De Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI) verwelkomt het onderzoek dat de Autoriteit Consument & Markt (ACM) start naar de prijzen van boodschappen in Nederlandse supermarkten. Volgens FNLI kan dit bijdragen aan een objectieve onderbouwing van de discussie rond voedselprijzen.
© Corepics Vof | Dreamstime
De ACM kondigde aan dat onderzoek naar boodschappenprijzen te starten naar aanleiding van signalen dat sommige boodschappen in Nederland duurder zijn dan in omliggende landen. FNLI begrijpt de zorgen van consumenten over de recente prijsstijgingen, maar wijst erop dat fabrikanten al langer kampen met druk op de laagste prijs vanuit supermarkten en inkoopallianties. "Die ontwikkeling gaat ten koste van investeringen in verduurzaming", stelt de brancheorganisatie.
Prijsverschillen verklaarbaar
Volgens FNLI liggen de prijzen voor levensmiddelen in Nederland gemiddeld 1,1 procent lager dan het EU-gemiddelde, terwijl het algemene prijspeil juist 21 procent hoger ligt. Veel Nederlanders kopen bovendien in de aanbieding, wat het beeld van hoge prijzen verder beïnvloedt. Ook verschillen in belastingen, accijnzen, logistieke kosten en concurrentievelden zorgen ervoor dat identieke producten in verschillende landen uiteenlopende prijzen kunnen hebben.
De organisatie wijst erop dat de forse prijsstijgingen van de afgelopen jaren vooral zijn veroorzaakt door duurdere grondstoffen, energie en arbeid, aangejaagd door geopolitieke spanningen. FNLI roept de politiek daarom op terughoudend te zijn met nieuwe fiscale maatregelen, omdat die de voedselinflatie verder zouden kunnen opdrijven.
Oproep tot betrokkenheid
FNLI benadrukt dat alle typen marktpartijen bij het ACM-onderzoek moeten worden betrokken: van multinationals en coöperaties tot kleinere producenten en leveranciers van huismerken. Dat zou volgens de organisatie noodzakelijk zijn om een volledig beeld van de marktwerking in Nederland te krijgen.
Bron: FNLI