Gedurende zijn loopbaan als teeltadviseur heeft Simon Voogt naast het telen van gewassen onder opstanden gemaakt van glas, ook veel teelten mogen volgen onder opstanden gemaakt van plastic. Sinds kort is de pas gestopt teeltadviseur terug in Nederland. In deze bijdrage deelt hij zijn ervaringen en adviezen, deze keer gericht op water, onmiskenbaar een succesfactor voor een goede teelt.
"Water is evenals zonlicht essentieel voor het leven op aarde", steekt Simon van wal. "In de glastuinbouw is de hoeveelheid water, die nodig is afhankelijk van het verbruik, dat de planten nodig hebben voor groei en verdamping."
Verdamping is een gevolg van de oplopende planttemperatuur, dat voor het grootste deel wordt gerealiseerd door de binnenkomende straling van het zonlicht. Het aandeel van stralingswarmte, veroorzaakt door het verwarmingsnet is echter veel kleiner, weet Simon. "Samen met luchtbeweging (convectie) en wisselende RV-condities binnen de opstanden draagt dit allemaal bij aan de behoefte aan water."
Effect op waterbehoefte
De grootste invloed op de behoefte van water door de groeiende gewassen is echter het effect van de straling door het zonlicht. In de zestiger en zeventiger jaren is er o.a. op het Proefstation in Naaldwijk al veel gedetailleerd onderzoek gedaan naar de relatie tussen stralingswarmte en verdamping van gewassen, stipt de ervaren teeltadviseur aan. Momenteel wordt er nog heel veel wetenschappelijk onderzoek verricht naar dit onderwerp, ziet Simon. (2) "Drie kennisinstellingen. WUR, Plant Lighting en Delphy werken gelukkig nauwgezet samen, zodat de komende jaren veel gedetailleerde resultaten voor de glastuinbouw beschikbaar zullen komen."
De dagelijkse behoefte aan water, verschilt van gewas tot gewas. Rassen, plantdichtheid, type substraat waarin wordt geteeld, maar ook de chemische kwaliteit van het water veroorzaken de verschillen in behoefte, somt hij op. En dan maakt het nog uit of opstanden gemaakt zijn van glas of plastic, of de gewassen in plastic opstanden staan onder regulier plastic of netvormige tunnels en of er wel of niet gebruik wordt gemaakt van scherminstallaties, een groeibuis tussen de planten en of er belichting is geïnstalleerd, en of dit dan LED, hybride (LED en HPS) of HPS is. "Het heeft allemaal effect op de behoefte aan water, en de verschillen zijn enorm!"
Kwaliteit van gietwater
Het maakt niet uit hoe water naar de planten wordt gestuurd (via regenleiding of met behulp van druppelsystemen of aangieten middels de slang), wat dat naar de planten wordt gestuurd, moet geheel vrij zijn van ziekten en plagen, benadrukt Simon. "Het is dus aan te bevelen het water grondig te laten onderzoeken op de aanwezigheid van bacteriën, schimmels en eventuele virussen, alvorens dit voor de teelten te gaan gebruiken. Dit onderzoek moet worden uitgevoerd door een erkend en ervaren laboratorium."
Bij eventuele aanwezigheid, dient het water voor gebruik zeer grondig te worden ontsmet. "Als beste methode voor ontsmetting is mijn ervaring dit te doen middels verhitting van het water tot een temperatuur van 70 Celsius. Boven deze temperatuur zijn alle bacteriën, schimmels en ook eventuele virussen dood, en het water is volkomen veilig om te gebruiken." Simon realiseert zich dat vanwege onder meer het Tomato Brown Rugose Fruit Virus de norm voor verhitting van water om virussen te doden hoger kan zijn komen te liggen.
Naast een geschikt buitenklimaat op de locatie, waar de commerciële teelten zullen plaatsvinden, is de chemische samenstelling, van het aldaar beschikbare gietwater, uitermate belangrijk, vervolgt de ervaren teeltadviseur. "Dit in het bijzonder wanneer de teelten plaatsvinden in substraten, waarbij het wortelvolume per plant zeer beperkt is."
Het beschikbare water moet van nature een laag gehalte aan natrium (Na+) en chloride (Cl-) bevatten. Beide ionen (natrium en chloride) accumuleren in een beperkt wortelmilieu heel snel tot niveaus die verlies in productie veroorzaken en dus ook financieel nadelig zijn, weet Simon. "Gehalten aan natrium (Na+) van 0.5 tot 1.0 mmol/l en aan chloride (Cl-) van 1.0 - 1.5 mmol in het gietwater zijn toelaatbaar."
Veel wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van natrium en chloor in gietwater is indertijd verricht door dr. ir. J. van den Ende en Ing. C. Sonneveld. (3). Wanneer de gehalten aan natrium en chloride hoger zijn dan de hierboven weergegeven gehalten, dan moet dit water worden gemengd met aanvullend regenwater, vindt de ervaren teeltadviseur. "Is dit echter onmogelijk, dan moet eerst worden geïnvesteerd in een osmose-unit, om dit water te ontzouten."
Ionen-uitwisseling
Reverse osmose is een vorm van ontzouten die al tientallen jaren wordt gebruikt voor diverse industriële doeleinden. Water, dat te hoge niveaus bevat aan specifieke ionen, zoals bijvoorbeeld kalium (K+) of natrium (Na+), kan met behulp van een bepaalde behandeling met hars worden uitgewisseld, en daardoor worden verlaagd, zag de ervaren teeltadviseur tijdens zijn carrière.
"In de glastuinbouw wordt op veel bedrijven het drainwater ontsmet, bijvoorbeeld door middel van verhitting waarna water weer hergebruikt wordt. Dit bespaart veel water en meststoffen en is gunstiger voor ons milieu. Op diverse locaties loopt vooral bij telen in een beperkt volume substraat, en zeker bij hogere natriumgehaltes in het uitgangswater, het natriumgehalte (Na+) te hoog op. "Dat heeft productieverlies en ander negatieve effecten tot gevolg."
Simon wijst erop dat er tijdens zijn carrière, met behulp van hoogwaardige elektrodialysetechnologie, inmiddels installaties op de markt zijn gekomen die het natrium specifiek kunnen verwijderen. "Op diverse bedrijven worden deze installaties met succes toegepast en het drainwater wordt hergebruikt."
© Simon VoogtBronwater met hoge gehalten aan bicarbonaat (HCO3-)
In o.a. de provincies Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg, waar op veel locaties glastuinbouw plaatsvindt, wordt gebruik gemaakt van bronwater, weet Simon. "Dit bronwater heeft doorgaans een voldoende laag natrium en chloride gehalte, maar is meestal rijk aan bicarbonaten (HCO3- ionen)."
De HCO3-ionen moeten worden geneutraliseerd met behulp van zuur. Dit kan met zoutzuur (HCL), salpeterzuur (HNO3) of zwavelzuur (H2SO4). De hoeveelheid zuur die in het te gebruiken voedingsschema moet worden toegevoegd, moet door deskundige mensen nauwkeurig worden berekend en is afhankelijk van de hoeveelheid bicarbonaten die het bronwater kan bevatten.
Foto rechts: Waterval in de Franse Alpen. Foto gemaakt door Simon Voogt
De voedingsschema's moeten correct worden berekend en samengesteld, vooral bij gebruik van druppelsystemen, benadrukt de teeltadviseur. "Bij een onvoldoende neutralisatie van de bicarbonaten, zal dit samen met calcium in het water neerslaan en het druppelsysteem ernstig vervuilen. Bij onnauwkeurige berekening en samenstelling van het voedingswater, zal de pH (zuurgraad) in het wortelmilieu stijgen."
Een zuurgraad in het wortelmilieu boven 6.5 heeft tot gevolg dat de elementen aan spoorelementen ijzer (Fe), mangaan (Mn), en zink (Zn) voor de planten minder goed opneembaar zijn, weet Simon. "Te lage gehalten aan micro-elementen in het blad, veroorzaken chlorose en bladeren zijn minder groen. Deze gewassen assimileren minder goed en het nettoresultaat tussen de processen assimilatie en dissimilatie is geringer, met uiteindelijk een lagere productie."
© Thijmen Tiersma | GroentenNieuws.nlReverse osmose-installatie, hier op archiefbeeld van GroentenNieuws
Schoon water
Schoon betekent een zo laag mogelijk niveau aan bio-leven, dus weinig tot geen algen en bacteriën, geeft de ervaren teeltadviseur aan het slot van deze bijdrage aan. "Sommige anaerobe bacteriën produceren slijm, die druppelaars vervuilen en de waterafgifte naar de planten heel ongelijkmatig kan verstoren."
Doseren van waterstofperoxide (H2O2) aan het druppelwater voorkomt verstopping, benadrukt Simon. "Het dood bacteriën en heeft als positief neveneffect een geringe verhoging van het gehalte aan zuurstof (O2) in het druppelwater. Stof en organisch materiaal en fijne zandkorrels vormen modder op de bodem van tanks voor de opslag van regenwater en dat mag niet worden opgezogen."
Het is voor iedereen volledig bekend, merkt de ervaren teeltadviseur, dat al het water, dat de systemen wordt ingestuurd, eerst heel goed moeten worden gefilterd. "Al deze filters verdienen regelmatig en goed onderhoud. Mijn advies is de druppelsystemen na 2 jaar gebruik te vernieuwen! Dit verzekert de gelijkmatigheid van de afgifte van water per druppelaar gedurende het gehele teeltseizoen."
In een eerder bijdragen ging Simon in op het belang van zuurstof in gietwater en deelde hij zijn praktijkervaringen. Ook schreef hij over zonlicht en de rol van die natuurlijke energiebron in de tuinbouw.
Bronnen waarnaar Simon verwijst:
2) Proefstation Naaldwijk; Interne rapporten geschreven door dr. ir. P.A. de Lint, Ing. G.Hey, Ing. R. de Graaf
- (3) Proefstation Naaldwijk: Interne rapporten geschreven door dr. ir. J. van den Ende en Ing. C. Sonneveld