Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Lennart Simonse van HortiPro over roofwants in de tomatenteelt:

“Signaleer met PheroNesi, maar schaal op tijd ook goed op”

Tholen - "Er is zeker al Nesi gesignaleerd", bevestigt Lennart Simonse van HortiPro medio mei. In de tomatenteelt is de roofwants, voluit Nesidiocoris tenuis, gevreesd. Om de plaagontwikkeling nauwgezet te kunnen volgen, zetten telers het feromoon PheroNesi in. Dat doen zij echter niet altijd goed, met het risico dat een plaag toch uit de hand kan lopen. Lennart legt hieronder daarom graag de nadruk op een goede verdeling van PheroNesi-feromonen door de kas.

Telers houden de plaagontwikkeling van Nesi met behulp van PheroNesi zelf in de gaten, maar ook Lennart doet tellingen bij telers. De praktijkgerichte onderzoeker biologische gewasbescherming bij HortiPro doet dat voor meerdere plagen, waaronder ook Tuta absoluta. "Maar ik heb de indruk dat Nesi op dit moment een groter probleem is in de tomatenteelt. Tuta heb ik nog weinig gezien."


Lennart tijdens een controlerondje bij een PheroNesi-feromoon

Populatieontwikkeling van roofwants drukken met feromonen
Op dit moment is hij bezig met het volgen van de populatieontwikkeling van Nesidiocoris tenuis. Om goed te kunnen signaleren adviseert HortiPro een gelijke verdeling van 10 feromonen per hectare. "Wat we in de praktijk nog weleens tegenkomen is verkeerde zuinigheid, waarbij de feromonen alleen in een hoek van de kas hangen waar de teler de plaag verwacht. Duikt Nesi dan toch ergens anders op, dan bestaat het risico dat je te laat bent en ontstaat er alsnog schade aan het gewas."

Het PheroNesi-feromoon lokt zowel mannetjes als vrouwtjes naar de gele vangplaat bovenin de kas. Het product is inmiddels bijna twee jaar beschikbaar op de Nederlandse markt. Internationaal passen telers het ook toe, waaronder in Frankrijk. "Daar is het aantal beschikbare en bruikbare gewasbeschermingsmiddelen tegen Nesi nog beperkter en daarom is het probleem met Nesi daar nog groter."

Intensief monitoren van Nesidiocoris tenuis
Het mooie met PheroNesi is volgens Lennart dat de teler er makkelijk mee kan opschalen, zodra dat nodig is. "Dan gaat het over het opschalen van de inzet voor signalering, met 10 feromonen per hectare, naar inzet voor monitoring, waarbij wij adviseren 20 stuks egaal per hectare te verdelen." Nog meer feromonen ophangen kan. "Dan spreken wij over intensief monitoren en gaat het over soms wel 50 tot meer dan 100 vangplaten met een PheroNesi-feromoon per hectare. In het buitenland komt dat zeker voor."


Gelijke verdeling voor signalering met PheroNesi

Het liefst houdt een teler het zo lang mogelijk bij signalering, maar Lennart komt ook al wel situaties tegen waarbij is opgeschaald naar 50 stuks PheroNesi per hectare om de plaagontwikkeling intensief te kunnen monitoren. "En in een enkel geval is ook al wel een keer de kop schoongespoten. Daar was de teler toch te laat met opschalen. In de kop van de plant kom je Nesi vaak tegen. De biologische bestrijder, Macrolophus, zit wat lager."

Gelijke verdeling in het geval van intensieve monitoring met PheroNesi

Populatiedruk van roofwants blijft lastig te voorspellen
Spuiten is een noodgreep, weet iedereen. Teler Eric Volkering van Greenway zei er vorig jaar nog over: "Het ophangen van de feromonen is even werk, maar daarna werkt het haast vanzelf. Het voorkomt dat je moet spuiten, en dat wil je niet, want dan ben je het haasje. Het kost je je biologie en elke bespuiting betekent toch ook een kleine groeivertraging."

De adviseurs van HortiPro geven in de praktijk enkel advies. Het is de teler zelf die beslist wat hij doet, benadrukt Lennart. Nog meer data en kennis over wanneer de opmars van Nesi eraan zit te komen zou welkom zijn, weet hij, maar zover is het nog niet. "Met meer data over het effect van temperatuur zou je op termijn graag een som maken om populatiedruk te voorspellen."

Wat het donkere en bij vlagen plotseling ook nog relatief koude voorjaar precies betekent voor de opmars van PheroNesi blijft dus nog even gissen. Wel is bekend wat de startperiode met planten doet. "Veel hangt af van je beginsituatie. Bij de start van de teelt in het najaar is de kans over het algemeen nu al groter op Nesi-ontwikkeling dan bij een winterplanting. In dat laatste geval heeft Nesi minder tijd gehad om zich al te ontwikkelen."

Voorkomen is ook hier, zoals steeds vaker bij gewasbescherming in de kas, beter dan genezen. PheroNesi is hier inmiddels een goed ingeburgerd middel voor.

Voor meer informatie:
Lennart Simonse
HortiPro
[email protected]
www.hortipro.com