Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Kunnen Nederlandse telers niet meer zonder SIG&F?

Tholen - Nog maar een paar jaar geleden werd de voorganger van SIG&F, de GMO-subsidie, in Nederland bijna niet meer gebruikt. De GMO-regeling werd als verstikkend, niet eenduidig en daarmee moeilijk uitvoerbaar aangemerkt door de meeste producentenorganisaties (PO's) in Nederland. Een aantal (vermeende) fraudegevallen rondom GMO hielpen daar niet bij. Overigens zagen we deze fraudes niet alleen in Nederland, maar in meer EU-landen werden de GMO-regels blijkbaar verkeerd geïnterpreteerd. In 2025 lijkt dat helemaal omgedraaid: Nederland profiteert in 2025 optimaal van SIG&F en heeft een recordbedrag aan SIG&F toegewezen gekregen. Dat behoeft toelichting, vindt Ruud van der Vliet in dit eerder in vakblad Primeur verschenen artikel.


Ruud van der Vliet

Context
Insiders in de sector zijn overtuigd dat met technologie, innovatie en samenwerking in de nabije toekomst 9-10 miljard wereldbewoners duurzaam voorzien kunnen worden van voedsel. De Nederlandse (glas)tuinbouw is koploper op het gebied van duurzaam en efficiënt telen van met name groenten en fruit. Meer hoogwaardige glastuinbouw zorgt dat (meer) ruimte overblijft voor natuur, wonen en werken. Het stimuleren van hoogwaardige glastuinbouw is dan ook een zeer efficiënte en effectieve manier om het voedselvraagstuk duurzaam in te vullen en natuur te behouden of te herstellen. Door innovatie in de glastuinbouw is het mogelijk gebleken dat de prijs van veel kasgroenten in pakweg 50 jaar (gecorrigeerd voor inflatie) is gehalveerd. Om innovatie blijvend mogelijk te maken is een structureel stevig rendement voor telers nodig. Vanuit dat rendement moeten namelijk investeringen gedaan kunnen worden voor verdere verduurzaming en innovaties. SIG&F geeft boeren en tuinders meer financiële ruimte om te innoveren.

De marges in de verse voedselketen zijn relatief laag en de risico's relatief groot. Al langer blijkt uit onderzoek van o.a. EU dat de machtsverhoudingen in de verse voedselketen niet gelijkwaardig zijn. Feitelijk is sprake van een soort 'badkuip': aan één kant de zaadbedrijven en toeleveranciers met relatief hoge marges, vervolgens zakken we naar de bodem van de 'badkuip' en daar hebben de meeste boeren en tuinders de laagste marge in de keten en vervolgens klimmen we weer omhoog naar de andere kant waar verwerkers, verpakkers en uiteindelijk de retail relatief hoge marges realiseren. Dat is niet nieuw, maar de concentratie in de laatste decennia van zaadbedrijven en de Europese retail heeft dat beeld versterkt. Mede als gevolg daarvan zien we de afgelopen jaren een verdere concentratie en ketenintegratie bij telers en telersverenigingen.

De EU telde in 2022 ongeveer 10 miljoen boeren en tuinders en ongeveer 1.500 erkende PO's. De meeste PO's zijn telersverenigingen en veilingen. Het merendeel van de boeren en tuinders in de EU is klein van omvang, opereert onafhankelijk en heeft, mede als gevolg daarvan, nauwelijks een onderhandelingspositie in de verse voedselketen. De handelaren, verwerkers en zeker de retail hebben een veel hogere concentratie en als gevolg daarvan een betere onderhandelingspositie. Om de positie van boeren en tuinders in de keten te verbeteren, ondersteunt de EU boeren en tuinders, die willen samenwerken binnen producentenorganisaties (PO's) met SIG&F. De EU ondersteunt ook partijen die binnen het kader van interprofessionele organisaties willen samenwerken met hun partners in de productie- en marketingsectoren van de productieketen.

De ongeveer 1.500 erkende PO's zijn hoofdzakelijk actief in de sectoren 'groente en fruit' en 'melk en melkproducten'. Vijf EU-landen zijn goed voor 90% van het aantal PO's: vooral Frankrijk en Duitsland hebben met ieder ongeveer 20% een zeer stevige vertegenwoordiging en Spanje, Griekenland en Italië maken de top vijf vol. Het contrast is groot: Estland, Litouwen en Luxemburg hadden enkele jaren terug nog geen enkele erkende PO's.

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft recent de programma's van 11 Nederlandse PO's in de groente- en fruitsector goedgekeurd. Deze PO's ontvangen ongeveer EUR 165 mln Europese subsidie. Zij krijgen dit geld om de Nederlandse groente- en fruitteelt te vergroenen en verbeteren. Het subsidiebedrag komt uit de SIG&F 2025. Dit is onderdeel van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). De sector levert zelf ook een bijdrage van bijna EUR 79 mln.

Ter vergelijking: Spanje vraagt voor dit jaar de Europese Commissie om EUR 391 mln voor de financiering van operationele programma's voor 419 PO's in de groenten- en fruitsector.

Nederland kent volgens het CBS ruim 600 glasgroentebedrijven met een areaal van totaal ongeveer 5.000 ha. Een gemiddeld glasgroentebedrijf in Nederland heeft een omvang van ongeveer 8 ha. Het merendeel van de toegekende SIG&F is toegekend aan de PO's met overwegend kasgroente. Hier zijn de investeringen in duurzaamheid en innovatie ook het meest noodzakelijk, gewenst en omvangrijk. De toegekende SIG&F voor 2025 van EUR 165 mln bedraagt echter fors minder dan 10% van de totaal berekende EBITDA van de groenten- en fruitsector.

GMO werd SIG&F
Van oudsher is de EU sterk gericht op ondersteuning van boeren en tuinders. De EU wil qua voedselvoorziening zelfvoorzienend zijn, biodiversiteit beschermen en het platteland leefbaar houden. Van het EU-budget van EUR 1,2 biljoen voor 2021-2027 is maar liefst EUR 387 miljard bestemd voor het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). Het grootste deel hiervan is directe steun aan boeren en tuinders voor verduurzaming, voor jonge boeren en tuinders en voor maatregelen om onderhandelingspositie van boeren en tuinders in de keten te verbeteren. In 2022 is de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) vervangen door de regeling SIG&F.

RVO stelt in samenwerking met de EU een subsidie beschikbaar onder SIG&F. Deze regeling is speciaal ontworpen om producenten (boeren en tuinders) te ondersteunen bij het realiseren van een duurzamere en efficiëntere productie in de groenten- en fruitsector.

De GMO was de laatste 10 jaar niet populair, omdat de regeling te streng, te bureaucratisch en niet eenduidig werd beoordeeld door veel PO's. Dit leidde in veel EU-landen tot discussies, diverse claims, rechtszaken en 'fraudes'. In Nederland heeft de FresQ-zaak veel impact gehad. Uiteindelijk stopten veel PO's met het aanvragen van GMO.

De SIG&F-regeling (b)lijkt eenvoudiger dan de GMO-voorganger, maar kent ook aanscherpingen: zo moeten PO's 15% van hun PO-budget inzetten voor 'milieu en klimaat' en 2% voor 'onderzoek'. En kent SIG&F nieuwe regels die de regeling beter toegankelijk moeten maken.

De inspanningen en maatregelen uit de operationele programma's van de PO's dienen gericht te zijn op energiebesparing, duurzame energieopwekking en -opslag, op nieuwe producten en weerbaardere rassen. In het vervolg van dit artikel richt ik me vooral op de telers van kasgroente.

Erkenning als PO
SIG&F lijkt een belangrijke drijfveer voor telers om lid te worden van een PO. Volgens insiders is het soms ook de enige reden. Om voor SIG&F-subsidie in aanmerking te komen, dient de deelnemende PO een erkenning van de overheid te krijgen. Momenteel wordt een discussie gevoerd met RVO om ook niet aan een PO aangesloten telers toegang te laten krijgen tot SIG&F. Dit vanwege vermeende rechtsongelijkheid. Dit lijkt een heel lang en, gelet op de huidige regelgeving, ingewikkeld proces.

De volgende 11 PO's in Nederland hebben erkenning en hebben voor 2025 SIG&F aangevraagd: Coöperatie Growers United U.A., Coöperatie Harvest House U.A., Coöperatie Kompany U.A., Coöperatie Koninklijke Fruitmasters U.A., Coöperatie The Greenery U.A., Coöperatie Tolpoort Vegetables U.A., Coöperatieve Telersvereniging De Schakel U.A., Coöperatieve Tuinbouwveiling "Zaltbommel en Omstreken" B.A., Koninklijke Coöperatieve Telersvereniging Zuidoost-Nederland U.A., Telerscoöperatie Fossa Eugeniana U.A. en Telerscoöperatie Oxin Growers U.A.

Een PO kan erkenning aanvragen als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a. PO is opgericht door producenten van groenten en/of fruit;
b. PO heeft in elk geval 10 leden;
c. PO verkoopt elk jaar voor minimaal € 25 miljoen aan groenten en fruit;
d. PO krijgt van alle leden de hele productie van de producten;
e. De PO is erkend door RVO voor die producten;
f. PO verkoopt van alle leden de hele productie van de producten waarvoor is erkend;
g. PO houdt zich aan de voorwaarden van SIG&F.

Operationeel Plan (OP)
Elke PO dient een OP op te stellen met een looptijd van 3-7 jaar. In dit OP staat de toekomstvisie van de PO. In het OP is opgenomen met welke projecten de (duurzame) doelen worden bereikt. PO besteedt 15% van het budget van het OP aan milieu en klimaat en 2% aan onderzoek. PO dient elk jaar een OP in voor het aankomende jaar. Natuurlijk dient het OP onderbouwd te worden met begrotingen en een overzicht van de kosten van de activiteiten.

Erkende PO's kunnen vervolgens op basis van een OP elk jaar de SIG&F-subsidie via RVO aanvragen. RVO voert beleid van de EU uit in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De PO kan elk uitvoeringsjaar subsidie ontvangen. Hoeveel subsidie u als PO krijgt, hangt af van de Waarde afgezette productie (WAP) van de PO:

De Waarde afgezette productie (WAP)

Soort organisatie WAP
Producentenorganisatie 4,1% van de waarde van de producten die u verkoopt
Unie van producentenorganisaties 4,5% van de waarde van de producten die u verkoopt
Transnationale (unie van) producentenorganisatie(s) 5% van de waarde van de producten die u verkoopt

De verdeling van de SIG&F over de betrokken telers van een telersvereniging of veiling gebeurt vaak op basis van de WAP van de individuele teler. SIG&F-subsidie wordt momenteel door PO's en haar leden vooral ingezet voor verduurzaming van kassen en de energietransitie. Dat lijkt ook logisch gelet op de druk vanuit de maatschappij, retail en de gestegen energieprijzen. Verduurzaming is niet voor niets één van de doelen van SIG&F. Belangrijke constatering is ook dat verduurzaming vaak leidt tot lagere energiekosten en dus een hoger financieel rendement.

Voor elke EUR 10 mln eigen productomzet kan een PO 4,1% subsidie ontvangen. Minimaal 50% van het investeringsbedrag dient door de PO zelf ingebracht te worden. Dat scheelt 50% eigen inbreng of externe financiering. Echter, LED-verlichting is voor 80% subsidiabel en dan is de minimale inbreng van de PO slechts 20%.

Stel een tomatenteler met 15 ha en een eigen productomzet van EUR 10 mln is lid van een voor SIG&F erkende telersvereniging. Deze telersvereniging verdeelt de subsidie naar productomzet en deze teler kan afgerond beschikken over EUR 410.000 subsidie (4,1% van EUR 10 mln). Hij besluit LED-verlichting in een deel van zijn kassen aan te brengen voor een bedrag van EUR 600.000. Op basis van de SIG&F dient de teler dan minimaal EUR 120.000 zelf in te brengen of te financieren en de overige EUR 480.000 (80% van EUR 600.000) komt van SIG&F.

Mogelijke voor- en nadelen PO
Uiteindelijk hebben 11 PO's in Nederland SIG&F aangevraagd. Ze maken alle 11 gebruik van dezelfde regeling, maar de uitvoering is op onderdelen steeds net even anders. Harvest House maakt gebruik van een eigen verkoop- en marketingorganisaties. Growers United en Oxin Growers werken weer met zogenaamde serviceproviders die een groot deel van de verkoop, marketing en logistiek op zich nemen. Indien je als teler veel investeert, lijkt het logisch dat je aansluiting zoekt bij een PO, zodat optimaal gebruik kan worden gemaakt van SIG&F. Bijna alle telers investeren momenteel in verduurzaming. Stakeholders als banken en retail vragen, of liever eisen, dat ook van tuinders. Het is feitelijk een 'licence to produce'.

Niet alle tuinders zijn echter lid van een PO. Blijkbaar wil niet elke teler onderdeel zijn van een groter geheel, wil hij/zij niet het contact met de eindklant loslaten en/of wil niet zijn/haar onderscheidend vermogen en/of toegevoegde waarde verliezen door lid te worden van een PO. Lid zijn van een PO is ook geen garantie op een hoger dan gemiddeld financieel rendement (vertaald in EBITDA/m2). Analyse van gepubliceerde jaarcijfers van meerdere telers over de afgelopen jaren wijst uit dat zowel leden als niet leden van PO's in de top 25 van best renderende tuinders in Nederland voorkomen. De beter presterende telers komen uit op een gemiddelde EBITDA van EUR 20-30/m2. Of telers wel of niet lid zijn van een PO heeft blijkbaar minder invloed. Ook zijn financieel beter en slechter presterende telers te identificeren bij alle PO's.

Mogelijke voordelen:
a. Toegang tot SIG&F en daarmee minder financieringsbehoefte;
b. Betalingszekerheid met kredietverzekering;
c. Administratieve ondersteuning, verkoop en facturatie uitbesteed aan PO;
d. Sectorale vertegenwoordiging;
e. Gezamenlijke inkoop;
f. Certificering;
g. Risicoreductie: afzet is gegarandeerd (prijs onzeker);
h. Mede-eigenaar en/of stemgerechtigd lid van PO.

Mogelijke nadelen:
a. Individueel lid van PO heeft geen/nauwelijks contact met eindklant;
b. Opbrengst is een gemiddelde per segment en afhankelijk van teeltplan PO;
c. Verpakkingswinsten vallen binnen het collectief van PO;
d. Lid wordt feitelijk contractteler binnen PO;
e. Individueel lid heeft (ongeacht omvang) maximaal 20% stemrecht;
f. Geen aantoonbaar rendementsvoordeel als lid van PO.

Conclusie
Antwoord op de vraag in de titel van dit artikel is dus 'nee'. De negatieve ervaringen met GMO hadden veel PO's in Nederland huiverig gemaakt voor SIG&F. Deze zorg lijkt echter grotendeels weggenomen als we zien dat in 2025 maar liefst 11 PO's in Nederland voor EUR 165 mln aan SIG&F hebben aangevraagd. Dat lijkt op basis van dit artikel ook logisch: een teler die fors wil verduurzamen kan eigenlijk niet zonder SIG&F. De Europese concurrentie maakt volop gebruik van SIG&F en om concurrerend te kunnen blijven, moet een teler eigenlijk wel meedoen. Een belangrijk deel van het benodigde kapitaal of financieringsbehoefte kan namelijk door SIG&F worden ingevuld. Telers die lid zijn van een erkende PO kunnen daarmee sneller en eenvoudiger investeren in duurzaamheid met gebruikmaking van SIG&F.

Nederland kent een zeer hoge concentratiegraad van telers bij telersverenigingen en veilingen. Veel telers zijn niet alleen lid van een telersvereniging vanwege SIG&F. De telersvereniging heeft veel voor- en ook enkele nadelen. Telersverenigingen geven telers meer marktmacht, beperken risico's en zorgen dat zij zich optimaal kunnen richten op de teelt. Deelname aan een PO is echter niet per definitie terug te zien in het rendement van een teler. De langjarige EBITDA/m2 van leden van een PO is niet aantoonbaar hoger dan van niet-leden van PO's. Toch lijken ook telers louter vanwege SIG&F lid te zijn van een telersvereniging. En waarom ook niet?

Dit artikel verscheen eerder in editie 4, 39e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.

Voor meer informatie:
[email protected]