Op 14 juli keurde de Vlaamse regering de Blue Deal 2025-2029 goed. Daarmee ligt er een strategisch plan op tafel dat het waterbeleid voor deze legislatuur vormgeeft. De Blue Deal legt de krijtlijnen vast voor de aanpak van droogte, overstromingen, oppervlakte- en grondwaterkwaliteit, drinkwater en afvalwater. Voor de land- en tuinbouwsector is dit een cruciaal dossier, benadrukt Boerenbond, want 'voldoende en proper water is van levensbelang voor de sector.'
Blue Deal 2.0?
De vorige Vlaamse regering lanceerde in 2020 de eerste Blue Deal om de strijd tegen droogte en waterschaarste aan te gaan. De Blue Deal 1.0 bevat meer dan 70 acties en 400 projecten die inzetten op ontharding, vernatting en maximaal circulair watergebruik. Sinds een decreetswijziging is wettelijk vastgelegd dat elke Vlaamse regering binnen het jaar na aantreden een nieuwe Blue Deal moet opstellen. De Blue Deal is gebonden aan de legislatuur en beschrijft de strategische doelstellingen voor oppervlaktewaterkwaliteit, overstromingen en droogte, grondwater, drinkwater en afvalwater. Verder spreekt de Blue Deal zich uit over de financiering en samenhang met andere beleidsdomeinen.
Impact op land- en tuinbouw
Hoewel de waterkwaliteit geleidelijk verbetert – mede dankzij inspanningen van de landbouwsector – zijn de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water nog lang niet bereikt. Klimaatverandering, met periodes van droogte en wateroverlast, zet bijkomende druk op de beschikbaarheid en kwaliteit van water. De landbouw zal, net als de industrie en huishoudens (bijvoorbeeld rioleringen), bijkomende inspanningen moeten leveren om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te behalen.
Hieronder volgen de belangrijkste strategische doelstellingen uit Blue Deal 2.0 met directe relevantie voor land- en tuinbouw:
Oppervlaktewaterkwaliteit
Om de plandoelstellingen van de Kaderrichtlijn Water te behalen, zal men een gebiedsgerichte aanpak hanteren en de te realiseren drukvermindering integreren in sectorspecifieke plannen en programma's, zoals het Mestactieplan (MAP). Een programma voor impactmonitoring wordt opgezet om systematisch inzicht te krijgen in de werking, effectiviteit en de kosten-baten van terreinmaatregelen rond droogtebestrijding, waterbeheer en waterkwaliteit.
Met de uitwerking van doelen voor de sedimentaanvoer naar waterlopen, grachten en riolering werkt de overheid verder aan het verminderen van de afstroming van sediment. Hierbij zet men maximaal in op een brongerichte aanpak.
Overstromingen en droogte
Gebiedsspecifieke sponsdoelen en gebiedsgerichte knelpunten worden voor gans Vlaanderen bepaald in 2026, als insteek voor de gebiedsgerichte processen die werken aan sponslandschappen. De sponsdoelen worden bepaald zodanig dat het fysisch systeem de impact van klimaatverandering kan opvangen en de frequentie en intensiteit van waterschaarste en overstromingen in 2050 vergelijkbaar zijn met deze van een meteorologisch 'normaal' jaar. De keuze van de maatregelen (infiltratie, peilbeheer, bufferbekkens,...) gebeurt via gebiedscoalities, rekening houdend met de (geo)fysische eigenschappen zoals topografie, en bodemsamenstelling, door het landgebruik en door lokale opportuniteiten zoals bijvoorbeeld potenties voor natte natuur.
Tegen eind 2026 komt er een strategisch plan waterbevoorrading voor landbouw en industrie. Dit plan weegt de (toekomstige) waterbehoeften van de sectoren af tegen de beschikbare zoetwatervoorraden en brengt kwetsbaarheden in kaart. Het strategische plan zet oplossingen uit zoals waterefficiëntie (waterverbruik), doet beleidsaanbevelingen naar een duurzaam en circulair watergebruik en naar de inzet van alternatieve waterbronnen, en geeft een overzicht van de investeringsprioriteiten. De Blue Deal2.0 wil alternatieve waterbronnen zoals afvalwater en bemalingswater stimuleren en het kader rond waterhergebruiksprojecten evalueren.
De Vlaamse Regering heeft zich in het verleden via een aantal strategische programma's geëngageerd om op verschillende plaatsen in Vlaanderen werk te maken van een structurele aanpak tegen droogte en overstromingen. Met de Blue Deal2.0 wil ze deze strategische gebieden prioritair aanpakken. Het gaat over volgende gebieden: Sigmaplan, Dender, IJzer, Maas, Leie, Kleine Nete, Demer, Berwijn en Voer en de kust. Voor deze gebieden is ook bijkomend budget vanuit de Blue Deal voorzien.
Grondwater
Het beleid zet in op duurzaam beheer van grondwater door aanvulling, slimme drainage en slim gebruik van grondwater te stimuleren. Een modelinstrumentarium zal de cumulatieve impact inclusief klimaatcheck van activiteiten op de grondwatervoorraad bepalen. Huidige grondwaterwinningen worden geëvalueerd en diep grondwater wordt voor hoogwaardige toepassingen gereserveerd. Controles op grondwateronttrekkingen, naleving van bufferstroken en drainages vormen het sluitstuk.
Drinkwater
Het recent goedgekeurde besluit 'bescherming drinkwaterproductie tegen verontreiniging met pesticiden of andere producten' moet toelaten om bijkomende beschermingsmaatregelen vast te leggen binnen de waterwingebieden. Specifiek voor wat betreft de druk van pesticiden op de ruwwaterbronnen zetten de overheid in op het Vlaams Actieplan Duurzaam Gebruik Pesticiden (VAPDG). Aan het nieuwe strategisch plan (drink)watervoorziening wordt ook een kwalitatief luik toegevoegd voor de bescherming van het drinkwater, met concrete acties per onttrekkingsgebied, gebaseerd op een risicobeoordeling volgens de bepalingen van het drinkwaterbesluit. Onder andere een verbod op moeilijk verwijderbare stoffen (zoals bijvoorbeeld PFAS) maakt hier deel van uit.
Afvalwater
In de meest prioritaire gebieden, de afstroomgebieden van Bosbeek, Demer II en Kleine Nete, brengen rioolbeheerders, samen met alle betrokkenen, de impact van overstorten op de waterlopen in kaart en formuleren ze bijkomende maatregelen om deze te verkleinen. Op basis van de ervaringen uit deze prioritaire gebieden, wordt deze oefening uitgebreid naar andere waterlichamen. De ontwerpregels rond overstortfrequentie in relatie tot de ecologische kwetsbaarheid en in relatie tot de waterkwaliteitsdoelstellingen, zullen worden geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd.
Bestaande lozingsvergunningen zullen geëvalueerd worden om na te gaan of de lozing niet voor een achteruitgang van de betrokken waterloop zorgt. Bedrijven moeten aantonen dat ze verdergaande maatregelen dan de Best Beschikbare Technieken (BBT+) toepassen (of minstens onderzoeken). Dit principe werd reeds ingebouwd in de vernieuwde tool impactbeoordeling bedrijfsafvalwater. Voor nieuwe lozingen en voor het concentraat van circulaire projecten worden de mogelijkheden van een systeemaanpak onderzocht.
Governance
Initiatieven om het beheer van de onbevaarbare waterlopen te vereenvoudigen worden genomen. Hierbij gaat men uit van het principe van logische hydrografische gehelen, waarbij sterke lokale betrokkenheid gegarandeerd blijft. Vlaamse administraties krijgen de opdracht om het huidige waterbeheer evalueren en een optimalisatievoorstel uit te werken. Hierbij werken ze verder op basis van de gedeelde uitgangspunten en inzichten uit de procesanalyse rond het transitietraject voor het beheer van onbevaarbare waterlopen. Nog in 2025 komt er een doorstart van het transitieproces.
Lokale Blue Deals zullen worden uitgewerkt in samenwerking met gebiedscoalities die op het niveau van (deel)stroomgebieden een actieprogramma uitvoeren. Deze programma's hebben de ambitie om meerdere Vlaamse beleidsopgaven – zoals het mestdecreet, waterzekerheid, natuurdoelen, PAS en stroomgebiedbeheerplannen – op geïntegreerde wijze aan te pakken.
Wat vindt Boerenbond?
Alle sectoren zullen moeten bijdragen aan een duurzaam waterbeheer. Maar die inspanningen moeten haalbaar, betaalbaar en eerlijk zijn en rekening houden met de effecten van lopend en beslist beleid. Er bestaat heel wat sectorale regelgeving voor landbouw met positieve impact op waterkwaliteit en -kwantiteit (MAP 7, Napan, GLB ...). Vele van deze maatregelen leiden pas op langere termijn tot merkbare verbeteringen, er zijn een aantal groeiseizoenen voor nodig.
Een systeemaanpak voor nieuwe lozingsvergunningen of uitbreidingen mag niet tot een vergunningenstop leiden. Een nieuwe PAS voor water, met impact voor alle sectoren, is te vermijden. Bedrijven zullen verder inspanningen moeten leveren maar mogen niet geblokkeerd geraken omdat de waterdoelen (nog) niet bereikt zijn.
Structurele investeringen in waterinfrastructuur, zoals bufferbekkens en waterbassins, en het beter benutten van alternatieve waterbronnen kent nog veel potentieel. We roepen de overheid op om hierin een actieve rol te spelen door deze maatregelen niet alleen te ondersteunen, maar ook door administratieve obstakels weg te nemen en het beleid maximaal te faciliteren. Het strategisch plan waterbevoorrading voor landbouw en industrie is een kans om de weerbaarheid tegen droogte voor de landbouwsector te verhogen.
Bij het opstellen van sponsdoelen is het cruciaal om landgebruikers actief te betrekken, zodat er draagvlak ontstaat voor gebiedsgericht beleid. In vernattingsprojecten moeten technische maatregelen garanderen dat de grondwaterstand in natuurgebieden stabiel blijft, zonder omliggende landbouwgronden te schaden. Als er toch waardeverlies of opbrengstderving optreedt, moet een eerlijk vergoedingensysteem voorzien worden, aangevuld met flankerende maatregelen.
Bij de lokale Blue Deals en hervorming van het waterbeheer is sterke betrokkenheid vereist van lokale besturen maar ook van lokale actoren die actief zijn op het terrein (waaronder landbouwers) om draagvlak te creëren. Een duidelijk kader waarbij vertegenwoordiging van de land- en tuinbouwsector wordt gegarandeerd is noodzakelijk.
Grondwater is en blijft een noodzakelijke en kwalitatieve bron voor de landbouwsector, toegang tot deze waterbron moet verzekerd worden. Omgekeerd is landbouw ook een belangrijke partner door het vrijwaren van open ruimte waardoor regenwater kan infiltreren. Bovendien infiltreert heel wat van het irrigatiewater terug naar het grondwater. Bij de vergunningverlening op bedrijfsniveau moet rekening gehouden worden met de nood aan grondwater, de reeds gedane inspanningen om het waterverbruik terug te schroeven en de mogelijkheden (praktisch, vergunningstechnisch en financieel) om over te schakelen op andere waterbronnen.
Volgende stappen van de Blue Deal
De vertaalslag van de Blue Deal naar maatregelen en acties (generiek en gebiedsspecifiek) gebeurt via de stroomgebiedbeheerplannen 2028-2033 en via andere beleidsprocessen, plannen en programma's. Hierbij is het van belang dat Boerenbond steeds betrokken wordt. Vanaf september 2025 wordt een high-level klankbordgroep met alle stakeholders opgericht, onder leiding van Hans Bruyninckx. In deze klankbordgroep zal gezocht worden naar draagvlak voor een vooropgesteld ambitieniveau van de stroomgebiedbeheerplannen, de verdeling van de inspanningen en het engagement voor uitvoering te creëren. Boerenbond zal hier steeds de belangen van de land- en tuinbouwsector verdedigen en toezien op een realistisch en haalbaar ambitieniveau.
Bron: Boerenbond