Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Duponchelia fovealis in de teelt: Schade, signalering en monitoring

De rups van de mot Duponchelia fovealis vormt een vervelende plaag binnen verschillende teelten. Hoewel de volwassen motten geen directe schade veroorzaken, kunnen de rupsen aanzienlijke gewasschade aanrichten. De rupsen leven verborgen in en rondom de bodem en wortels van de plant waardoor ze moeilijk te bestrijden zijn. Deze polyfage plaag is breed georiënteerd en wordt regelmatig aangetroffen in sierteeltgewassen zoals gerbera, alstroemeria, roos en diverse potplanten, maar ook in klein fruit en vruchtgroenten, zoals aardbei en paprika.

© HortiPro

Levenscyclus en schadebeeld
De vrouwelijke mot legt 200 tot 300 eitjes, meestal in kleine groepjes aan de onderzijde van de bladeren, dicht bij het substraatoppervlak. Na het uitkomen voeden de jonge rupsen zich zowel met dood als levend plantenmateriaal.

In potplanten tasten de rupsen veelal de wortels aan, wat leidt tot groeiremming, verwelking en een verhoogde vatbaarheid voor wortelpathogenen. In snijbloemen wordt de schade zichtbaar in het bloemweefsel, wat directe gevolgen heeft voor de afzetbaarheid. In aardbei en paprika kunnen jonge planten geheel worden weggevreten en oudere planten vertonen vraatschade aan stengelbasis en vruchtaanzet.

Signalering en monitoring
Een effectieve beheersing van Duponchelia fovealis begint bij vroegtijdige signalering van de volwassen motten. HortiPro adviseert hierbij het gebruik van PheroDup feromoon in combinatie met HortiPro deltavallen en/of vangplaten.

Voor een goede signalering adviseert HortiPro minimaal 10 deltavallen met een PheroDup feromoon per hectare op te hangen. Om de populatieontwikkeling goed te volgen (monitoren) is het advies minimaal 20 deltavallen met feromoon per hectare te plaatsen. "Verdeel deze deltavallen strategisch over de te scouten oppervlakte en controleer de deltavallen met regelmaat, zodat we een goed beeld krijgen wat er op de tuin gebeurt."

Kenmerken van PheroDup feromoon
© HortiProHet PheroDup feromoon lokt zowel mannelijke als vrouwelijke motten, waardoor teler en adviseur een beter beeld van de populatie krijgen. Het feromoon heeft een langere werkingsduur van 6 tot 8 weken. De feromoondispenser kan zonder handschoenen worden geplaatst (dopje moet wel op de dispenser blijven).

Het product is leverbaar in een hersluitbare aluminium verpakking van 10 stuks. Het advies is om het feromoon te bewaren in de vriezer (-18°C, 2 jaar houdbaar) of koelkast (4°C, korter houdbaar).

Technische specificaties HortiPro deltaval
Speciaal ontworpen schuine zijflappen verbeteren de luchtstroom en vergroten het verspreidingsbereik van het feromoon. Voor optimale werking zijn de deltavallen en de bijbehorende lijmbodems voorzien van een 14 mm gat waarin de PheroDup 1 – 1,5 cm boven de lijmlaag uitsteekt. Bij gebruik van deltavallen is er minder 'vervuiling' door andere insecten in vergelijking met vangplaten (zoals witte vlieg, trips en mineervlieg), benadrukt men bij HortiPro.

Toepassing in de praktijk

  • Plaatsing: Verdeel de deltavallen strategisch over de kas, bij voorkeur op plekken waar een hogere plaagdruk wordt vermoed (zoals warme, vochtige zones).
  • Controle: Vervang de lijmbodem tijdig of verwijder gevangen motten regelmatig om vangcapaciteit te behouden.
  • Monitoringsfrequentie: Minimaal éénmaal per week (op een vaste dag) controleren op vangst om plaagontwikkeling goed te kunnen volgen.
  • Combinatie met IPM-strategie: Vroegtijdige vangstdata kunnen worden ingezet voor het gericht inzetten van biologische bestrijders of curatieve maatregelen.

Voor meer informatie:
Eric Kerklaan en Lennart Simonse
HortiPro
[email protected]
www.hortipro.com

Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer