Met de afronding van de zesde meetronde is het eerste monitoringsjaar van de biodiversiteitsstroken voltooid. De meeste velden staan inmiddels op het punt van uitbloeien. Kyra Vervoorn (Wageningen UR Glastuinbouw) blikt bij Glastuinbouw Nederland terug op de resultaten tot nu toe en kijkt vooruit naar volgend seizoen.
Veldsamenstelling
"In de biodiversiteitsstroken zagen we dit jaar een breed scala aan inheemse kruiden opkomen. Soorten als kamille, duizendblad, peen, rolklaver, bermooievaarsbek, ratelaar en wilde reseda waren op veel locaties aanwezig. Deze planten zorgden niet alleen voor bloeiende, kleurrijke veldjes, maar ook voor een duidelijke toename in insectenactiviteit.
Voor het tweede monitoringsjaar is de verwachting dat vooral de tweejarige soorten sterk naar voren komen. Kaardenbol, slangenkruid en pastinaak staan klaar om in bloei te komen en zorgen naar verwachting voor veldjes vol blauwe, paarse en gele bloemen."
Eerste inzichten
Ook op het gebied van insecten zien zag men positieve signalen. "Dit seizoen zijn onder andere veel Orius (roofwantsen) en lieveheersbeestjes waargenomen. Het wordt interessant om te volgen of deze nuttige soorten zich volgend jaar opnieuw in vergelijkbare mate vestigen en hoe de samenstelling van de insectengemeenschappen zich verder ontwikkelt."
Vervolgstappen
Hoewel de veldmonitoring voor dit jaar is afgerond, loopt het onderzoek door. De komende maanden staan in het teken van:
- Het uitvoeren van analyses en statistiek om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van insectengemeenschappen en de factoren die daarop van invloed zijn.
- Het in kaart brengen van risico's rondom virusoverdracht.
- Het verder ontwikkelen van strategieën om de biodiversiteit ook in de kas te versterken.
Het tweede en tevens laatste monitoringsjaar start in april 2026.
Het project
Binnen dit project testen onderzoekers twee speciaal samengestelde bloemenmengsels, bestaande uit eenjarige, tweejarige en meerjarige planten. Het doel is de biodiversiteit te versterken en natuurlijke vijanden van kasplagen aan te trekken. Tegelijkertijd wordt onderzocht hoe deze biodiversiteitsstroken de invlieg van schadelijke plagen beïnvloeden. De uitdaging is om een goede balans te vinden: zoveel mogelijk nuttige insecten aantrekken zonder het risico op plagen te vergroten.
Dit project is een samenwerking tussen Glastuinbouw Nederland, Wageningen University & Research en Universiteit Leiden. De financiering is afkomstig van het ministerie van LVVN, Kennis in je Kas (KijK via het innovatieprogramma Het Nieuwe Doen in Plantgezondheid), het Innovatiefonds Hagelunie, de provincie Zuid-Holland (via Greenport West-Holland), de gemeente Westland, het Glastuinbouwpact Bommelerwaard & Tielerwaard en het Hoogheemraadschap Delfland. Daarnaast leveren Biobest, ECW Energy en de Federatie Vruchtgroente Organisaties een bijdrage in natura. Door deze samenwerking zetten telers en onderzoekers samen een stap naar een duurzamer en weerbaarder teeltsysteem.
Bron: Glastuinbouw Nederland
