"Als je het teeltbedrijf als een lichaam ziet, zijn wij het zenuwstelsel"

Toen Robin Vincent meer dan tien jaar geleden Canobi AgTech oprichtte, was het niet zijn bedoeling om nog een hardwarebedrijf te starten. "We positioneren onszelf als tuinbouwintelligentie," zegt hij. "Als je het teeltbedrijf als het lichaam ziet, zijn wij het zenuwstelsel."

Vanuit hun basis in Canada evolueerde Canobi van een software-as-a-serviceplatform naar een volledig geïntegreerde leverancier van hardware, automatisering en modulaire teeltomgevingen – allemaal bedoeld om CEA slimmer en veerkrachtiger te maken.
© Canobi AgTech

Van software naar teelt
Canobi begon in 2014 als een datagedreven platform voor monitoring en controle. In de loop van de tijd begon het bedrijf ook sensoren, doseersystemen en milieucontrollers te leveren als aanvulling op hun software. Vincent en zijn team richtten bovendien een onderzoeksteeltbedrijf op in Canada, waar ze elk onderdeel van het platform konden testen en verfijnen.

Na te hebben geëxperimenteerd met verschillende verticale systemen, kwam Vincent de GrowPipes-technologie van Christer Tilk tegen. "We bouwden ons eigen systeem rond de GrowPipe. Het lekte niet, was makkelijk te onderhouden en de plantdichtheid was uitstekend nadat we de lay-out hadden aangepast," vertelt hij. Het succes leidde ertoe dat Canobi de Noord-Amerikaanse distributeur van GrowPipes werd.

In 2023 lanceerde Canobi zijn eigen hardwarelijn. "We besloten te commercialiseren wat we hadden gebouwd," zegt Vincent. "We hebben nu twee systemen: één die in bestaande gebouwen past en ons modulaire Drop-n-Gro-product, dat ook het gebouw zelf omvat."

De intelligentielaag
Vincent omschrijft Canobi's aanpak als een ecosysteem dat draait om intelligentie in plaats van automatisering. "Er is een verschil tussen iets doen en er intelligenter mee omgaan. Automatisering reageert. Intelligentie anticipeert."

Elke Canobi-module is verbonden met één verenigd platform dat milieubeheer combineert met enterprise resource planning (ERP) voor financiën, personeel, oogstdata en productanalyse. Telers kunnen zo hun volledige operatie vanuit één interface beheren.

Toen Freight Farms eerder dit jaar stopte, gebruikte Canobi diezelfde flexibiliteit om een reddingspakket te ontwikkelen voor getroffen telers. "Zelfs als je een Freight Farm hebt, kunnen wij het aanpassen, zodat je het wiel niet opnieuw hoeft uit te vinden," zegt Vincent. "Ons doel is om telers aan het werk te houden."

Ontworpen voor veerkracht
De recente problemen met propriëtaire systemen hebben het belang van databezit centraal gezet in CEA. "We hebben alles gebouwd met continuïteit van de bedrijfsvoering en rampenherstel in gedachten. Elke monitoringsbundel heeft redundante sensoren. Elk dashboard kan naar Excel worden geëxporteerd. Telers bezitten hun data."

Canobi's architectuur draait op meer dan 100 servers. Toch wilde Vincent ervoor zorgen dat telers ook toegang tot hun informatie houden als het bedrijf ooit zou verdwijnen. "Je kunt alles op elk moment back-uppen," zegt hij. "Ik wil mensen niet vasthouden uit onzekerheid; ik wil dat ze blijven omdat de tools steeds beter worden."

Die filosofie bepaalde ook het financieringsmodel van het bedrijf. "We hebben geen grote financiering aangenomen," legt Vincent uit. "We wilden een duurzaam bedrijf bouwen dat kan overleven door telers goed te bedienen."

Lessen uit een jonge industrie
Vincent gelooft dat veel vroege mislukkingen in vertical farming voortkwamen uit overmoed. "Mensen dachten dat indoor telen makkelijk zou zijn," zegt hij. "Dat is het niet. Teelt is maar één onderdeel. Je hebt voor- en na-verwerking, logistiek en training. Het is alsof je ballen op elkaar stapelt."

Hij vergelijkt moderne telers met brandweermannen in plaats van brandweerchefs. "Zodra je schaalt, beheer je complexiteit die de menselijke capaciteit te boven gaat. Je hebt intelligentie en automatisering nodig die samenwerken."

Volgens Vincent heeft de industrie jarenlang teeltbedrijven gebouwd, maar geen telers. "Je kunt iemand niet drie dagen trainen en verwachten dat diegene een hightech teeltbedrijf kan runnen," zegt hij. "Daarom hebben we de Canobi Academy opgericht."

© Canobi AgTech
Robin Vincent bij Marseni Farm, een klant die gebruikmaakt van het Canobi-platform

Een bedrijf gebouwd op continuïteit
Voor Vincent is terugkerend succes bij klanten het duidelijkste bewijs van hun aanpak. "Sinds 2023 heeft elke klant die een systeem kocht later meer bij ons uitgegeven. Dat laat zien dat ze groeien en dat onze strategie werkt: klein beginnen, bewijzen en dan uitbreiden."

Hij vergelijkt dit met bedrijven die mikken op grote eenmalige verkopen. "Het eenmalig verkopen van een teeltbedrijf van $250.000 bouwt geen industrie," zegt hij. "Een teler helpen om succesvol te zijn, uit te breiden en te blijven innoveren, wél."

Na 35 jaar in software- en datacenterbeheer gelooft Vincent dat bescheidenheid en openheid cruciaal zijn. "We moeten niet vergeten wie betaalt voor innovatie: de telers," zegt hij. "Als we systemen bouwen die met hen meegroeien, zal de industrie zijn groeipijnen overleven."