handel.
Voor de consumptieaardappelen voor oogstjaar 2025 wordt geraamd met een 35% lagere prijs. De aardappelverwerkers hebben genoeg aardappelen op contract; contractprijzen zijn ten opzichte van vorig jaar gestegen. Ook het buitenland heeft een groot aanbod door uitbreiding van het areaal en een goede oogst. Voor vrije aardappelen wordt ongeveer 90% minder betaald dan de contractprijzen, of ze worden niet afgenomen en verdwijnen in de voeraardappelketen. Voor pootaardappelen zijn de kg-opbrengsten goed en dalen de prijzen door een afgenomen vraag, nadat vorig jaar de prijzen hoog waren.
Het inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje op zetmeelaardappelbedrijven stijgt voor oogstjaar 2025 naar € 116.000: dat is € 16.000 meer dan vorig jaar en circa € 20.000 hoger dan het meerjarig gemiddelde voor 2020-2024. De opbrengsten voor oogstjaar 2025 stijgen harder dan de kosten. De kg-opbrengsten voor zetmeelaardappelen zijn hoger dan vorig jaar, maar het is nog onzeker of de prijs ook hoger uit zal komen. Naast zetmeelaardappelen telen deze bedrijven voornamelijk suikerbieten en granen. De suikerbietenprijs daalde voor het tweede jaar op rij, en ook de prijs voor graan daalde in 2025. De kosten van bedrijfsmiddelen zijn over de hele linie licht gestegen, energie uitgezonderd. Dit geldt vooral voor gewasbeschermingsmiddelen, gebouwen en machines, en betaalde pacht.
Bron: CBS & Wageningen Social & Economic Research