Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Veelvraat Macrolophus onderdrukt zowel spint als bladluis in tomatenteelt zonder zwavel

In de pilot 'Tomaat telen zonder zwavel' worden twee gewasbeschermingsstrategieën (met en zonder Macrolophus) in onbelichte tomatenkassen gedemonstreerd. De teelt is gestart in week vier en wordt intensief gemonitord op ziektes, plagen en natuurlijke vijanden. De pilot laat zien hoe belangrijk de rol van Macrolophus pygmaeus is in het bestrijden van een spectrum van verschillende plagen. Jeannette Vriend geeft een update namens Glastuinbouw Nederland.

Snelle verspreiding roofwants
De roofwants werd in week tien in de middelste rij van één van de kascompartimenten geïntroduceerd in de dosering van 2.5 per m². Gedurende zes weken werd wekelijks Artemia-cysten (500 g/ha) over het hele gewas met een Nutrigun verblazen om de roofwants bij te voeren. Er werd bewust niet alleen in de introductierij bijgevoerd, om een snelle verspreiding van de predator te realiseren. Macrolophus vestigde zich meteen goed en in week 22 telden we al gemiddeld één roofwants per blad.

Wittevlieg, spint en bladluis
Toen de vraatzuchtige predator Macrolophus werd losgelaten, waren in het gewas slechts enkele spintmijten te vinden, en was wittevlieg nog afwezig. Later, ondanks de introducties van de roofmijt Phytoseiulus persimilis en de galmug Feltiella acarisuga, bleek het aantal spintmijten toe te nemen in beide kassen. Maar Macrolophus liet zien dat hij niet alleen belangrijk is tegen wittevliegen in de tomatenteelt. Er werden slechts zeven spinthaarden in de kas met Macrolophus gevonden, tegen 33 in de kas zonder Macrolophus. Er werden ook geen bladluizen in de kas met Macrolophus gevonden, terwijl 12% van de kas zonder Macrolophus besmet was met een mengeling van aardappeltopluis en perziekluis.

Inzet roofmijt
De roofmijt Pronematus ubiquitus werd sinds week zes drie keer uitgezet (25, 25 en 50 per stengel) en werd wekelijks of elke twee weken met lisdodde stuifmeel (Nutrimite) bijgevoerd. De roofmijt heeft een preventief effect tegen tomatenroestmijt Aculops lycopersici en een neveneffect op meeldauw wanneer ze hoge populatieniveaus bereikt. De eerste meeldauw stipjes werden vroeg in week 14 waargenomen toen de roofmijt Pronematus nog niet in voldoende aantallen gevestigd was (nog geen 0.5 roofmijt per blad). Beide kassen zijn met twee bespuitingen van Fungaflash (weken 18 en 19) en twee bespuitingen van Ortiva (weken 21 en 22) behandeld om de ontwikkeling van de ziekte te beperken. Na de bespuitingen is de roofmijt nog steeds te vinden. Zijn effect op tomatenroestmijt wordt in juli getest.

Financiering van deze pilot
De pilot wordt uitgevoerd in het kader van het programma Kas als Ecosysteem. Het wordt voor de helft gefinancierd uit het praktijkprogramma Plantgezondheid en stichting Kennis in je Kas' (KIJK), en voor de helft door de gewascoöperatie Tomaat. Daarnaast is er een aanzienlijke in-kind bijdrage vanuit de betrokken partijen (Biobest, Bioline en Pats). Zij verzorgen de introducties van de biologische bestrijders, monitoringsuren en verslaglegging. De demonstratie wordt bij Vertify uitgevoerd, locatie Demokwekerij Zwethlaan.

Bron: Glastuinbouw Nederland

Publicatiedatum: