Singapore verkent voedselproductie op plekken die ooit onmogelijk leken: daken van winkelcentra, binnenplaatsen van ziekenhuizen en zelfs containers onder snelwegviaducten. Wat begon als kleine experimenten, is nu onderdeel van het nationale duurzaamheidsbeleid – een combinatie van creatieve initiatieven van onderaf en steun van de overheid.
"Toen ik in 2016 terugkeerde naar Singapore, zag ik de stad zelf als enige optie voor tuinbouw," vertelt Christopher Leow, urban farmer, docent en auteur van The Freestyle Farmer. "Meer dan 40 procent van de landmassa is groen, maar nauwelijks eetbaar."
Samen met Bjorn Low, oprichter van Edible Garden City, begon Leow te planten op ongebruikte plekken. Ze teelden paddenstoelen en microgroenten onder teeltlampen, oogstten eetbare onkruiden en bloemen voor chefs en experimenteerden met tropisch fruit op daken. Deze initiatieven wekten publieke nieuwsgierigheid, maar liepen tegen structurele barrières aan: grondverhuur duurde vaak niet langer dan drie jaar, goedkeuringen moesten bij meerdere instanties worden aangevraagd en stedelijke tuinbouw werd nog altijd gezien als iets marginaals.
© Christopher Leow
Beleidsafstemming
Een keerpunt kwam met de introductie van het Singapore Green Plan 2030, een overheidsbrede routekaart voor duurzaamheid. Ook de Landschapsvervangingswet van de Urban Redevelopment Authority speelde een rol: ontwikkelaars werden gestimuleerd om groenvoorzieningen en stedelijke teeltbedrijven te integreren in nieuwe gebouwen. Dat leidde tot projecten zoals CapitaSpring, met 's werelds hoogste voedselbos.
Daarnaast veranderde gemeenschapsfinanciering het speelveld. Het SG Eco-Fund van het ministerie van Duurzaamheid ondersteunde bijvoorbeeld een aquaponics-project op het dak van het Singapore General Hospital. Daar worden groenten, bemest met uitwerpselen van vis, direct gebruikt in maaltijden voor patiënten. Zo wordt voedselproductie verbonden aan gezondheid en welzijn.
"De grootste verandering komt van jongeren," zegt Leow. Via Eco-Stewardship-programma's leren scholieren nu composteren, kruiden telen en circulaire systemen begrijpen. "Ze kweken voedsel, maar ook nieuwsgierigheid, verantwoordelijkheid en verbondenheid met de aarde."
© Christopher Leow
Opschalen met evenwicht
Leow blijft realistisch: "Het is statistisch onmogelijk dat steden volledig zelfvoorzienend zijn," stelt hij. "Maar door tuinbouw te integreren in publieke en private ruimtes en voedseleducatie levend te houden, maken we ons voedselsysteem veerkrachtiger."
© Christopher Leow
De hightech vertical farms van Singapore, die sterk leunen op dure automatisering, hebben moeite om rendabel te blijven, omdat consumenten niet meer willen betalen voor lokale groenten. Tegelijkertijd groeit de grassroots-beweging. Het programma Community in Bloom van de National Parks Board telt inmiddels bijna 50.000 leden. Wat ooit nieuw was, wordt nu onderdeel van het dagelijks leven in de stad.
© Christopher Leow
Wereldwijde parallellen
Singapore past binnen een bredere, wereldwijde trend. Zo heeft Seoel (Zuid-Korea) tuinbouw opgenomen in zijn masterplan, met meer dan 2.000 urban farms op daken, in scholen, gemeenschapscentra en zelfs metrostations. De overheid ondersteunt dit met training, zaden en grondvoorzieningen, waardoor stedelijke tuinbouw wordt gepositioneerd als een burgerinitiatief. In Berlijn laat Prinzessinnengarten zien hoe mobiele, gemeenschapsgerichte tuinbouw kan floreren zonder grootschalige commerciële opbrengsten, met nadruk op biodiversiteit en inclusie.
Leow's werk onderstreept dat het succes van stedelijke tuinbouw niet alleen draait om productie, maar vooral om de verbinding tussen mensen, voedsel en hun leefomgeving. Vanuit Canada blijft hij zich inzetten voor educatieprojecten en gemeenschapstuinen, waarbij hij lessen uit Singapore toepast in nieuwe contexten.
© Christopher Leow
Voor meer informatie:
Christopher Leow, Oprichter en CEO
The Freestyle Farmers
+65 9296 6864 (Singapore) / +1 236 8832 152 (Canada)
[email protected]
www.thefreestylefarmers.com